Een jongere, idealistischere, nog niet door de buitenwereld verharde versie van brUmar: Graurie. Refresh-hoofdredactrice Grieke en TPO-stagiaire Laurie schrijven elkaar wekelijks over actualiteiten die enig belang hebben voor hun generatiegenoten.
Beste Grieke,
Gisteren interviewde jij staatssecretaris Sander Dekker over zijn nieuwe plan om ‘toptalenten’ extra uitdaging te bieden op school. Ik weet dat jij er anders over denkt, maar ik vind het plan gruwelijk. Sommige deskundigen spraken in de media van ‘hulde’: eindelijk een einde aan die zesjescultuur. Hoge cijfers halen, het schijnt tegenwoordig enige status te geven. En nee, ik doel niet op het denigrerende ‘nerd’.
Als controlefreak met faalangst deed ik niet aan zessen op de middelbare school. Alles onder een acht stond gelijk aan falen. Echter, tot mijn eindexamenjaar had ik nog nooit een voldoende voor wiskunde gehaald. Maar dan ook echt nooit. Ik kreeg simpelweg een black-out als ik een wiskundeboek opensloeg. Op een gegeven moment kapte ik daar dan ook maar mee, dat boek openslaan. Docenten gaven het op. (Niet dat ze echt een poging deden). Ik ‘kon’ het simpelweg niet. En dat was dat. Totdat ik anderhalf uur in de week bijles kreeg van een bevriende natuurkunde-docent.
Op mijn havo-eindexamenlijst prijkt dankzij de beste man een acht voor wiskunde.
Afijn, wat dit voor relatie heeft tot het toptalenten-idee? De reden dat ik faalde in wiskunde – terwijl ik het blijkbaar wel kon, anders slaag je ook met bijles niet met een acht voor je eindexamen – was de sociale druk die ik voelde van mijn omgeving en docenten. De angst het niet te kunnen. Niet goed genoeg te zijn. Dus het dan maar gewoon geheel vermijden.
Ja, er zijn zeker scholieren die we kunnen definiëren als onderpresteerders omdat ze niet genoeg uitdaging krijgen. Maar ik denk dat er een nog grotere groep is die onder hun niveau presteert dankzij de druk die op hun schouders wordt gelegd. Neem het eindexamen: het is verdomme alsof je leven ervan afhangt. Als jij volgend jaar eindexamen doet, begrijp je wat ik bedoel. Als ik terugkijk, zo’n anderhalf jaar later, wens ik dat ik mijn middelbare schooltijd meer had verspild aan spijbelen in de zon en gelukkig zijn met vrienden die het leven ook allemaal nog niet snapten, in plaats van nachtelijke paniekaanvallen omdat ik omgekeerde evenredigheid niet begreep.
De druk waar ik het over heb, begint tegenwoordig al op de basisschool. Mijn moeder zit inmiddels langer dan 25 jaar in het onderwijs en begeleidt als intern begeleider kinderen die extra aandacht nodig hebben. Ik hoor verhalen van kinderen die in huilen uitbarsten omdat ze niet ‘goed’ of slim genoeg zouden zijn. Er was ook een jongetje dat thuis heel baldadig reageerde op zijn omgeving, omdat hij zo bang was dat hij die teleur zou stellen met zijn schoolresultaten. (Kinderlogica enzo). Het kind in kwestie was zeven jaar oud.
Overigens ironisch: ik belde mijn moeder zojuist even om te vragen of het oké was als ik bovenstaande situaties voor dit artikel zou gebruiken. Ze zei dat ze moest ophangen, omdat er kinderen met ‘dikke tranen’ bij haar stonden te huilen omdat ze hun Cito-score onder ogen hadden gekregen.
Ik twijfel met al het bovenstaande absoluut niet aan het belang van onderwijs. Taal- en rekenvaardigheden zijn cruciaal. Achterstanden moeten we met man en macht verhelpen om kinderen voor toekomstige problemen in de maatschappij te behoeden. Maar het aantal jongeren onder de 18 dat psychische hulp zoekt voor depressie- of burn-outklachten blijft stijgen. Tevens sterven jongeren tegenwoordig net zo vaak dankzij zelfmoord als door een auto-ongeluk. (Wat overigens niet impliceert dat depressie of zelfmoord simpel ligt, maar prestatiedruk speelt een rol in die stijgende cijfers). En ook de perfectionistische ‘toptalenten’ zullen aan de prestatiedruk bezwijken als niemand ze tegen zichzelf in bescherming neemt. Een plan van tweeëntwintig bladzijden over hoe we talenten meer uitdaging kunnen geven, vind ik dan zorgwekkend. Laat de heer Dekker zich liever druk maken om welke invloed de nieuwe Jeugdwet omtrent psychische hulp gaat hebben op schoolresultaten.
Zoals Hannah Arendt ooit schreef: educatie moet moet een kind klaarmaken voor de grotemensenwereld. Niet voor de psychiater en zestig milligram Fluoxetine bij hun ontbijt. Kunnen kinderen niet gewoon weer kind zijn? Kunnen we ze niet gewoon leren hun eigenwaarde te verlenen aan hun behulpzaamheid, hun oprechtheid en positiviteit in plaats van een cijfer of score? De psychische gevolgen van de mentaliteit in het huidige onderwijs worden gevaarlijk onderschat. En tot slot: wat heeft een kind aan een vwo-diploma met extra toevoegingen in een bureaucratische, in hokjes denkende samenleving als het doodongelukkig is?
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
Laurie