Nederlanders behoren – samen met de Zwitsers – tot de meest verzekerde mensen ter wereld. En we zijn ook het op drie na gelukkigste volk ter wereld, wederom na de Zwitsers. Dat blijkt uit onze hoge klassering in internationale ranglijsten zoals het World Insurance Report en de World Happiness Index. Ik denk dat daar een verband tussen zit. Dat wordt misschien nog het beste verwoord in het spreekwoord ‘gedeelde smart is halve smart’. Immers, het delen van risico biedt een gezonde basis voor meer veiligheid, meer zekerheid en minder zorgen. En dan heb je voldoende ruimte om je aandacht en tijd te besteden aan die dingen in het leven waar je gelukkig van wordt.
Dat is ook de hele basis van verzekeren, alhoewel we dat – zeker na een kredietcrisis – wel eens willen vergeten. Verzekeren is namelijk in beginsel een van de meest solidaire principes die we kennen. Samen delen we schade die we alleen niet kunnen dragen. Elke dag keren de Nederlandse verzekeraars samen zo´n 190 miljoen uit aan verzekerden. De maatschappelijke rol van de verzekeringsbranche is daarmee onomstotelijk bewezen. Soms echter, lijkt het alsof we met zijn allen vergeten zijn wat ook alweer het basisprincipe van verzekeren was. En als dat gebeurt, dan gaat het mis.
Dat zit aan twee kanten. Aan de ene kant heeft de verzekeringsbranche het belang van haar klanten niet altijd centraal gesteld. Maar net zo goed geldt dat klanten dit solidaire principe zelf ook weleens vergeten door die extra zonnebril of mobiele telefoon onterecht te claimen. Of door de brommerverzekering van je zoon op je eigen naam te zetten voor een lagere premie. Daar heb je niet de verzekeringsmaatschappij mee, maar uiteindelijk vooral je medeverzekerden. En zeker bij het InShared-principe waarbij het geld dat niet aan schade wordt uitgegeven, weer terugkomt bij klanten.
Ik vind dat we daarom best on-calvinistisch trots mogen zijn op het principe van verzekeren; in een wereld zonder verzekeringen kun je voor vervelende verrassingen komen te staan. Want durf je nog een beetje romantiek in je huis te brengen met een haardvuur en kaarsen als je weet dat brand voor je eigen risico komt? Of hoe vrij kun je nog ondernemen als je aansprakelijkheid niet gecoverd is? Met het motto ‘Fijn dat we verzekerd zijn’ moet de nieuwe campagne van het Verbond van Verzekeraars de waarde van verzekeren onder de aandacht brengen. Een mooi initiatief. Maar communiceren is één ding, het gaat er natuurlijk ook om dat iedereen het mooie principe van verzekeren ook echt ervaart en voelt.
Wij vinden het een fijne gedachte dat we bezig zijn met iets wat bijdraagt aan het bruto nationaal geluk. Dat is namelijk een goede reden om je werk te doen. Maar natuurlijk zijn we ons ervan bewust dat die conclusie mogelijk net iets te kort door de bocht is. En dat we de kip en het ei geklutst hebben. Want om nog even op de lijstjes terug te komen: op de vertrouwensindex zien we het vertrouwen van consumenten in verzekeraars toenemen. Bijvoorbeeld door positieve persoonlijke ervaringen. Overigens blijkt uit dat zelfde onderzoek dat betere vooruitzichten op economisch gebied het vertrouwen in verzekeraars ook doet toenemen. Zou dit betekenen dat verzekeren niet gelukkig maakt, maar dat juist gelukkige mensen zich verzekeren?