Muziek heeft geen evolutionaire noodzaak. Zonder muziek raakt de menselijke soort niet in gevaar. Het genotsmiddel hebben we, in tegenstelling tot eten of seks, niet nodig.
Een uitgebreid artikel in de Sir Edmund van 15 maart 2014 ging in op het onderzoek naar muziek en emotie. ‘Voor het voortbestaan van de soort is het niet nodig en toch is de mens een muzikaal dier. Hersenonderzoekers willen nu weleens weten waarom.’
Het is aangetoond dat muziekliefhebbers dopamine aan maken als ze naar hun favoriete compositie luisteren. Bewijzen voor het intense gevoel dat muziek kan oproepen tonen aan dat er een verband bestaat tussen muziek en de primitieve hersenstructuren die betrokken zijn bij motivatie, beloning en emotie.
‘Onder invloed van verschillende toonsoorten maakt uw limbisch systeem chemische boodschappers aan die u prettig of weemoedig stemmen en rustig of ongedurig maken. het hartritme past zich aan de muziek aan, evenals de adem, de bloeddruk en de elektrische geleidbaarheid van de huid – om maar een paar zaken te noemen.’ Daarnaast lijkt onze grijze massa er voldoening in te vinden om hun innerlijke puls af te stemmen op een puls in de buitenwereld.
Niets is inderdaad fijner dan je favoriete muziek op te zetten. Ontzettend vervelend is het ook om muziek te luisteren die je echt vreselijk vindt – je hersens weigeren opstandig hun puls aan te passen en zo botsen de stromingen in de ruimte. Gevolgd door een gevoel van noodzaak om je te bewegen naar de knop die de rust in de ruimte zal terugbrengen (next).
Elke keer merk ik weer dat mijn muziekvoorkeuren onbewust worden afgestemd op mijn liefdesvoorkeuren. Wanneer mijn oog valt op een nieuwe liefde, wil mijn oor ook wat. Natuurlijk heb ik een vaste kern van muziek waar mijn hersenen graag op pulseren (te weten Bon Iver en dergelijken, maar ook Beyoncé stemt me erg gelukkig), maar uitstapjes worden gemaakt.
Een tijdje dacht ik dat ik oppervlakkig was. Dat ik me te makkelijk liet beïnvloeden door externe factoren. Maar na het lezen van dit artikel durf ik te geloven dat mijn wisselende muzieksmaak misschien niet wordt veroorzaakt door oppervlakkigheid, maar door een onbewust verlangen om samen met mijn geliefde te resoneren – al dan niet op afstand. Het idee van onze hartslag, die even hard zou gaan. Hij ademt in, ik adem uit. De verwachting van de climax van het nummer, de voldoening wanneer deze bereikt is. Een samenzijn gebaseerd op hersengolven – wat een romantiek.
John Legend is langsgekomen. John Mayer, recentelijk. Friday Night Boys, vele jaren geleden. Jack’s Mannequin. Drake, Artic Monkeys. Majestic. Notorious BIG. M’n hart blijft nooit ongevoelig bij het horen van ‘My Boo’ van Alicia Keys en Usher – het liedje van m’n eerste vriendje. En hoe kan het dat ik voorheen geen nummer van Alt-J af kon luisteren, maar nu regelmatig snak naar het ‘I love you so I love you so’ van Breezeblocks?
Het brein, het lichaam, is een raadsel. Het hart, de liefde, is dat ook. De Vlaamse hoogleraar Reybrouck hoopt over 15 jaar de evolutionaire oorzaak van muziek uitgeklaard te hebben. Hopelijk heb ik tegen die tijd ook iemand gevonden om blijvend mijn hersens op af te stellen, om samen te resoneren, door tijd en ruimte heen.
Beeld: Shutterstock