Bijna vielen ze in 2012 uit elkaar. Maar ze raapten zichzelf bij elkaar een maakten van de ellende gebruik om een nieuw album te maken. Alle frustratie en woede van de Kaiser Chiefs ging in Education, Education, Education & War zitten, het vijfde album van de Britse band dat afgelopen vrijdag verscheen.
In 2005 maakt Nederland voor het eerst kennis met de Kaiser Chiefs als ze met het nummer Oh My God een bescheiden hit scoren. Maar ze zijn al langer bezig, voordat ze hun naam veranderden, zijn ze bekend als Parva. Geen succes: ze brengen drie singles uit, worden samen met een belastingschuld gedumpt door hun platenmaatschappij waardoor ze noodgedwongen een gewone baan moeten zoeken. De mannen geven teveel geld uit aan optredens waar niemand komt kijken, erg rooskleurig ziet de toekomst er niet uit. Tot Oh My God.
Maar sinds 2008 is het stil rondom de mannen in Nederland. In Belgie scoren ze in 2011 nog een hit met Little Shocks, van het album The future is medieval. Dan gaat het mis. Drummer en een van de oprichters Nick Hodgson besluit in december 2012 de band te verlaten. Er is een keuze voor de band: ervan genieten een van Engeland’s favoriete bands of doorgaan met een nieuw album.
Ze kiezen ervoor om door te gaan en schrijven een album met een politieke lading: de titel refereert naar Tony Blair’s toespraak uit 2005 over de kracht van onderwijs. Frustratie over crisis en oorlog is duidelijk terug te horen in het album. Dat laatste vooral in het nummer Cannons waarin aan het eind van het nummer wordt verteld uit het dagboek van een soldaat.
Qua stijl slaan de mannen op een groot deel van de nummers een nieuwe weg in. Ze zijn toegankelijker en klinken wat meer pop. Al begint het album met een vuig rocknummer, The Factory Gates is een nummer dat gewaardeerd zal worden door de indieliefhebbers op alternatieve dansfeestjes als Never Mind The British. Qua dansbaarheid past dit nummer perfect in het rijtje I Predict A Riot en Oh My God. De zang op dit nummer komt overigens het beste uit de verf in vergelijking met andere nummers. Van zuivere loopjes naar boven tot ruig rockend, zanger Ricky Wilson laat horen wat hij allemaal kan.
Het nummer daarna, Coming Home, doet een beetje A-Ha aan (die hebben meer liedjes dan Take On Me.) Wilson klinkt soft, een slepende synthesizer, een duidelijke bas en een saaie drum maken het nummer poppy. Radiovriendelijk, toegankelijk en het blijft een beetje hangen. Net zoals Roses en Meanwhile Up In Heaven leuk voor 3FM. Wat echt lekkere nummers betreft blijft One More Last Song beter hangen. Het rockt, het danst, het klinkt Brits, evenals Bows & Arrows en Cannons.
Maar veel meer nummers blijven niet hangen. Dat maakt het album een beetje een gemiddeld album. Er staan heerlijk vuige, typisch Britse nummers op waar we de Chiefs van kennen. Nummers om keihard op te dansen, terwijl ze ook geschikt zijn om gewoon te luisteren als je in de trein zit. Nummers waar je blij van wordt. Maar toch wel de helft van het album valt tegen en maakt weinig indruk. Laat staan dat de nummers blijven hangen. Ze gaan voor meer pop. Dat trekt ongetwijfeld een nieuw publiek aan, en zal zoals altijd een deel van de oude fans teleurstellen. Die zullen het moeten doen met de paar rockende danssongs die erop staan.