Het lage btw-tarief van 6 procent helpt niet bij het herverdelen van inkomen en is nadelig voor kleinere bedrijven. Ook de Nederlandse schatkist vaart niet wel bij het lage tarief. Dat blijkt woensdag uit onderzoek in opdracht van het Centraal Planbureau (CPB).
Het lage btw-tarief op spullen zoals voeding, drinken, boeken en geneesmiddelen zou moeten helpen om belastingdruk op mensen met een lager inkomen te verminderen.
Maar volgens de onderzoekers is daar nauwelijks sprake van; juist de rijkeren profiteren meer, omdat zij meer geld uitgeven. Ze gaan bijvoorbeeld uit eten en naar musea, terwijl minder bedeelden dat niet doen.
Ook voor het midden- en kleinbedrijf zou het goed zijn om het btw-stelsel aan te passen, zo concluderen de onderzoekers. Onderwijs- en zorginstellingen, banken en bijvoorbeeld ook sportverenigingen zijn vrijgesteld van btw en hoeven die dus niet te rekenen over hun omzet.
Maar ze betalen de belasting wel over hun inkopen. Dit proberen ze te voorkomen, door diensten intern uit te voeren. Dat scheelt ze immers geld.
Ondernemers worden daardoor niet ingehuurd om de klussen te klaren en dat is verstoring van de concurrentie.
Volgens de onderzoekers is het voor de welvaart van een land beter om de btw-tarieven gelijk te trekken en de lagere inkomens te helpen via inkomstenbelasting en uitkeringen.
In de Tweede Kamer leidt het CPB-onderzoek niet meteen tot een pleidooi om het lage tarief aan te passen. De PvdA is er niet voor om “zomaar boeken en dagelijkse boodschappen zoals brood, groente en melk 15 procent duurder te maken”, zegt PvdA-Kamerlid Henk Nijboer.
Maar, als “eerlijk delen beter en efficiënter kan”, wil de PvdA dat bekijken bij een herziening van het belastingstelsel.
Ook SP-Kamerlid Arnold Merkies waarschuwt dat als het lage btw-tarief wordt verhoogd, dat leidt tot duurdere boodschappen. En gezinnen met weinig inkomen worden dan relatief zwaarder getroffen omdat zij een groter deel van hun inkomen aan voedsel besteden.
Anp