Willem Aantjes (91) twittert tegenwoordig. Voor wie niet (meer) weet wie dat is: Aantjes puzzelde na jarenlange confessionele concurrentie min of meer eigenhandig het CDA in elkaar. Dat was een prestatie van formaat, want het wantrouwen tussen de katholieke en protestantse gemeenten in Nederland kende diepe wortels. Aantjes verenigde Rome en Wittenberg en fabriceerde daarmee een bijzonder duurzaam fenomeen binnen de Nederlandse politiek, een waardige tegenhanger van de liberalen en de sociaaldemocraten.
Als dank daarvoor werd Aantjes door wijlen Lou de Jong – hoeder ‘s vaderlands geweten – politiek vermoord vanwege een vermeend bruin oorlogsverleden. De Jong zat er naast. Hans Blom, een recentere versie van de Jong, noemde dat in 2011 “het grootste bedrijfsongeluk in de geschiedenis van het Niod.” Wat heet. Blom kan het weten, overigens, want die is zelf verantwoordelijk voor het op één na grootste bedrijfsongeluk in de geschiedenis van het Niod; het Srebrenica-rapport.
Hoewel Aantjes nimmer wederkeerde in enige functie van belang binnen zijn CDA, twittert hij inmiddels dus wel. Uit zijn tweets blijkt een nog altijd levende interesse in de Nederlandse politiek. Naar aanleiding van #GR2014 bijvoorbeeld produceerde Aantjes op 25 maart het volgende inzicht:
“Ongekende verlies PvdA is landelijk, heeft landelijke oorzaken. Maar wie treden er af? Lokale kopstukken. En wie blijven (blijft) zitten?”
Dat is vanzelfsprekend een retorische vraag, maar wel eentje met een bepaald schrijnende connotatie. De nederlaag van de PvdA was groot, met name in de grote steden (en Groningen, niet te vergeten). In Amsterdam van 15 naar 10 zetels, exit Pieter Hilhorst. In Rotterdam van 14 naar 8. Utrecht 9 – 5, Den Haag 10 – 6, Groningen 9 – 6. Oorverdovende cijfers.
Er valt het een en ander aan te merken op de observatie van Aantjes dat dit debacle landelijke oorzaken heeft. In Utrecht schijnt het aureool van Aleid Wolfsen vrolijk over de klinkende verkiezingsuitslag, dat was een tamelijk lokale aangelegenheid. In Groningen rommelt het al langer naar aanleiding van de verbouwing van het centrum, het Forum.
Dat de PvdA daar afgestraft is ligt voornamelijk aan het vermeende gebrek aan empathie voor de zorgen van de burgers en, simpel gezegd, het imago van vastgeroeste bestuurders. Maar, het verlies is zoals Aantjes stelt landelijk breed genoeg om te kunnen zeggen dat dit geen lokale incidenten zijn. Samsom erkende het zelf: “De PvdA heeft vanavond verloren.” Niet “De PvdA in Amsterdam” of “De PvdA in Utrecht”.
Terecht, want de partij wordt al maanden, zo niet jaren, uitgekotst door een electoraat dat met rasse schreden het vertrouwen in alles waar de sociaaldemocratie voor staat verliest. De PvdA heeft van oudsher een gemêleerde achterban, een breed draagvlak verbonden door sociaaldemocratische idealen, zoals bij het CDA het geloof de verschillende facties verbindt. Op basis daarvan schiep Aantjes het CDA. Zonder die overkoepelende factor was de partij er nooit gekomen. Maar, waar bij het CDA het geloof onverminderd relevant blijft – en er misschien wel gesproken kan worden van een revival na de roerige jaren ’60-’70’-’80, daar boet de verbindende factor van de PvdA, het sociale, enkel aan kracht in.
