Het stinkt. Aan alle kanten. En natuurlijk krijgen de media weer de schuld. Wij,van de pers, zouden al vanaf 1996 een heksenjacht ontketend hebben om de voormalig hoogstgeplaatste ambtenaar van Justitie en Veiligheid zijn nek om te draaien. Aanleiding: Joris Demmink zou aan minderjarige jongetjes hebben gezeten. Sterker nog: ook verkrachting in Turkije zou hem niet vreemd zijn. Ook een pooier inschakelen om die knaapjes te ronselen ging Demmink blijkbaar niet uit de weg.
Alles in het teken van het hoogste genot. En dat, terwijl drie regenteske ministers van Justitie (Donner, Hirsch Ballin en ook de quasi kordate Opstelten) de mogelijke vunzige uitspattingen van Demmink al vijftien jaar met de mantel der liefde bedekken.
Hoe groter de geest, hoe groter het beest, in die categorie moet u denken. We kennen talloze voorbeelden uit de politiek, waar seksueel machtsmisbruik voortkomt uit aanzien en status en gepaard gaat met hoogmoedswaanzin. Ook Demmers valt in die categorie. Want ook hij denkt wellicht dat hij door zijn bescherming van zijn regenteske bazen toch niet gepakt wordt en binnenkort eindelijk vrijuit kan gaan.
Wellicht, mogelijkerwijs, in die termen moeten we nog denken, want er is nog niets bewezen. Maar de getuigenissen tijdens een lopende civiele procedure, die deze week tegen Demmink is begonnen, liegen er niet om.
Woensdagavond sprak Sven Kockelmann in Een op Een met Koen Voskuil. Een onderzoeksjournalist van het AD die al langer op de zaak Demmink zit. Door zijn publicaties over de mogelijke ontucht van de oud-secretaris-generaal heeft Voskuil nu een claim van een ton aan zijn broek hangen. Demmink zwijgt vooralsnog als het graf, maar laat het niet zitten bij de visie op zijn zaak, zoals het AD die heeft opgetekend. Dat zouden slechts speculaties zijn, zonder harde feiten. Dus laster en beschadiging van de hoofdpersoon.
Voskuil legde uit dat de verklaring van de Amsterdamse ex-rechercheur Leendert de Koter van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) tijdens de verhoren een nieuw licht op de zaak werpt. De naam van Demmink zou al veel eerder gevallen zijn tijdens het zogenaamde Rolodex-onderzoek, eind jaren negentig. Demmink, drie hoofdofficieren van Justitie én een professor zouden betrokken zijn bij kindermisbruik.
Een saignant detail is, dat ex-crimefighter Fred Teeven tijdens dat onderzoek ook officier van Justitie was, dus de ins en outs van de zaak toen al kende. Maar ook als kamerlid voor de VVD zou Teeven zich kritisch hebben uitgelaten over de zaak. Bovendien liet hij weten niet gecharmeerd te zijn van de aanwezigheid van Demmink op zijn ministerie. Ik zou zeggen, hier hebben we regent nummer vier, die ondanks zijn gespierde taal en zijn opgepompte, meedogenloze imago, ook gemakshalve voor de doofpot kiest.
In het interview van Kockelmann met Voskuil zag je een mooi contrast tussen een opgeschroefde tv-journalist, altijd op zoek naar sensatie en de ingetogen krantenjournalist, die zich niet laat verleiden tot de uitspraak of Demmink schuldig is. Nog los van de claim die de krant boven het hoofd hangt, blijft ook Voskuil in het ongewisse over het echte verhaal.
In mijn column van 31 januari schrijf ik dat Eva Jinek de duimschroeven aandraaide bij Henk Krol, ook in Een op Een. In zijn hoedanigheid van hoofdredacteur van de Gaykrant spitte Krol ook in het dossier Demmink. Maar ook hij kwam niet verder dan een gesprek dat niet gepubliceerd mocht worden.
De onderste steen boven? Natuurlijk viel die clichévraag bij Kockelmann, want daar wordt het zo langzamerhand ook wel eens tijd voor. Nog los van de speculaties, waarheden of onwaarheden, hoop ik vurig op een openbaring van de zaak door diezelfde media, met Voskuil voorop. De advocaat van Demmink denkt dat zijn cliënt het slachtoffer is geworden van een mediahype. Het eeuwige vooroordeel van de mensen aan de andere kant van het verhaal, die veel belang hebben bij het vertroebelen van de harde werkelijkheid.
Sjaggeraars en regenten. Het eeuwige doelwit, voor ons, het journaille.