De trend van ouderenpartijen lijkt zich nu ook definitief te nestelen in de lokale politiek. Twee voorbeelden in gemeentes van de kop van Noord-Holland (er zijn er uiteraard nog véél meer): in de middelgrote gemeente Hoorn heb je de ‘Hoornse Senioren Partij’ en in de splintergemeente Drechterland heb je ‘Senioren Partij Drechterland’. Wat is er mis met ouderenpartijen? Alles.
Wanneer politieke partijen de nadruk leggen op de belangen van één groep binnen de samenleving dan sijpelt de voor een verzorgingsstaat zo cruciale solidariteit langzaam weg. Sterker nog, als een partij is gericht op de erkenning van een bepaalde groepering, dan is dat eerder een sociale beweging dan een politieke partij. Wat weerhoudt andere groeperingen ervan om puur als tegenbeweging ook hun eigen belangen na te jagen? Wanneer dit gebeurt kunnen we als samenleving niet meer solidair zijn en niet meer opkomen voor de zwakkeren, wat juist het uitgangspunt is van ouderenpartijen. Contradictie?
Wat wrang is aan dit fenomeen van eigenbelang najagen is dat die ouderen zich niet lijken te realiseren dat zij zich met hun politiek afzetten tegen de mensen die later hun pensioen moeten betalen. Nogmaals, solidariteit is onontbeerlijk. Hoeveel zullen de jongeren om de ouderen geven als diezelfde ouderen een signaal geven van het is ieder voor zich? Niet veel. Ook lijken de stichters van ouderenpartijen zich niet te beseffen dat zij twee periodes van enorme economische groei hebben mogen meemaken. In die periodes konden zij kapitaal opbouwen en een huis kopen voor een prikkie. De lonen moesten op een gegeven moment zelfs beteugeld worden door het Akkoord van Wassenaar en nu maken die mensen zich druk omdat ook zij moeten inleveren.
Politiek wordt vaak bedreven vanuit ideologie. Uit confessionalisme, liberalisme, socialisme, ecologisme of zelfs fascisme. Een kenmerk van een ideologie is dat het een geheel van gedachten is over beleid voor een samenleving. Alleen het belang van ouderen is dat niet. Al proberen ouderenpartijen dat te weerleggen door in hun partijprogramma’s te stellen dat zij voor ‘alle’ zwakkeren in de samenleving opkomen. Noem een partij dan geen seniorenpartij of ouderenpartij, maar kies een naam die de lading dekt. Benoem die partij waar ze voor staat en sta daar achter. Maar kom niet op de proppen met een halfslachtig partijprogramma dat iets anders suggereert dan de partijnaam.
Een ouderenpartij heeft geen ideologie. En mochten zij een woord aan hun partij willen verbinden dat eindigt op ‘isme’, dan zou dat ‘egoïsme’ moeten zijn. Zij verenigen zich zonder door te hebben dat ook hun leeftijdgenoten hebben bijgedragen aan het politieke klimaat waartegen zij nu ageren. Dat is niet alleen egoïstisch, dat is ook nog eens dom.
Een terugkeer naar de verzuiling lijkt op deze manier niet ondenkbaar. Een samenleving waarin mensen verenigd zijn in zuilen die alleen staan voor wat hun goeddunkt. Verzuiling is niet goed voor een samenleving, die wordt daardoor alleen maar stroever en veroorzaakt afstand tussen mensen.
Solidariteit werkt, solidariteit zorgt voor rechtvaardigheid. Ouderenpartijen willen dat de zwakkeren in onze samenleving beschermd worden. Dat kan alleen als we er voor elkaar zijn en niet alleen voor één bepaalde groep.
Ouderenpartijen: verander de naam van de partij, pas het programma aan en toon inzet voor iedereen in de samenleving en niet alleen voor leeftijdgenoten.
Dat werkt tenminste echt.