Het overgrote deel van de zzp’ers is zelfstandig geworden uit vrije wil. Slechts 15 procent zegt dat naast hun wens om eigen baas te worden ook een zekere noodzaak heeft meegespeeld.
Anders dan vaak wordt gesuggereerd is “gedwongen zelfstandigheid” hooguit een marginaal probleem. En voor zover het voorkomt, zijn de macro-economische effecten ervan beperkt. Dat blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Mensen kunnen verschillende redenen hebben om zzp’er te worden, zowel positieve als negatieve. Het is zaak onderscheid te maken tussen enerzijds hun motieven om zelfstandige te worden en anderzijds de situatie die hen daartoe aanleiding gaf.
Eerder was al uit onderzoek naar voren gekomen dat het meest voorkomende motief om zzp’er te worden simpelweg de drang is om eigen baas te zijn. Het aantrekkelijkste vinden zzp’ers dat ze zelf kunnen beslissen hoe ze hun werk uitvoeren en dat ze hun kennis en vaardigheden kunnen ontplooien.
Ook hun andere motieven zijn positief: naar eigen inzicht kunnen handelen, zelf de tijd in te delen, en ruimte krijgen voor vakmanschap. Het onderzoek dat de Erasmus Universiteit nu heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken bevestigt dat beeld nog eens.
Eigen baas zijn wordt ook nu weer met voorsprong het vaakst genoemd. Dat geldt voor alle sectoren, maar voor de bouw het meest. Daar geeft bijna de helft van de respondenten dit als motief aan. In zorg en welzijn valt op hoe vaak de behoefte wordt genoemd om meer kwaliteit te kunnen leveren dan in loondienst mogelijk is.
Als aanleiding noemen mensen vaak dat ze een gat in de markt zagen. Financiële prikkels (zoals een hoger netto inkomen) waren slechts voor een klein percentage doorslaggevend. Het minst bij de interim-managers (1%) en het meest in de bouw (6%).
Naast die positieve redenen om zzp’er te worden, kunnen mensen ook een negatieve aanleiding hebben gevoeld. Afhankelijk van de sector zegt 11 tot 16 procent van de geënquêteerden dat zij op het idee kwamen doordat zij geen baan in loondienst konden vinden. Maar dat betekent dus nog niet dat zijn “gedwongen zelfstandig” zijn.
Van de veelbesproken “schijnzelfstandigheid” blijkt in werkelijkheid amper sprake te zijn. Slechts 2 tot 3 procent van de zzp’ers gaf aan door hun werkgever ontslagen te zijn om vervolgens weer als zzp’er terug te komen. Dat is nog steeds hetzelfde percentage als al in 2008 werd gevonden door het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf.
De macro-economische effecten van die “schijnzelfstandigheid” zijn beperkt, schrijven de onderzoekers. Het is niet zo dat mensen in loondienst worden verdrongen door zelfstandigen. Daarvoor zijn de verschillen in kosten voor de werkgever te klein.
De meeste zzp’ers (80 procent of meer) verwachten de komende jaren zelfstandig ondernemer te blijven. Tussen de 5 en 10 procent van de zzp’ers verwacht op korte termijn te stoppen met werken of weer in loondienst te gaan.
Daar staat een even groot percentage tegenover dat verwacht verder te groeien, door het bedrijf uit te bouwen en personeel aan te nemen. Een even groot percentage verwacht.
Pierre Spaninks organiseert donderdag 27 februari De Avond van de ZZP’er in het Torpedo Theater in Amsterdam. Voor 6 euro bent u daar bij.
Ook ondernemersjournalisten moeten eten. Neem nu een abonnement op Pierre Spaninks.