“Ik zou dat nooit kunnen!” of “Ik vind het echt cool dat je dat doet!” zijn standaardreacties die ik krijg, als ik mensen vertel dat ik een boek schrijf. Ik word overdonderd aangekeken als ik verder inga op waar mijn boek zoal overgaat en waarom ik het schrijf. In dit artikel wil ik graag ingaan op het schrijven van een boek en wat mij motiveert om het te schrijven.
Allereerst wil ik even vermelden waar mijn verhaal over gaat: twee FBI-agenten worden naar Dartmoor gestuurd om daar een aanslag te onderzoeken. Deze aanslag blijkt gepleegd te zijn door een oude sekte, en langzamerhand komen de agenten erachter dat ze meer met dit genootschap te maken hebben dan ze bij voorbaat dachten.
Wat ik mensen vertel als mij gezegd wordt dat ze geen boek zouden kunnen schrijven is simpelweg dat ze het eens zouden moeten proberen. Ik weet dat het als jongen van 15 een redelijke prestatie is om een (onafgemaakt) boek van ruim 40.000 woorden te schrijven, en ik ben ook trots op wat het tot nu toe is, maar ik vind de reactie “Ik zou dat nooit kunnen” erg kort door de bocht. Ik denk namelijk dat iedereen wel een boek of verhaal kan schrijven. Ja, er gaat veel tijd, fantasie en geduld inzitten, maar als je kijkt naar wat het resultaat kan zijn, is al deze moeite niet voor niks. En daarnaast, zeg nooit nooit.
Schrijven wordt vaak gezien als een therapeutisch middel, en dat is het voor mij op sommige momenten ook wel. Maar ik schrijf mijn boek voornamelijk om gewoon even te ontsnappen uit het hectische en intensieve leven van de doorsnee tiener. Wanneer ik tijd heb duik ik even in een andere wereld, weg van alle cijfers, lessen en boeken. Niet dat het leven van mijn hoofdpersonage veel beter is dan dat van mijzelf, maar het is fijn om je af en toe even in te kunnen leven in een ander persoon en deel uit te maken van een ander leven. Ik praat altijd met veel enthousiasme over het schrijven van mijn boek, en ik beantwoord dolgraag vragen over mijn onaffe boekdeel. Ik denk dat meer mensen van mijn leeftijd net als ik een boek of verhaal moeten gaan schrijven, gewoon om even te ontsnappen van het schoolwereldje om een avontuur te beleven.
Het is ook niet belangrijk waar je over schrijft. Het fijne aan een boek is dat jij uitmaakt wat er gebeurt en wie wat doet. Het verhaal waar ik op het moment is voornamelijk een thriller met horror/drama en romantische elementen. Elke dag ontstaan er weer nieuwe ideeën voor verhalen en ik benut ze niet allemaal, maar ik schrijf de meeste wel op. Al schrijf je maar een verhaal van één of twee kantjes, je zult merken dat je er toch wat aanhebt. Schrijven kalmeert en laat je dingen op een andere manier benaderen. Stel, je bent hopeloos verliefd op iemand, dan kan het nooit kwaad om je emoties op papier te zetten, al is het maar in de vorm van een liedje of gedicht. Je gedachtes en emoties op papier zetten werkt heel rustgevend en zal ervoor zorgen dat je het allemaal op een nieuwe en frisse manier gaat beschouwen.
Ik denk dus dat meer tieners moeten proberen hun ideeën en emoties op papier te zetten. Ikzelf heb gemerkt dat het me kalmeert en dat ik even kan ontsnappen en iemand anders kan zijn. Teveel mensen zeggen te snel dat ze nooit een verhaal zouden kunnen schrijven, en dat hoeft ook zeker geen 40.000 woorden lang te zijn, maar 2 A4’tjes is al genoeg om je emoties en ideeën tot uitdrukking te brengen.