Tineke Bennema is arabiste en freelance journaliste. Ze heeft van 1994 tot 2002 met haar Palestijnse echtgenoot in een dorp op de Westbank gewoond, tussen Jeruzalem en Ramallah. In 2001 verscheen haar debuutboek Checkpoint Jeruzalem – Een Nederlandse vrouw aan Palestijnse kant, waarin Bennema schreef over haar belevenissen op de Westelijke Jordaanoever. Haar nieuwste boek, Welkom in het Paradijs, is een absurdistische verhalenbundel. Dit boek wordt uitgegeven bij Uitgeverij Jurgen Maas, een nieuwe uitgeverij in Amsterdam die zich richt op verhalen (fictie en non-fictie) over het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de multiculturele samenleving.
Welkom in het Paradijs is een mooi geschreven boek. Het is echter ook een boek dat nogal lastig te recenseren valt, omdat het twaalf korte verhalen zijn met een twist. Het gaat over de belevenissen van Palestijnen die naar iets verlangen, maar belemmerd worden door de Israëlische bezetting en hun traditie. Sommige verhalen zijn gebaseerd op haar eigen belevenissen, andere verhalen hoorde ze van haar Palestijnse familie en vrienden.
De verhalen van Bennema zijn fictie, maar wel gebaseerd op realiteit. Ze schrijft in haar inleiding:
‘Denk niet dat de verhalen echt zijn gebeurd. Maar twijfel er ook niet aan dat veel ervan de werkelijkheid benadert. In de zeven jaar dat ik in Palestina woonde, zag ik, weliswaar vanaf de zijlijn, zo veel absurds, akeligs en weerzinwekkends, dat je je af kunt vragen hoe een Palestijn dat kan verdragen. Waar een Nederlander zich ’s ochtends op de nieuwe dag voorbereidt met het weerbericht en een broodtrommel, luistert een Palestijn naar het nieuws om te weten welke plekken hij die dag beter kan mijden. Mocht hij al plannen maken, dan worden die maar al te vaak gedwarsboomd door bezetting, tradities of onverwachte gebeurtenissen. Toch gaat het leven door, wordt er liefgehad en gerouwd, gewerkt en armoede geleden en ondanks alles veel gelachen. Een dag uien, een dag honing, luidt een Palestijns spreekwoord.’
Om de sfeer van het boek een beetje te illustreren volgt hier een samenvatting van het verhaal ‘Welkom in het Paradijs’. In dit verhaal is een Palestijnse familie een dagje uit. Ze reizen naar het Meer van Galilea en willen ook nog even langs het huis waar ze hebben gewoond, totdat ze op de vlucht sloegen voor de Israëliërs. Het huis is er niet meer. Het is gesloopt door de Israëliërs. Er staan alleen nog maar ruïnes. Ze bezoeken wel een christelijk klooster met een tuin, die door de abt met enige ironie het paradijs wordt genoemd. Het is een mooie tuin waar de dieren in vrede met elkaar leven. De dieren staan elkaar niet naar het leven, in tegenstelling tot de mensen. Oem Nabil heeft een stukje steen van het oude huis meegenomen, als dierbare herinnering. Het blijkt echter een stukje mozaïek van het klooster te zijn, dat ze met haar nagel uit een muur heeft gewrikt.
N.a.v.: Tineke Bennema, Welkom in het Paradijs (Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam 2014) ISBN 9789491921018. €14,95. 160 pagina’s.
Beeld: Shutterstock