Het damestoilet van Peoples Place ligt bezaaid met kleding. De drie spiegels worden bezet voor vijf vrouwen die hun make up op de plankjes hebben liggen. Uitbundig pratend staan ze te tutten voor de spiegels. Ze doen qua gedrag wat denken aan de Spice Girls, meisjesmeisjes die optutten voor het uitgaan. Over een kleine drie kwartier beginnen de eerste optredens pas.
Besloten club Peoples Place wordt drie keer per jaar in samenwerking met Sony omgetoverd tot Talent Sessions, een avond waar vijf nieuwe, muzikale talenten zich mogen laten zien aan pers, professionals uit de muziekindustrie en overige liefhebbers van goede muziek. Vanavond is het de beurt aan Celine Cairo, Ryan Keen, In The Valley Below, Bells of Youth en When We Are Wild. Maar Ryan Keen, In The Valley Below en Bells of Youth springen er echt uit.
Op het eerste gezicht is Ryan Keen gewoon een blonde vlotte jongen met een gitaar, de knapste kerel in de kroeg. Als de Engelsman zijn gitaar oppakt, blijkt hij een kunstenaar. Geen saai getokkel of standaard akkoordjes, hij gebruikt de hele gitaar. Elk vlak van de gitaar wordt gebruikt als drum en hij produceert daarnaast een geluid dat doet vermoeden alsof hij minstens nog een gitaar én een basgitaar naast zich heeft staan. Niet is minder waar, Keen heeft slechts een drummer die zijn tweede stem doet naast hem staan. Ook die tweede stem is geen tweede stem die je verwacht. Hij kiest altijd net even een andere toonsoort dan de meesten zouden doen. Zo weet hij met een tweemansband het publiek weg te blazen.
Zijn stem is zwoel en doet denken aan John Mayer. De muziek gitaar in zijn nummers klinkt country, maar door de zang heeft het meer weg van folk en indie. Wanneer het echt even heel country klinkt, is als hij de solo uit het nummer Focus doet. Hij gebruikt slechts de hals om het solo ten gehore te brengen. Hij klinkt geen moment vals en zijn kleine optreden blaast het publiek weg. Althans, dat zou moeten, het publiek staat het hele optreden luid te praten.
In The Valley Below overstemt dat praten zonder problemen. Waar ze op hun EP lief en poppy klinken, is de band op het podium een harde indierockband. Ze knallen er meteen in met het nummer Stand Up, dat op het podium een veel grotere rol heeft voor het vuige gitaargeluid. Het is jammer dat de zang van vooral zangeres Angela Gail staat wat zacht.
De chemie tussen Gail en zanger en gitarist Jeffrey Jacob is perfect, evenals hun timing. Waar Jacob de rockende kerel is, beweegt Gail zich gracieus over het podium. Als een elfje danst ze om Jacob heen. Ze geven elkaar de ruimte en gaan beiden duidelijk volledig op in de muziek. De passie is te zien én te horen. Het publiek is inmiddels een stuk stiller en er bewegen zelfs een paar hoofden mee op het ritme van de muziek.
Na In The Valley Below is het pauze en tijd om even af- en op te bouwen voor de volgende band. Het zijn de vijf dames die Spice Girls-achtig stonden te tutten in de toiletten. Meisjes-meisjes, wellicht vriendinnetjes van de band. Maar ze blijven staan. Bells Of Youth zijn vijf meiden. Waar de drummer en/of bassist vaak mannen zijn, bestaat deze band louter uit vrouwen. En verrassend genoeg kunnen ze nog spelen ook. Ook hebben ze allevijf een microfoon en blijken ze fantastisch te kunnen zingen.
Kippenvel. Niet van de gevoelige liedjes, wel van de fantastische vuige rock die soms tegen punk aanligt. Een soort vrouwelijke rockversie van Mumford & Sons die ergens tussen HAIM en de Dixie Chicks laveert met de brutale attitude van een vrolijke Pussy Riot. Deze meiden staan er, ze gaan er volledig voor en zijn alles behalve verlegen. Ze springen, dansen en zingen. In perfecte harmonie overigens: de meeste nummers die ze spelen zijn vijfstemmig gedaan. De timing is verrassend goed.
Dit zijn podiumbeesten met muziek die potentie heeft heel ver te komen. Niet alleen klinken ze live perfect, ze staan er ook echt. Zonder twijfel het absolute hoogtepunt en de grootste verrassing van de avond. Er is niets meer over van de tuttende meisjes in de toiletten.
Beeld: Shutterstock