Opeens stond ‘ie er: Olli, het schele olifantje. Nadat jarenlang de Rotterdamse Verzekeringsmaatschappij ASR de Rotterdamse voetbalploeg sponsorde, had diergaarde Blijdorp met boegbeeld Olli de macht in de Kuip overgenomen. Hein Mevissen en Diederiekje Bok bedachten Olli’s coup. “We hadden eigenlijk onze focus verlegd naar films en wilde geen reclameklussen meer aannemen maar in maart 2012 werden we benaderd door ASR om het hele merkenportfolio onder handen te nemen.”
Bok en Mevissen namen de klus aan onder de voorwaarden dat zij volledige vrijheid kregen en vanuit LA konden blijven werken en dat de duur van samenwerken 1,5 jaar zou zijn. ASR accepteerde dit en Bok en Mevissen ontwikkelde een buitengewone campagne met een duurzame strategie, iets waar kenmerkend is voor hun werk.
“In veel van onze reclame-opdrachten legden we een extra laag, het gaat in onze optiek niet alleen om de reclame-uiting, maar ook om de mogelijkheid mensen te helpen. ASR benaderde ons toen ze hun reclame- en marketingstrategie wilden omgooien. We zijn teruggegaan naar de kern van het verzekeringsbedrijf: dat is in wezen niets anders dan het helpen van mensen die het moeilijk hebben. Je kunt je hele budget wel uitgeven aan reclamefilmpjes, maar is het niet mooier om dat geld te gebruiken om iemand te helpen?”
Het is de handtekening van Bok en Mevissen. Ze gaan op een speelse, heldere manier terug naar de basis van het merk en proberen op die manier wat terug te geven aan de consument. Hun geloofsovertuiging is dat loyaliteitsvraag is omgedraaid en dat het merk iets terug moet doen, terug moet geven aan maatschappij en consument. Ze ontwikkelden een buitengewone campagnestrategie met een duurzame toekomst voor ASR. Een strategie die terug gaat naar de basis van verzekeren: mensen en instanties helpen door het mediapodium weg te geven en actief te helpen in plaats van zomaar geld te doneren.
“Ons oog viel direct op de al twintigjarige shirtsponsor van Feyenoord. Daarbij wilde ASR af van het sponsorschap. Wij zagen dit als de kans: We hebben voorgesteld om het laatste seizoen het shirtsponsorschap weg te geven aan een Rotterdamse partij die aandacht nodig heeft: Diergaarde Blijdorp. Twee Rotterdamse iconen, te weten Feyenoord en ASR laten zo zien dat ze die derde icoon, Blijdorp, willen helpen. Het voorstel werd tot onze verbazing enthousiast ontvangen door zowel ASR, als Feyenoord en natuurlijk Diergaarde blijdorp. De vraag die toen opkwam was hoe het onder de supporters zou vallen.”
Dat is het laatste wat ik me zou afvragen eerlijk gezegd. Kan het de supporters schelen dan wie er op de shirts staat?
“Nou het was best spannend of Olli zou aanslaan. Het shirt is heilig, daar verander je niet zomaar wat aan. Er zit meer emotie achter. De eerste wedstrijd met Blijdorp als shirtsponsor was op 27 januari 2013 en zelfs de Feyenoord hooligans waren enthousiast. Inmiddels is Opel de sponsor van Feyenoord, maar Rotterdam is wel Olli minded geworden, hij leeft enorm onder de Rotterdammers. Er is Olli grafitti, bakkers maken Olli gebak, Olli oorbellen, het is hartstikke leuk om te zien. Om de dierentuin blijvend te helpen, hebben we van Olli een apart zelfstandig merk gemaakt waarvan de winst altijd naar Diergaarde Blijdorp zal blijven gaan. Eind vorig jaar is de 100.000ste Olli verkocht, via de website www.ollimania.com zijn er ook shirtjes te krijgen en wordt de Olli merchandise uitgebreid.”
Een jaar na dato zijn Hein, Diederiekje én Olli er klaar voor om Olli’s faam wereldwijd uit te rollen. Vanuit Los Angeles. Want Olli is een Rotterdamse wereldolifant wiens verjaardag van 22 maart tot 10 april wordt gevierd. Speciaal voor het éénjarig jubileum organiseren Feyenoord en Diergaarde Blijdorp de Olli-weken. Tijdens de Olli-weken zijn er speciale Feyenoord activiteiten in de Dierentuin, zo kun je met het speciale Feyenoord Dierenselectie boekje ontdekken wat de favoriete dieren zijn van de Feyenoord-spelers. Ook heeft Mevissen een speciaal Olli- Feyenoord Supporters sjaaltje gemaakt dat alleen tijdens de Olli-weken te krijgen is en de grote Olli zal de sjaal ook dragen in zijn maat. Kortom, het is drie weken lang de verjaardag van Olli, met echte Olli taart en Olli menu’s en een Olli loterij waarbij je mooie prijzen kunt winnen, waaronder drie ingelijste originele Olli tekeningen van de ontwerper Hein Mevissen.
Is de volgende stap Ajax overnemen?
“Ik weet niet of dit ook in Amsterdam gelukt zou zijn. Rotterdam is wat samenhangender, trouwer. 020 is wat eh…wat kouder.”
Olli’s wereldheerschappij vind ik ook veel spannender.
