De extreem rechtse partij Jobbik kan bij de parlementsverkiezingen in Hongarije zondag rekenen op 20 procent van de stemmen. Dit voorspellen opiniepeilers. Jobbik is niet alleen fel nationalistisch en anti-Europees, maar uit ook antisemitische geluiden.
“Liberalisme en zionisme zijn de vijanden, niet de islam”, zei een van partijleiders onlangs. De partij is zo rechts dat Jobbik niet welkom is in het Europese samenwerkingsverband dat PVV-leider Geert Wilders heeft gesmeed met het Franse Front National van Marine Le Pen.
Gedoodverfde winnaar van de gang naar de stembus is de rechtse, nationalistische Fidesz-partij van premier Viktor Orbán. Die regeerde de afgelopen vier jaar met een tweederdemeerderheid samen met de Christdemocratische Volkspartij KDNP.
De enige open vraag zondag is of de coalitie Fidesz-KDNP opnieuw een tweederdemeerderheid krijgt of het moet doen met ‘slechts’ een absolute meerderheid.
Orbán gebruikte zijn ruime meerderheid om sinds 2010 herhaaldelijk de grondwet te wijzigen. Hij beperkte de persvrijheid en de onafhankelijkheid van het constitutoneel hof.
Ambtenaren die niet trouw zijn aan Fidesz, kunnen zonder opgaaf van redenen worden ontslagen. Het gesol met democratische spelregels kwam Orbán op kritiek van de EU te staan.
Orbán krikte zijn populariteit op door voor de verkiezingen de prijzen van stroom, gas en water te verlagen. Dat is een opsteker voor de bijna 3 miljoen armen in Hongarije.
Ook zorgde hij ervoor dat de honderdduizenden Hongaren in de buurlanden voor het eerst mee mogen stemmen. Veel van hen zullen naar verwachting stemmen op de nationalistische Fidesz.