Ahmed Marcouch, een politieke biografie

06-03-2014 13:44

dossier_marcouch_530

 

De Surinamer Kevin (niet zijn echte naam), groeide op in de Mondriaanbuurt in Overtoomse Veld en zag zijn wijk eind jaren tachtig binnen enkele jaren dramatisch veranderen en de blanke vlucht voor zijn ogen voltrekken.

Toen het grote Surinaamse gezin waar Kevin deel vanuit maakte halverwege de jaren zeventig naar Overtoomse Veld verhuisde, behoorden zij tot de eerste buitenlanders in een wijk waar verder bijna alleen maar Hollanders woonden. Maar vanaf eind jaren tachtig, begin jaren negentig, ‘kwamen er alleen nog maar Marokkanen’.  

Marokkanengetto

‘De Nederlanders vertrokken de één na de ander’, vertelde hij. ‘Daarvoor in de plaats kwamen alleen maar Marokkanen, dat is gewoon niet goed voor een wijk. Dan krijg je een getto,’ stelde Kevin. De Mondriaanbuurt veranderde wezenlijk. De Marokkaanse kinderen die er kwamen wonen hadden geen respect voor ouderen en trouwens ook niet voor andere kinderen zoals Kevin, zag hij.

 

‘Voor de komst van de Marokkanen was de sociale controle sterk in de buurt’

 

Hij groeide op tussen de Marokkanen van de Mondriaanbuurt, maakte in veel opzichten eenzelfde ontwikkeling door en kent zijn Marokkaanse wijkgenoten als zijn broekzak. Hij  heeft nog steeds veel Marokkaanse vrienden, maar heeft ook een hard oordeel over zijn vroegere buurtgenoten en een vlijmscherpe analyse van de oorzaken van de blanke vlucht.

Sociale controle

Voor de komst van de Marokkanen was de sociale controle sterk in de buurt, vertelde hij: ‘Je kon nog geen propje op straat gooien want dan kreeg zo’n jongen van ons gewoon een straatverbod van drie dagen of een stevige hoek.’

Als hij zelf met zijn vrienden nog te laat rondhing op straat greep zijn moeder altijd in. Ze verscheen als de buurtkoningin op het balkon en riep: ‘Jullie komen nu binnen of jullie sodemieteren allemaal op.’

De oudere jongens waren strak in die tijd. Je gaf niet het slechte voorbeeld. Als er jonge kinderen bij waren rookte je niet. Als hij ’s avonds een biertje wilde drinken dan werden de jonge kinderen naar huis gestuurd. Ze moesten de kleine kinderen sowieso niet na negen uur nog op straat zien. ‘We corrigeerden elkaar. Nu zie ik hier in de wijk dat de oudere Marokkaanse jongens kinderen van elf jaar dwingen om wiet te roken of alcohol te drinken. Dan is het einde echt zoek, weet je.’

Agressie

Ondanks de straffe hand waarmee zijn moeder hem opvoedde was Kevin een periode in zijn leven zelf ook enorm agressief. Hij ging het foute pad op en had schijt aan iedereen, net als een flink deel van zijn Marokkaanse wijkgenoten. Als een vreemde hem aankeek en het beviel hem niet dan sloeg hij er meteen op los. Toen binnen een paar jaar tijd twee neven van Kevin werden vermoord groef de doodsangst zich in zijn hart en liep hij  een aantal jaren met een vuurwapen rond. Later werd hij veroordeeld wegens wapenbezit.

Die agressie ontstond in het gezin, vertelde hij. Hij had vier broers van moeders kant, nog eens negen van vaders kant. Als meest licht gekleurde van alle broers werd hij binnen het gezin heel erg gepest en gediscrimineerd. ‘Als klein broertje kun je niet tegen je grote broers op. Die frustratie nam ik mee naar de straat en dan beukte ik erop los. Ik zie die agressie ook bij heel veel Marokkaanse jongens hier in de buurt. Die hebben ook veel broers waar ze door gepest worden.’