“Dat willen we heel graag maar het moet allemaal wel nog gedaan worden. Wat wij willen en wat we met Olli hebben geprobeerd, is het creëren van extra inkomsten bovenop de kaartverkoop van Blijdorp. Ze hebben door Olli een extra attractie erbij gekregen. Daarbij komt dat wij houden van producten maken. We gaan door met Olli als merk, geven licenties af en hebben leuk contact met de dierentuin. Momenteel werken we aan een Olli kinderboek; Diederiekje schrijft en ik illustreer. We zijn in gesprek met een Spaanse schoenenfabrikant die Olli schoenen wil maken, er is een rugzak, er zijn shirtjes, een Olli die je aan kunt kleden lijkt me geweldig. Hoewel er ook veel Olli buiten Rotterdam verkocht wordt, is het toch redelijk Nederlands. We denken niet in grenzen, maar zijn stapje voor stapje bezig met shirtjes en andere producten.
‘We zijn in gesprek met een Spaanse schoenenfabrikant die Olli schoenen wil maken, er is een rugzak, er zijn shirtjes, een Olli die je aan kunt kleden lijkt me geweldig’
“Het zou te gek zijn om in LA een Olli-shop te openen. Ik weet zeker dat heel Beverly Hills een Olli wil hebben, puur omdat ze niet snappen waar het om gaat. ‘Olli from Rotterdam’ – niemand durft te vragen waar het ligt. Die Rotterdamse roots van Olli, de heritage, is belangrijk. Dat moet blijven. Onze agent in Los Angeles heb ik Olli kado gegeven; ik heb hem het verhaal uitgelegd en hij werd er heel enthousiast van. Niet dat hij weet waar Rotterdam ligt, anders dan in Zweden en naast Amsterdam. Maar dat maakt niet uit. Ik geloof in het Amerikaanse systeem van bedrijfssponsoring. Dat werkt veel dynamischer. Bedrijven en particulieren sponsoren hier musea en ziekenhuizen met een vleugel. De naamsvermelding is een eer.”
Hoe komen twee Nederlanders, van wie één met een Limburgs accent spreekt, in Amerika terecht?
“Ik heb twintig jaar in Amsterdam gewoond en dat heeft inderdaad niet geholpen wat mijn accent betreft. In 2008 waren we hier om een commercial te draaien voor een Duitse klant, toen we benaderd werden door een agent van de Creative Artists Agency. Ik wist niet zo goed wat het betekende, maar dat is best wel een ding hier. Je kunt daar niet zomaar bij komen maar wordt gevraagd. Ze vroegen of ik feature films wilde draaien, vooral mijn MTV werk vonden ze interessant. Al die filmpjes zijn korte speelfilmpjes op zich. Inmiddels wordt het MTVrocket filmpje ontwikkeld tot speelfilm.
‘Ik geloof in het Amerikaanse systeem van bedrijfssponsoring. Dat werkt veel dynamischer. Bedrijven en particulieren sponsoren hier musea en ziekenhuizen met een vleugel’
“Naast mijn eigen werk krijg ik scripts aangeboden en pitch ik veel. De film is hier echt een industrie, die we in Europa niet kennen. In Europa valt film onder cultuur en kom je snel in het web van subisdies terecht. Hier is veel entertainment en gelden de regels van geld, deze zijn hard maar wel lekker duidelijk. Ik vind het leuk om even in Nederland te zijn, maar ben altijd weer blij om weer terug te gaan. Ik zou hier nooit meer weg willen. Het klopt allemaal.”
Jullie zijn veertig plus en zijn dus op best late leeftijd vertrokken uit Nederland. Spijt dat je niet eerder bent gegaan?
“Voor makers, bedenkers is leeftijd geen grens, kijk bijvoorbeeld naar Clint Eastwood die op zijn 82ste de mooiste films maakt en er ook in speelt. Daarbij heb ik vanaf het begin van mijn regiecarrière veel internationaal werk gemaakt, alleen woonde ik inderdaad nog in Nederland. Maar als ik op mijn 19de had geweten wat ik nu wist, was ik wel naar de VS vertrokken in plaats van naar de randstad. Dus een beetje spijt heb ik wel maar ik kom uit een klein dorp en verhuizen naar Amsterdam was al heel wat. En uiteindelijk is er nooit een juist moment, je moet het gewoon doen. Entertainment is hier uitgevonden, het leven is harder, iedereen moet wat van elkaar en ik vind dat wel lekker. Talent vinden ze fijn, iedereen wil je omhoog duwen – om geld aan je te verdienen, maar wat is daar mis mee?
‘Talent vinden ze hier in L.A. fijn, iedereen wil je omhoog duwen – om geld aan je te verdienen, maar wat is daar mis mee? In Nederland is het precies andersom: je moet vooral niet te succesvol worden, dan snaaien ze je hoofd er vanaf. Hoe langer ik hier zit en naar Nederland kijk, hoe meer ik denk: waarom moet het zo moeilijk?’
“In Nederland is het precies andersom: je moet vooral niet te succesvol worden, dan snaaien ze je hoofd er vanaf. Hoe langer ik hier zit en naar Nederland kijk, hoe meer ik denk: waarom moet het zo moeilijk? Verman je en dóe wat. Dat is de mentaliteit in Amerika. Je kunt wel klagen over de crisis, wijzen naar anderen en met name de politiek, maar uiteindelijk moet je het gewoon zelf doen. En weggaan, ergens opnieuw beginnen… ach je leeft maar één keer. Het is fijn om elke keer weer uit de comfort zone te stappen. Het levert veel meer op.
“Veel mensen willen wel ondernemen of ZZP’en, maar kunnen het niet. Het is een heel ander soort leven als je altijd voor jezelf moet zorgen, zelf moet zorgen dat je geld verdient, dan wanneer je enige zorg is wat er op je visitekaartje voor functie staat. Hier zegt iedereen: what can you do, you have to work. Dóórgaan. Zorg ervoor dat je zo weinig mogelijk ballast hebt, dan pas ben je vrij. Vrij zijn is voor mij het hoogste goed, vanuit daar kun je creëren en bewonderen”
Dit interview werd eerder gepubliceerd op Fabmagazine.nl