‘Marokkanen? Ik heb ze liever dan Hollanders’

24-03-2014 14:07

Gastarbeiders. Een kwalificatie uit de zestiger- en zeventiger jaren, toen een normaal begrip voor de Marokkanen, die maar een tijdje in ons land zouden verblijven. Het toenmalige beleid van het kabinet Den Uyl (PvdA). Ze kwamen bij ons thuis over de vloer, die eerste gastarbeiders. De Abduls, de Karifs en de Abdelkaders.

Lieve mannen die mijn vader, voorman bij Conimex, rijsttafelproducten in Baarn, op handen droegen. Als chefje van een productieafdeling waar de ketjap en de sambal werden geproduceerd, zwaaide mijn vader de scepter over de eerste generatie Marokkanen. Mannen die moederziel alleen, zonder familie, het avontuur aangingen en in een goedkoop pensionnetje onderdak en een rare, Hollandse maaltijd vonden. Soms krakkemikkige pandjes, niet goedgekeurd door de brandweer, met alle gevolgen vandien.

Nederige houding

“Ik heb ze liever dan Hollanders”, liet mijn vader zich vaak lyrisch uit over de nieuwkomers. “Ze zijn loyaler, werken harder en zijn veel trouwer aan mij en aan de fabriek.” Natuurlijk was het wel even wennen voor mijn zus en ik met dat ‘vreemde’ volkje over de vloer, want wat wisten wij in godsnaam van én over Marokko. Toen nog geen populair vakantieland, dus alles wat van buiten kwam was per definitie ‘uitheems’, in ons eenvoudige arbeidersgezin.

Wat me vooral is bijgebleven is de nederige houding van de nieuwe collega’s van mijn vader. De dankbaarheid spatte er vanaf. Tijdens moeizame conversaties door de taalbarrière, kon ik desalniettemin het eergevoel proeven onder de Marokkanen, dat ze hier überhaupt mochten komen werken. Nederland opende voor het eerst haar deuren en grenzen voor deze groep. Onze gastvrijheid werd door de nieuwkomers als een privilege ervaren, harmonie alom en nooit een onvertogen woord. Hooguit wat wrijving in de fabriek omdat de Marokkanen tegen een groep Nederlandse fabrieksarbeiders aanliepen, die regelmatige met de politie in aanraking kwam vanwege crimineel gedrag. De omgekeerde moraal dus, en die zijn we in de deining van vandaag jammer genoeg al lang weer vergeten.

Gastarbeider

In 1973 waren er ongeveer 22.000 Marokkanen in ons land. In 1980 168.00, in 2008 335.127 en in 2011 355.883 (eerste en tweede generatie samen). Het begrip gastarbeider is niet alleen achterhaald, maar kreeg in de loop van de tijd een beladen betekenis, met een zweem van discriminatie. Mijn vader werd ernstig ziek, zowel psychisch als lichamelijk. De weg terug naar de fabriek was onmogelijk. In het ziekenhuis onderging hij een zware slaapkuur tegen depressiviteit en chronische overspannenheid, die hij feitelijk nooit meer te boven zou komen. Aan zijn bed dagelijks zijn trouwe medewerkers, vooral de Marokkanen sloegen geen dag over. En als ze onverhoopt toch verhinderd waren, stuurden ze lekkernijen of bakten ze zelf Marokkaanse gerechten, die wij eerst met argusogen bekeken en vervolgens liefdevol naar binnen werkten. “Wat een boer niet kent, dat vreet ie niet”. Zoiets?

Weemoed

De nazaten van de eerste generatie Marokkanen kregen een nieuw etiket mee van ‘allochtoon’. Klinkt veel agressiever dan gastarbeider en wordt in de heftige discussie rond de uitspraken van Wilders dan ook zwaarder aangezet om je ongenoegen over die groep te uiten. Tijdens de commotie van de afgelopen dagen en de leegloop binnen de PVV kijk ik even met weemoed terug naar de eerste Marokkanen uit mijn jeugd. Een bijzondere ervaring, die nieuwsgierigheid bij me opwekte, die ik later kom bevredigen tijdens mijn reizen door Europa.

Hier in Loenen aan de Vecht ken ik zowel Marokkanen als Turken, het zal u verbazen, we hebben ze echt in dit kakdorp. Vooral mannen die in de horeca werken, in loondienst of een eigen zaak runnen. Niet allemaal vernederlandst, mijn Turkse vriend Achmed speelt dagelijks met de gedachte om terug te keren naar zijn geboorteland, waar zijn familie en zijn huis al op hem wachten. Achmed heeft alleen een groot probleem. Zijn vrouw en zonen geven de voorkeur aan Nederland.
Mensen die Achmed niet goed kennen, denken de afgelopen week dat hij wel eens een Marokkaan zou kunnen zijn. Wij, Nederlanders, autochtonen, kunnen door het haatzaaien van Wilders geen onderscheid meer maken tussen een Marokkaan of een Turk. En ons verdiepen in beide culturen om de verschillen te proeven, kost ook al teveel moeite.

Het gaat per definitie om een buitenlander die ons in de weg zit, crimineel is en onze banen afpakt. Dus weg ermee. Misschien mooi om even stil te staan bij het tijdperk waarin het wel mogelijk was om harmonieus met elkaar om te gaan. Met respect voor de andere cultuur, gewoontes en gebruiken. De jaren van mijn pubertijd.