Als je ‘s ochtends je laptop openslaat of je smartphone induikt, realiseer je je waarschijnlijk niet dat je – samen met alle andere technologiegebruikers – net zoveel CO2 uitstoot als wanneer je diezelfde ochtend in een vliegtuig zou stappen. De technologiesector is namelijk verantwoordelijk voor 2 procent van alle wereldwijde uitstoot en dat is net zoveel als de luchtvaartsector.
KLM wil een wezenlijke bijdrage leveren aan het verminderen van deze ‘footprint’. Op lange termijn zal verduurzaming van de luchtvaart ontstaan door technologische innovaties en aangepaste motoren. Vliegen op zonne-energie of op accu’s is echter nog toekomstmuziek. Daarom doen wij wat nú in ons vermogen ligt. We moderniseren de vloot en zorgen dat nieuwe vliegtuigen brandstof-efficiënter zijn, we reduceren gewicht aan boord want minder gewicht betekent minder brandstof en dus minder CO2-uitstoot, en we investeren in duurzame biobrandstof. Met name dat laatste zal de grootste bijdrage leveren aan het terugdringen van onze CO2-uitstoot op de korte en middellange termijn. En daar doemt een aantal dilemma’s op.
Duurzame biobrandstof voor de luchtvaart veroorzaakt aanzienlijk minder CO2-uitstoot en is daarom duurzamer dan fossiele brandstof, die nu nog de standaard is binnen de luchtvaartsector. De biobrandstof die KLM gebruikt levert een besparing op tot wel 80 procent. Op dit moment wordt biobrandstof gebruikt die gemaakt is van gebruikt frituurvet uit bijvoorbeeld restaurants en snackbars.
Doordat je op je frietje vliegt, slaan we twee vliegen in één klap: je gebruikt het vet om een frietje van te eten en later om mee naar je vakantiebestemming te vliegen. In tegenstelling tot een aantal andere biobrandstoffen, is afgewerkt frituurvet daarom een bijzonder duurzame variant: het resulteert in minder CO2-uitstoot en er is bovendien geen sprake van een belangenconflict op het gebied van bodemgebruik voor voedsel- dan wel brandstofproductie. Dat laatste is voor KLM een van de belangrijkste criteria om voor biobrandstof te kiezen die gemaakt is van gebruikt frituurvet.
Volledig overschakelen op biobrandstof zou je zeggen. Hoe graag we dat ook zouden willen, we lopen daar tegen een aantal dilemma’s aan. Ten eerste is er op dit moment nog onvoldoende duurzame biobrandstof beschikbaar om al onze vluchten mee uit te voeren, wordt het in kleine hoeveelheden geproduceerd en is het veel duurder dan fossiele kerosine. De duurzame biobrandstof van deze vorm die wereldwijd is geproduceerd in 2013, is volledig opgekocht door KLM.
Dat was alleen mogelijk door een flinke investering van verschillende bedrijven in de productieketen, door samenwerking met maatschappelijke organisaties en doordat we een KLM Corporate BioFuel programma hebben opgezet. Door het voortouw te nemen, proberen we de productie op gang te brengen. Voor daadwerkelijke impact moet het echter én op grote schaal beschikbaar worden én betaalbaar zijn.
Hiervoor moet dus vraag gecreëerd worden. Dat is waar we nu aan werken. Aan de aanbodkant hebben we derhalve inmiddels behoorlijke stappen gezet: er is een keten van bedrijven georganiseerd die kan leveren als de vraag ook ontstaat. De hoeveelheid vluchten die we nu uitvoeren op biobrandstof, kunnen we dankzij de samenwerking met bedrijven financieel dragen zonder de prijzen te hoeven verhogen. Aanzienlijk meer vluchten uitvoeren op biobrandstof zal dat helaas niet meer mogelijk maken.
Vluchten op biobrandstof blijven voorlopig nog wel een stuk duurder dan ‘gewone’ vluchten. Willen wij op grotere schaal biobrandstof gebruiken voor onze vluchten, dan zal de consument bereid moeten zijn om daar een bijdrage aan te leveren.. De hoofdvraag is immers hoe wij de financiering rond krijgen zonder onze concurrentiepositie te verliezen.
Wat kunnen we doen? Wat maakt dat passagiers bereid zijn mee te investeren? Dat leidt tot een volgende vraag, namelijk of duurzaamheid een andere benaderingswijze van passagiers vereist? Weten wij wel de juiste snaar te raken? Hoe kunnen we passagiers bereiken en overtuigen?
Uit recent onderzoek van GFK in opdracht van KLM blijkt dat consumenten hun keuze voor een luchtvaartmaatschappij steeds minder laten afhangen van duurzame factoren. Dat, terwijl duurzaamheid sowieso al geen belangrijke keuzebepaler is als mensen gaan vliegen. En dat brengt ons op het volgende vraagstuk: hoe kunnen we passagiers meekrijgen om ook zelf een verantwoordelijkheid te nemen en samen met ons te investeren in een schonere luchtvaart?
Graag zouden we zien dat de maatschappij actief met ons meedenkt en dat we suggesties krijgen hoe we al deze dilemma’s kunnen oplossen.
Inka Pieter is Directeur Corporate Social Responsibility KLM.