Soms wordt er muziek gemaakt die net even wat meer raakt dan je reguliere radioliedjes. Voor mij is dat Aladdin Sane van David Bowie, Out of the Game van Rufus Wainwright of het werk van Supertramp en ELO. Er is een nieuw album dat daaraan toegevoegd mag worden. De Dijk sloeg de handen ineen voor een toer met het Amsterdam Sinfonietta en bracht één van de concerten op cd uit onder de noemer Dijkers & Strijkers.
De Dijk werd opgericht in 1981 en is bekend van nummers als Als ze er niet is, Ik kan het niet alleen, Mag het licht uit en Bloedend hart. De typerende, doorleefde stem in combinatie met de fantastische muzikanten zorgen ervoor dat de band nog steeds met furore meegaat. Een eerdere samenwerking van de band is ook niet onopgemerkt gebleven, in 2010 sloegen ze de handen ineen met Solomon Burke.
Het Amsterdam Sinfonietta werd zeven jaar later dan De Dijk in 1988 opgericht. Uniek aan dit ensemble is dat de gespeelde muziek varieert van barok tot hedendaagse muziek. Ze namen muziek op van Mozart tot Gerschwin en wonnen de afgelopen jaren onder andere de prestigieuze Edison Award en Diapason d’Or.
Oorspronkelijk was Dijkers & Strijkers een toer onder de naam Breder dan klassiek: verschillende bekende werken van De Dijk zijn opnieuw gearrangeerd voor het Sinfonietta en de band. Ook zijn Mathilde van Jaques Brel, Vijf Uur van Ramses Shaffy en de nieuwe compositie Schedels en Knekels van zanger Huub van der Lubbe toegevoegd aan het oeuvre. Deze werken zijn samen met een aantal klassieke werken ten gehore gebracht in een concertreeks in januari van dit jaar.
Een simpelweg briljante combinatie. Waar de stem van Van der Lubbe normaliter de muziek draagt, is er op Dijkers & Strijkers een perfecte balans gevonden tussen het orkest en de band. De gitaren zijn getemperd en de strijkers voeren samen met de piano de boventoon. Toch is het ouderwetse poprockgeluid niet helemaal weg en is er toch nog het ouderwetse De Dijk-geluid te horen. De klassiekers van de band zijn omlijst door het orkest en dat gebeurt op unieke wijze. Van vallende strijkers tot virtuoze piano’s, zonder ook maar een valse noot te laten vallen of timing die mist. Deze mensen zijn niet zomaar muzikanten, dit is één van de betere ensembles waar we in Nederland trots op kunnen zijn die samenwerkt met een duidelijk ervaren en nog lang niet uitgebluste band.
Op nummers als Groot Hart (De Dijk) en De Muzikant (uit Die Winterreise van Schubert) speelt de accordeon een grote en gepaste rol. Ook de covers van Brel en Shaffy komen goed uit de verf. Vijf Uur is wellicht één van de weinige waardige Shaffy-covers die ooit is gemaakt. Van der Lubbe zingt met zoveel passie en gevoel dat hij bijna het Shaffy-gevoel naar boven kan halen. Een andere prachtige toevoeging aan dit oeuvre is Goethe’s gedicht Wie Geen Verlangen Kent, die op muziek werd gezet door Tsjaikovski. Het nummer werd vertaald door Van der Lubbe en lijkt voor hem geschreven.
Maar het mooiste van dit album is wel dat je er niet bij hoeft zijn geweest om ervan te genieten. Waar op de meeste live-albums toch wel flink wat valse noten of storend publiek te horen is, is Dijkers & Strijkers een album dat klinkt alsof het in de studio is opgenomen, met af en toe een applaus. Alles klinkt zuiver. Het laat de kwaliteit van alle meewerkende muzikanten zien. Om nog maar te zwijgen van de ingenieuze arrangementen van alle nummers. Geen pop, geen rock, geen klassiek, een perfecte combinatie van dit alles.
Sluit je ogen en luister. Je zult je geen moment vervelen.
Helaas kwam het album een klein maandje na de releasedatum pas bij ons binnen. Betekent wel dat je ‘m gewoon meteen op Spotify kunt luisteren.