Dit is een herpublicatie van het laatste hoofdstuk uit het feuilleton ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’. Aanleiding is het optreden van Felix Rottenberg afgelopen zondag in ‘Buitenhof‘ en deze publicatie op Geenstijl.nl.
De complete, zeer lezenswaardige, biografie leest u gratis op ThePostOnline. Hier starten.
Voormalig PvdA-voorzitter, columnist, televisiecommentator en programmamaker Felix Rottenberg vindt de manier waarop Marcouch met de media samenwerkte en daar doelbewust gebruik van maakte, ook een opvallende karakteristiek van Marcouch’ bestuursstijl.
‘Via de media veroverde Marcouch zijn eigen plek en identiteit in het publieke debat,’ constateerde Rottenberg.
‘Door die onafhankelijke positie die je via de media schept word je ook een factor in de partij, waardoor je ook weer een factor in de media blijft. Als je daar intelligent mee omgaat, zoals Marcouch, kun je steeds je eigen positie versterken.’
‘De PvdA heeft volgens Felix Rottenberg zeker de laatste twintig jaar de drang ontwikkeld om alles en iedereen binnen de partij te willen beheersen’
‘De stijl van Marcouch was heel verfrissend,’ zei Rottenberg, ‘maar die typische partijmensen vinden het echt enorm bedreigend als iemand via de media de partij toespreekt en daarmee communiceert. Zij vinden dat zo vreselijk omdat zij zo’n man niet meer aan hun censuur en discipline kunnen onderwerpen. Daardoor wordt hij ongrijpbaar en dat willen ze helemaal niet in zo’n partij. Dat druist heel erg in tegen het typische autoritaire DNA en het loyaliteits-DNA van de PvdA.’
‘De gemiddelde klassieke partijbureaucraat is gewend dat een nieuw idee met een notitie wordt aangekondigd in een fractie- of raadsvergadering. Maar als Marcouch met een initiatief komt staat het meteen op pagina 2 of 3 of zelfs op de voorpagina van de Volkskrant.’
‘Die typische partijmensen begrijpen zijn intentie ook niet want Marcouch zoekt de publiciteit niet ter meerdere eer en glorie van meneer Marcouch, maar om aandacht, geld en mankracht te genereren. Hij zoekt de publiciteit om te zorgen dat de problemen worden opgelost. Dat is op zijn zachts gezegd niet een erg gebruikelijke methode binnen de PvdA.’
‘Wat Marcouch in Slotervaart eigenlijk liet zien was een vorm van bestuurlijk activisme waar die stadsdelen ook ooit voor bedoeld waren toen ze werden geschapen’
‘Hij komt natuurlijk ook iedere keer met goede initiatieven. Als je waardeloze ideeën hebt werkt het niet. Een tijd terug kwam hij weer met dat idee van de Terbeschikkingstelling van het Onderwijs, TBO* in plaats van TBS, voor veroordeelde jonge criminelen. Ik vind dat echt een geweldig plan. Erg goed.’
* = Zie hoofdstuk 10 (1 & 2): ‘Oude structuren slopen’.
Dit plan werd in 2014 door staatssecretaris Teeven overgenomen, zonder bronvermelding, maar met het weglaten van een aantal essentiële elementen uit het oorspronkelijk plan van Marcouch, waardoor het wetsvoorstel eigenlijk irrelevant is geworden.
De PvdA heeft volgens Rottenberg zeker de laatste twintig jaar de drang ontwikkeld om alles en iedereen binnen de partij te willen beheersen. ‘Maar dan staat er plotseling een politicus op die heel nadrukkelijk van Marokkaanse afkomst is. Iemand die eigenlijk geen bestuurservaring had, maar wel veel bagage en talent en een volstrekt unieke eigen politieke stijl ontwikkelde. Marcouch is het soort politieke pionier dat maar eens in de zoveel tijd voorbijkomt, zoals Jan Schaefer er indertijd ook één was. Aan de andere kant moet je oppassen dat je hem niet tot een soort heilige verklaart hoor.’