‘Het klinkt misschien raar, maar pas toen ik de film Mississippi burning zag realiseerde ik me wat racisme was. In die film zag ik de racistisch haat voor negers van de blanken in het zuiden van Amerika en ik zie diezelfde haat hier ook bij die Marokkaanse jongens tegenover de Nederlanders en de Surinamers. Maar ze kunnen hun haat niet goed verwoorden omdat ze niet goed kunnen praten. Ze hebben geen ontwikkeling man. Daardoor worden ze nog agressiever. De meeste Marokkanen discrimineren de homo’s, de joden, de Nederlanders, de Turken, de Surinamers, iedereen. De grootste racisten in dit land zijn de buitenlanders zelf hoor en Marokkanen zijn de ergste racisten.’

Holleeder

‘Ze leven in een waanwereld!’, vervolgde Kevin zijn analyse van de straatcultuur. ‘Die jongens spelen de grootste wietroker, de grootste drinker. Ze spelen natuurlijk allemaal gangstertje op straat. Ze luisteren naar de gangstarappers en denken dat ze dan ook zo zijn.’

‘Tijdens het proces van Holleeder reden ze plotseling allemaal op die Holleeder-scootertjes rond, omdat ze allemaal zoals Holleeder wilden worden. Ze willen veel geld en een mooie auto hebben. Ze willen elke club binnen kunnen komen en ze willen dat iedereen bang voor ze is. Dat is hun droom. Ze denken allemaal dat dat respect is, maar dat is geen respect man. Dat is angst. Mensen zijn doodsbang voor jou. Tot de dood een rare sprong maakt en hij jou komt halen. Het zijn gewoon echte losers.’

 

‘De meeste Marokkanen discrimineren de homo’s, de joden, de Nederlanders, de Turken, de Surinamers, iedereen. De grootste racisten in dit land zijn de buitenlanders zelf hoor en Marokkanen zijn de ergste racisten’

 

‘Die foute groep Marokkanen is heel groot hier. Ze vinden zichzelf stoer als ze met zes man een TomTom van tweehonderd euro uit een auto jatten. Maar een flink deel van deze jongens is de drugswereld en de zware criminaliteit in gegaan. In die wereld is het echt moeilijk om te overleven. Ze hoeven maar één keer iets kwijt te raken en ze gaan eraan. Want die drugsbazen zijn niet zo netjes. Begrijp je? Die jongens van nu rijden allemaal in vette bakken. Dat loopt in de gaten. Je wordt één keer gecontroleerd en je bent alles kwijt.’

Geen respect

Kevin liep jarenlang rond met de angst om zelf ook omgelegd te worden. ‘Maar als je een wapen gaat dragen maak je het alleen maar erger. Want na een tijd ga je je onsterfelijk voelen. Als er dan iemand per ongeluk tegen me aanliep riep ik meteen: “Wat nou? Nog één ding en ik maak je af.”’

Het was zijn geluk, vindt hij achteraf, dat hij op een dag staande werd gehouden door politie-agenten en dat zij zijn pistool vonden. Sindsdien heeft hij nooit meer een wapen gedragen. Later werd hij voor verboden wapenbezit veroordeeld. In die periode ontmoette hij zijn huidige vrouw. Dat was het moment dat hij ging veranderen, want hij trouwde en kreeg twee kinderen, ging werken en een rustig leven leiden. ‘Ik ben blij dat mijn vrouw in mijn leven is gekomen. Ik weet niet of ik er anders nog wel was geweest.’

‘Praat met je zoon!’

Kevin verhuisde van de Mondriaanbuurt naar een ander deel van Overtoomse Veld. Hij zag in zijn buurt hoe de Marokkaanse ouders hun kinderen daar opvoedden. Hij had bijvoorbeeld een aanvaring met een Marokkaanse buurman wiens twaalfjarige zoon zijn dochtertje van vijf had geschopt.  

‘Praat met je zoon,’ zei Kevin tegen de Marokkaanse buurman. ‘Als je zoon mijn dochter nog één keer schopt dan krijgt hij van mij een schop, snap je? Praat met jouw zoon. Ik ga jouw zoon niet opvoeden. Jij moet dat zelf doen.’
De Marokkaanse vader wilde vervolgens zijn zoon gaan afranselen.  