Het intellectuele deel van het PvdA-electoraat rent, gezien #GR2014, richting D66. De arbeiders, de zwakkeren in de samenleving, de ontevredenen de andere niet-gehoorden bewegen zich richting de lokale partijen of de SP. Het gegoede deel, nou ja, dat kunt u wel raden, hoewel de VVD nog het minst van allen garen lijkt te spinnen bij de teloorgang van de PvdA. Op zich begrijpelijk, gezien het monsterverbond op landelijk niveau, waar Halbe Zijlstra inmiddels dan maar bij herhaling pleit voor het afschaffen van de Eerste Kamer.
Een dergelijk duidelijk signaal van de kiezer aan de PvdA, dat ook niet bepaald voor het eerst afgegeven wordt, vraagt om een duidelijk antwoord van de partij. Dat weet Aantjes maar al te goed. Toen zijn verleden bekend raakte trad hij onmiddellijk af, ook al wist hij zelf dat het Niod de plank spectaculair missloeg. Dat deed hij in het belang van de partij, en daar mag het CDA hem nog altijd dankbaar voor zijn. Aantjes voorkwam zo dat de monumentale gebeurtenis waar hij debet aan was bezoedeld werd door zijn persoonlijke verleden.
Dat wil niet zeggen dat aftreden altijd het juiste middel is, overigens. Toen Blom zijn bedrijfsongeluk de wereld in hielp in 2002 ejaculeerde Jan Pronk publiekelijk prematuur dat hij als minister van het kabinet verantwoordelijk voor dit echec af diende te treden. Dat was licht curieus aangezien de hoofdverantwoordelijke op dat moment wederom eerste minister was en daardoor nu door Pronk gepasseerd werd: als een “gewone” minister af zou moeten treden naar aanleiding van Srebrenica, dan toch zeker de premier ook.
Pronk kreeg zijn zin. Op 16 april 2002 trad het voltallige kabinet-Kok II af. Daarna werd het pijnlijk stil rondom Srebrenica, niet in de laatste plaats omdat Blom iedere vorm van debat vakkundig in de kiem smoorde. De hoofdverantwoordelijken waren afgetreden, daarmee zou de kous af moeten zijn. Inmiddels blijkt dat de nabestaanden van de slachtoffers van Srebrenica daar geen genoegen mee nemen. Dat is ook niet zo gek, want met het aftreden erkenden Kok et al. verantwoordelijkheid maar geen schuld, en wachtgeld opstrijken als vorm van boetedoening, tja.
Daarom is het geen uitgemaakte zaak dat Samsom, Spekman en Plasterk dan maar zouden moeten aftreden om daarmee te erkennen dat zij verantwoordelijk zijn voor het huidige falen van de partij. Dat zou, wanneer er geen geschikte opvolgers zijn, pas echt onverantwoord zijn, een weglopen voor de problemen. Die andere CDA-grootheid, Jan Peter Balkenende, begreep dat maar al te goed. Hij bleef, wellicht te lang, en ondanks herhaaldelijk roepen om aftreden, gewoon aan. Daarmee voorkwam hij een Ad Melkert-scenario.
Er moet echter wel iets, en iets is eigenlijk een te beperkte term hiervoor, gebeuren bij de PvdA. Het voert niet ver genoeg om Spekman af en toe een “godverredomme” a la Fritz Korbach er uit te laten gooien voor een Powned-camera, en ook niet om het voorkomen van strafbaarstelling van illegaliteit groots te vieren. Wil de partij daadwerkelijk de gunst van de kiezer terugwinnen dan zal het moeten laten zien waarom de verbintenis waar de partij voor staat ook in een sterk geïndividualiseerde maatschappij nog immer relevant is – als dat al het geval is.
Of Samsom de juiste persoon is om die boodschap te verkopen blijft vooralsnog de vraag. Mocht hij besluiten dat niet te zijn, Spekman heeft (op 1 april nota bene) alvast gebeld met een potentiële vervanger. Klein probleem: Jan Pronk is niet langer lid van de partij.