Het is 1982, Stockholm, Zweden. Punk is ondertussen een vroege dood gestorven maar zeg dat niet waar de dertienjarige hartsvriendinnen Bobo (Mira Barkhammer) en Klara (Mira Grosin) bij zijn. Het is helemaal niet dood, het is alleen niet hip meer. De vroegwijze brugpiepers hebben punk in hun bloed en zijn vastbesloten de wereld een betere plek te maken. Ze hebben alleen nog geen idee hoe ze dat voor elkaar gaan krijgen.
Hun dagen bestaan uit school en een beetje samen hangen op straat of in het jongerencentrum om de pijnlijke thuissituaties te vermijden. Ondertussen fantaseren ze over hoe ze net als hun idolen muziek zouden kunnen gebruiken om hun frustraties te uiten. Na zich voor de zoveelste keer geergerd te hebben aan de lokale metal band die in het jeugdhonk repeteert boeken ze zelf de oefenruimte maar, om van de herrie af te zijn. Eenmaal binnen besluiten ze dan ook maar gelijk een eigen punkband te beginnen.
Aan enthousiasme geen gebrek maar geen van beiden heeft ook maar een beetje muzikale ervaring en al snel lopen ze vast. Gelukkig brengt het truttige reli-meisje Hedvig (Liv LeMoyne), die toch altijd alleen zit op school, uitkomst. Zij kan namelijk wel gitaar spelen en is best bereid om Bobo en Klara een akkoord of drie te leren. Ondanks haar andere achtergrond en opvoeding begrijpt Hedvig de buitenstaander-mentaliteit van punk maar al te goed en al snel hoort ze er helemaal bij. Met versterkte gelederen gaan ze aan de slag om het ene liedje wat ze tot nu toe geschreven hebben ook daadwerkelijk te kunnen spelen.