Kevin zag dat die agressie van de kleine jongetjes en hun oudere broers van de ouders vandaan kwam. ‘Die vaders praten niet met hun zonen. Als hun zonen iets fout gedaan hebben worden ze uitgekafferd of meteen in elkaar geslagen. Ze denken dat je zo je zonen moet opvoeden. Ik zie ook dat ze hun kinderen opvoeden met minachting voor de anderen. Ze hebben minachting voor de Nederlanders, voor de Surinamers en eigenlijk voor iedereen buiten hun eigen groep. Als je andere mensen minacht kun je ze veel makkelijker iets aan doen, snap je?’

Je moet het tuig aanpakken

‘De ouders proberen hun kinderen op te voeden met de islam, maar ze doen dat niet op de goede manier’, constateerde Kevin, ‘want die straatjongens doen juist alles wat God verboden heeft. Ze zeggen dat ze moslim zijn, draaien zich om en gaan voor zichzelf. Ze beroven een oud vrouwtje, worden gepakt en roepen vervolgens dat ze gediscrimineerd worden en slachtoffer zijn.’

‘Het zijn zogenaamd stoere jongens die de politie haten. Ze willen de man zijn, tot ze zelf een beuk krijgen. Dan gaan ze aangifte van mishandeling en discriminatie doen bij de politie. Zo werkt het. Dat begrijpen de politici niet. Ze willen de gangster uithangen en gewoon helemaal niet werken. Ze staan zichzelf op straat kapot te blowen en te zuipen. Heel veel van die Marokkaanse gasten hier hebben ook gewoon geen manieren man! Ze lopen de hele dag te fluimen en te rochelen. Ze groeten je nooit. Als ik mijn buren groet en ze groeten mij na drie keer niet terug, dan doe ik dat nooit meer.’

 

‘Vervolgens kwam Cohen weer met zijn slappe praatjes. Hij was het wangedrag van Marokkanen altijd goed aan het praten man, dat was echt het probleem’

 

‘Toen Bilal B. in het politiebureau werd neergeschoten wist iedereen in de buurt dat het om een Marokkaan ging,’ vertelde Kevin. ‘De moskee werd ingelicht, de buurtvaders. Vervolgens kwam Cohen weer met zijn slappe praatjes. Die man was voortdurend zo bang dat het uit de hand ging lopen, net als de politie. Hij was het wangedrag van Marokkanen altijd goed aan het praten man, dat was echt het probleem. Ik heb echt een schijthekel aan die man. Je moet het tuig nu gewoon gaan aanpakken. Pak ze aan! Dat gebeurt niet. Het groeit maar. Een mug wordt een olifant.’

Het gezeik moet ophouden

‘Alle allochtonen worden er op aangekeken,’ zei Kevin. ‘Als er twee Surinamers worden doodgestoken dan komt er een heel klein stukje in de krant. Dan is er geen ophef, dan zijn er geen rellen. Als het om een Marokkaans slachtoffer gaat wordt iedereen ineens heel voorzichtig en gaat op eieren lopen. Zodra de politie ergens bij komt roepen de Marokkanen altijd dat zij gediscrimineerd worden en dat de politie racistisch is.’

‘Je zag dat ook na die aanslag van Bilal B. Ze keerden de boel om na die aanslag. Een onschuldige Marokkaan was neergeschoten. Hij had zogenaamd niets gedaan. Hij had alleen maar een mes bij zich. Ik zag en hoorde dat hier in de buurt. Dan gaan die jonge gastjes piepen.’

‘Pak ze op!’

‘Tijdens een buurtbijeenkomst hier was er maar één oudere Marokkaan in de zaal die daar heel kwaad over werd en zei dat ze de daad van Bilal B. moesten veroordelen,’ vertelde Kevin. ‘Die man had natuurlijk gewoon gelijk. Veel Marokkaanse jongens die zich wel normaal gedragen vinden dat ook. Het gezeik moet eens ophouden want zij lijden daar ook onder.’

‘Mijn Marokkaanse vrienden vinden ook dat de politie die foute gasten moet oppakken. Heel veel van de Marokkanen die wel hun best doen praten zo. Ze willen niet onder de slechten lijden. Ze zeggen net als Marcouch: “Laat vijftien agenten uit Marokko hier een paar jaar in Slotervaart werken, dan is het snel over met die gasten.” Als je nou weet wie die foute gasten zijn, pak ze dan op! Zet ze op Glen Mills, gooi ze in de bak. Waarom gebeurt dat niet?’

Lees alle hoofdstukken van ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’.