De werkelijkheid is nooit zo zwart-wit als politici en journalisten graag zouden zien. Er zijn veel verschillende versnellingen en grote tegenstellingen zichtbaar binnen de Marokkaanse gemeenschap. Bij een aanzienlijk deel van de Marokkanen is Marcouch inderdaad bepaald niet populair. Dat is een understatement, zoals inmiddels duidelijk mag zijn. Deze groep bestaat ongetwijfeld voor een deel uit de foute en criminele Marokkanen zelf. Criminelen en de grote kring er omheen zijn nooit dol op politici die vinden dat je criminelen hard moet aanpakken en langdurig moet opsluiten.
Dan heb je de Marokkaanse Nederlanders die zichzelf helemaal niet als Nederlander zien, maar in de eerste plaats als Marokkaan. De groep die een sterke wij-zij-mentaliteit heeft ontwikkeld, zoals Marcouch dat zelf netjes noemt. De groep die vindt dat je een collaborateur bent als je integreert in de Nederlandse samenleving, de Nederlanders niet haat en een succes van je leven maakt.
‘Die man heeft het achterwerk van de Duivel gekust!’
Vervolgens is er een grote groep, vooral oudere Marokkanen, die vrijwel niets weet van Nederland, de Nederlandse samenleving, ook eigenlijk niets heeft met Nederland en al helemaal niets begrijpt van de Nederlandse politiek en van de zaken die daar spelen. Dat zijn bijvoorbeeld de ultraconservatieve Kabouter Plop-mannetjes in djellaba’s die na dertig jaar nog steeds geen Nederlands spreken, Nederlanders nooit een blik waardig keuren, alle westerse vrouwen hoeren vinden, al wegzappen bij de reclamespotjes van Fa omdat die te onzedelijk zijn en homoseksualiteit een doodzonde vinden.
Zij zagen plotseling hun ‘moslimvertegenwoordiger’ op de televisie tijdens Gay Pride tussen dansende, in strakke leren broekjes getooide en zoenende homo’s in een boot die door de Amsterdamse grachtengordel voer. Zij dachten: ‘Die man heeft het achterwerk van de Duivel gekust!’
Zij voeden hun zonen ook weer met dit soort verlichte opvattingen op.
Dan is er wel degelijk een groeiende groep die Marcouch van harte steunt, omdat ze ook kunnen nadenken en goed bij hun hoofd zijn. Die groep is heel blij met Marcouch, al was het maar omdat een flink deel van de Marokkanen die wat van hun leven probeert te maken heel goed weet wat er allemaal mis gaat in de gemeenschap en bovendien erg lijdt onder het slechte imago der Marokkanen dat wordt veroorzaakt door de groep foute Marokkanen.
Al jaren kom ik ze tegen en praat ik met ze. Ik zag jarenlang de steunbetuigingen die Marcouch van Nederlanders, maar ook juist van veel Marokkanen uit het hele land kreeg per e-mail. Ze komen naar hem toe op bijeenkomsten en vergaderingen en omringen hem vaak letterlijk.
Deze groep is voor een deel echter nauwelijks zichtbaar omdat ze zichzelf onzichtbaar hebben gemaakt. Voor sommigen is het zelfs als een probleem om met Marcouch samen gefotografeerd te worden, zelfs als ze een paar uur met hem door de wijk gelopen hebben.
Voor de groep die hem steunt is het vaak moeilijk om die steun in het openbaar uit te spreken. De negatieve groepsdruk is groot. Er zijn maar weinig media en journalisten die de moeite nemen om deze Marokkanen te vinden. Ze nodigen bijna altijd weer dezelfde groep uit die overwegend bestaat uit de Marokkanen die de problemen in alle toonaarden ontkennen, the usual suspects.
Jongerenwerker Taoufik ben Yahia uit de Mondriaanbuurt, die al verschillende keren aan het woord kwam in dit boek, kent dat fenomeen uit eigen ervaring. Hij behoort tot de kleine groep die zich wel wil laten zien, horen en ondubbelzinnig zijn steun voor Marcouch uitspreekt, ook al is hij wel degelijk kritisch. Ben Yahia was er zelfs ‘heilig van overtuigd’ dat de grote meerderheid van de Marokkanen in Slotervaart achter Marcouch stond en staat. Ik twijfel daar zelf zeer aan.
