In het mysterieuze drama van de zoektocht (inmiddels met eigen wikipagina) naar de op 8 maart verdwenen Malaysia Airlines Boeing 777 vlucht MH370, debuteert een nieuwe oude Boeing in haar Search&Rescue taak (SAR). Een van de twaalf vorig jaar in gebruik genomen Boeing P-8A Poseidon multi-role patrouillevliegtuigen van de Amerikaanse marineluchtvaartdienst zoekt mee in de inmiddels tot 7.7 miljoen vierkante kilometer vergrootte zoekgebieden.
De P-8A Poseidon is afgeleid van de Boeing 737-800. De 737-800 is een nieuwe generatie van dit tweemotorige verkeersvliegtuig voor middellange afstand dat debuteerde in 1968. De P-8A, waar de US er 117 van in dienst wil nemen, met India (8) en Australië (8) als aanvullende afnemers, gaat de viermotorige Lockheed P-3 Orion turboprop vervangen. Een toestel dat zes jaar eerder dan de 737 in gebruik werd genomen (1962 US Navy). Het nieuwe is in de basis dus maar zes jaar jeugdiger dan het oude.
Toch zijn de verschillen veelal een veelvoud van zes jaar. Dit naast het verschil tussen jet (P-8) en prop (P-3), wat voor de P-8 een topsnelheid van 890 km/u betekent versus praktisch 650 km/u voor de P-3. Het verschil in vliegbereik en missieduur is relatief klein. De P-8 kan vier uur patrouilleren op circa 2200 kilometer afstand van het vertrekpunt, tegen 3 uur op 2400 kilometer voor de P-3. De generatieverschillen zitten in de gebruikte apparatuur. Daar de oude Lockheed, waar Nederland er 13 van in gebruik heeft gehad, meermalen is geüpgrade met nieuwere apparatuur, is het generatieverschil met de P-8 in ‘elektrieke’ capaciteit soms kleiner dan je zou verwachten.
De oude Orion deed het sinds de P-3C uitvoering en upgrades hiervan ook niet meer ‘analoog’ op buizen en elastiekjes. De AN/APS 137D zoekradar van latere Orions is al een modern klinkende Inverse Synthetic Aperture zoekradar. Een hoge resolutie radar in staat om tweedimensionaal het zeeoppervlak af te tasten, wat het vinden van bijvoorbeeld een onderzeebootperiscoop of drijvend 777 onderdeel makkelijker maakt tegen de ‘valse’ radarreflectie van het zeeoppervlak zelf. De acht (uit 23 zoekende vliegtuigen) naar de vermiste 777 speurende P-3 Orions kunnen op ideale zoekhoogte met hun neusradar bij kalme zee op maximaal circa 18 kilometer afstand een drijvend vlak metalen object van plusminus 35×35 centimeter detecteren. De (infrarood) warmtebeeldapparatuur aan boord van patrouillevliegtuigen zoals de P-3 Orion heeft een korter detectiebereik. Wel is dergelijke apparatuur nauwelijks afhankelijk van de vorm of samenstelling van te detecteren objecten.
P-8A Poseidon (foto: US Navy)
Torpedodrop (foto: US Navy)
Hoeveel verder de meer geavanceerde AN/APY-10 radar aan boord van de P-8A Poseidon een stukje 777 kan ontdekken is een vraagteken. De AN/APY-10 is een gefaseerd scannende AESA (Active Electronically Scanned Array) nazaat van de Orions AN/APS 137 radar. Om bepaalde zoekeigenschappen te verbeteren is de AESA-scanmodule van de AN/APY-10 toch conventioneel zwenkend in de neus van de P-8 geïnstalleerd daar het (alleen) elektronisch scannen niet in alle opzichten een beter ‘plaatje’ oplevert bij zeeoppervlak zoekfuncties dan een mechanisch scannende radar. De achterliggende radartechnieken zijn ‘rocket science’, wat wiki hier in het Nederlands summier uitlegt. Alternatief is er voor geïnteresseerden een diepere analyse van de radar in de neus van de P-3C Orion (.pdf). Dit toestel in wereldwijd gebruik (18 landen) zal nog jarenlang een belangrijk Search&Rescue platform blijven.
Mocht u kans lopen verloren te raken op zee, weet u dat iets prettig radarreflecterends bij u hebben uw overlevingskansen vergroten. Hoewel zeker niet de beste optie, is een paar stroken opgevouwen alufolie in uw binnenzak het simpelste en goedkoopste SAR-hulpmiddel. Voor deze en betere opties meer bij theradarreflectorsite.org (.pdf). Stroken aluminium ‘chaff’ in uw binnenzak betekent mogelijk wel enige uitleg bij het passeren van detectiepoortjes op vliegvelden.
P-8A Poseidon
Vroeger
(Titelfoto: P-8A US Navy)