‘Ik ben bijvoorbeeld wel eens voor het Hart van Nederland van SBS 6 geïnterviewd. Ik sprak positief over Marcouch, maar mijn fragment hebben ze nooit gebruikt en de fragmenten van vijf andere Marokkanen die heel erg anti-Marcouch waren wel’
‘Wij zijn niet zichtbaar doordat de media altijd een ander beeld tonen,’ vertelde Ben Yahia. ‘Marokkaanse jongens zoals ik, die Marcouch steunen, komen niet in de praatprogramma’s op tv of het nieuws. Ik ben bijvoorbeeld wel eens voor Hart van Nederland van SBS 6 geïnterviewd. Ik sprak positief over Marcouch, maar mijn fragment hebben ze nooit gebruikt en de fragmenten van vijf andere Marokkanen die heel erg anti-Marcouch waren wel. Daardoor krijg je dus dat enorm vertekende beeld.’
‘Er is hier op locatie in Slotervaart ooit een uitzending van Pauw & Witteman opgenomen waar Marcouch één van de hoofdgasten was, maar in de zaal zaten verder echt alleen maar tegenstanders van Marcouch. Dat was niet te geloven gewoon man! Er waren geen medestanders uitgenodigd of die waren weggebleven. Daardoor blijft die groep onzichtbaar en krijg je de indruk krijgt dat Marcouch alleen staat. Maar dat is absoluut niet zo.’
Procesmanager van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA), Mourad Taimounti, was uitgenodigd voor die uitzending van Pauw & Witteman op 17 december 2007 die in het wijkcentrum Eigenwijks in Slotervaart werd opgenomen. Hij is weliswaar een medestander van Marcouch, maar ging niet omdat hij het verloop van het debat al van tevoren helemaal kon uittekenen.
‘Ik had er absoluut geen zin in,’ vertelde Taimounti, ‘want je ziet inderdaad altijd weer dezelfde gasten in die praatprogramma’s. Hoe gaat dat? Je zet Marcouch en nog een paar politici aan tafel en daarnaast nodig je allemaal Marokkaanse jongerenwerkers en een paar Hollandse hulpverleners uit die je in de zaal zet. Dat zijn bijna allemaal mensen die hun brood verdienen aan die groep Marokkanen waar het niet goed mee gaat. Ze hebben kortom een verborgen belang.’
‘Je moet goed Nederlands spreken en niet om de drie woorden het woord “fokking” gebruiken als je praat’
‘Maar de kijker weet dat helemaal niet. Ik irriteer me mateloos aan die groep. Deze Marokkanen gaan aan die politici uitleggen dat de Marokkaanse jongens allemaal zo weinig kansen hebben. Dat zij geen werk kunnen vinden,omdat ze gediscrimineerd worden en daarom maar overvallen gaan plegen.’
Maar ze verzwijgen altijd een paar belangrijke zaken stelde Taimounti vast. ‘Als je namelijk een stageplek of werk wilt vinden, moet je eerst naar school gaan en je opleiding ook afmaken. Je moet goed Nederlands spreken en niet om de drie woorden het woord “fokking” gebruiken als je praat. Je moet wellicht ook iets aan je onbeschofte houding en je gedrag veranderen.’
‘Het moet ook niet zo zijn dat jij tijdens je stagejaar al een paar keer in de bak zit want dan wordt het vinden van een baan inderdaad heel erg moeilijk. Deze feiten worden allemaal verzwegen of ontkend door die groep die je altijd weer op tv ziet. Dat is ook logisch. Want stel je nou voor dat al deze problemen opgelost worden dan zitten al deze mensen zonder baan.’
‘Er wordt voortdurend gesuggereerd dat deze jongens thuis niks hebben, dat ze bij wijze van spreken thuis niet eens te vreten krijgen,’ vervolgde Taimounti zijn relaas. ‘Natuurlijk is er een kleine groep waar dat voor geldt, maar voor de grote meerderheid van die jongens is dat klinkklare onzin. Die jongens hebben computers, scooters en dure mobiele telefoons. Ze bezitten goede en kostbare merkkleding. Maar dat geluid wordt volledig overstemd. De jongerenwerkers in de zaal geven echt iedereen behalve de criminele jongens zelf of hun ouders de schuld van het drama.’
‘Er wordt nooit aan die welzijnswerkers gevraagd: “Wat doen jullie nou eigenlijk om dit drama op te lossen? Hoeveel gezinnen hebben jullie het afgelopen jaar gered?” Want het gaat bij zo’n debat natuurlijk nooit om de oplossingen waar Marcouch mee bezig is. Het gaat om het schoppen van een rel. Wat is er nou interessanter dan een zaal vol Marokkanen die met elkaar aan het bekvechten en ruzie maken zijn? Dat is toch fantastisch joh.’
‘Het is altijd de schuld van Marcouch en de echte boosdoeners zelf zijn altijd onschuldig. Deze jongerenwerkers schreeuwen om het hardst en worden voortdurend in alle babbelprogramma’s uitgenodigd. Het is echt belachelijk. Heel veel Marokkanen durven hun mond niet open te doen, omdat ze dan iedereen over zich heen krijgen. Ik durf het wel te zeggen want ik kan gewoon niet meer verdedigen, wat niet te verdedigen valt. Daarom werk ik ook voor de Stichting Aanpak Overlast. Het irriteert mij mateloos dat de hele Marokkaanse gemeenschap moet lijden onder het feit dat een groep tuig er zo’n puinhoop van maakt.’
‘Helaas zie ik op tv allemaal jongeren die zeggen dat jij en Aboutaleb alleen maar hun eigen mensen willen pakken’
Naar aanleiding van de uitzending van Pauw & Witteman kreeg Marcouch een dankbetuiging per e-mail van één van die onzichtbare Marokkanen met als onderwerp: Dank en trots!
‘Salaam aleikum. Ik wou u bij deze bedanken voor het afgelopen jaar. Zat laatst met mijn moeder te kijken naar het debat bij Pauw & Witteman en ik vond dat u het fantastisch deed. Ik ben zelf ook Amsterdammer van Marokkaanse komaf. Ik vind ook dat het niet langer zo kan met veel Marokkaanse jongeren. Geen woorden, maar daden. Helaas zie ik op tv allemaal jongeren die meteen de slachtofferrol induiken en zeggen dat jij en Aboutaleb alleen maar hun eigen mensen willen pakken. Wij Marokkanen moeten het echter zelf oplossen, anders rennen de autochtonen allemaal naar Wilders. Maar ik zie gewoon te veel Marokkaanse jongens om mij heen die gewoon helemaal niks doen. Ze hebben ook geen opleiding, geen baan. NIKS! Dan roepen ze dat ze gediscrimineerd worden. Dat geldt ook voor hun ouders. Nogmaals: BEN TROTS OP U. GA ZO DOOR!’
Hoe moeilijk het is om de falanx te verbreken en een open debat te voeren, bleek tijdens een uitzending van het programma Rondom 10 op 30 mei 2009 dat geheel aan de problemen rond Marokkanen was gewijd. In de zaal zaten uitsluitend Marokkaanse Nederlanders, een unicum. De meerderheid daarvan bestond uit de bekende werkelijkheidsontkenners. Maar er zaten ook een paar kritische Marokkanen in de zaal. Een Marokkaanse snackbarhouder vertelde dat hij al vijf keer door de Marokkanen in zijn dorp was overvallen. Hij werd vanwege het melden van dit feit enorm aangevallen door een deel van de zaal.
Ik sprak hem later in het gebouw Felix Merites waar het programma werd opgenomen en toen bleek dat hij in werkelijkheid al tien keer door Marokkaanse criminelen was overvallen. Hij durfde dat niet zeggen tijdens de uitzending vanwege de enorme agressie in de zaal.
In de zaal zat ook een moedige Marokkaanse vrouw, Nadia Martosatiman-Laiti, die zich een paar maal zeer kritisch uitliet. Later sprak ik haar uitgebreid. Tijdens de uitzending kreeg Nadia al de toorn van een flink aantal aanwezige Marokkanen over zich heen. De volgende dag werd ze op verschillende Marokkaanse sites met de dood bedreigd. Op één site werd een oproep gedaan om haar ‘een nekschot’ te geven.
Lees ook alle andere hoofdstukken van ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’.