Rottenberg maakte in de periode voor Marcouch de politieke arena betrad een serie televisieportretten voor de lokale tv-zender AT5, XLF genaamd. ‘In 2005 heb ik hem voor die serie veertig minuten geïnterviewd en toen stond voor mij al meteen vast: “Deze jongen kan wat.” Ik kende hem al vanaf 1997 toen hij nog bij de politie zat en sindsdien heb ik altijd contact met hem gehouden. Ik vond zijn benoeming tot stadsdeelvoorzitter een historische gebeurtenis want hij is typisch iemand die zijn ervaring op straat en in de werkelijkheid kan vertalen naar beleidsdaden. Hij werkt van buiten naar binnen.’
In diezelfde XLF-serie maakte Rottenberg ook een interview met Marcouch’ voorganger Henk Goettsch, niet lang na de moord op Theo van Gogh. ‘Goettsch was iemand met een goed hart, maar hij was wel een beleidstechnocraat. Hij was bezig om op het stadsdeelkantoor met vrij middelmatige beleidsambtenaren processen op gang te brengen. Zij hadden niet het instinct en het talent om de complexe problemen in die wijk in beleidsdaden om te zetten. Dan kom je er gewoon niet.’
‘Vervolgens komt Marcouch met hele duidelijke opvattingen, die mede door zijn politie-achtergrond de situatie helemaal op scherp zet, en vanaf dag één aan de slag gaat. Het verschil kan bijna niet groter zijn. Dat was voor de daar wat truttige PvdA wel even wennen natuurlijk. Dat het vroeg of laat zou gaan schuren tussen Marcouch en delen van de partij in Nieuw-West verbaasde me dan ook helemaal niet. Wat Marcouch in Slotervaart eigenlijk liet zien was een vorm van bestuurlijk activisme waar die stadsdelen ook ooit voor bedoeld waren toen ze werden geschapen. Marcouch gaf gestalte aan een oud ideaal uit een beroemde PvdA-nota uit de zeventiger jaren: alle macht aan de wijken. En dat deed hij juist in een gebied waar de problemen nogal heftig waren.’
Rottenberg zei dat hij niet kon beoordelen of Marcouch nou school had gemaakt binnen de partij of tot een kleine minderheid hoorde.
‘Marcouch wil geen allemansvriend zijn en maakt daardoor vijanden. Vervolgens kom je met die vijanden weer in gesprek en leidt dat wellicht tot nieuwe syntheses’
‘Ik weet niet hoeveel steun hij heeft en het interesseert me ook niet. Marcouch is onmeetbaar. Maar dat hij niet in de PvdA zou thuishoren vind ik een belachelijke observatie van jou. Echt belachelijk! Drie keer onderstreept. Het getuigt niet van kennis. De Amsterdamse PvdA heeft altijd een sterk regenteske kant gehad, maar ook een non-conformistische kant. De PvdA heeft altijd die tegenpolen gehad.’
‘Dat is de kracht en tegelijkertijd de zwakte van die partij. Marcouch behoort tot de non-conformistische traditie en daarvan is hij een heel goed en succesvol voorbeeld omdat hij taai is en zich niet laat kisten door die nivelleringsdrang binnen die partij.’
‘De conclusie is dus dat Marcouch heel erg thuis hoort in de PvdA. Zo’n man komt toch ook op doordat die partij hem een platform biedt? Het was toch ontroerend om te zien dat er ook een aantal van die oude blanke Hollandse partijleden hem tot het bittere eind hebben gesteund in zijn strijd tegen Baâdoud en later bij de gemeenteraadsverkiezingen? Dat is ook diezelfde PvdA.’
Rottenberg vind het heel logisch dat er juist ‘door de grote maatschappelijke problemen’ en de sterke polarisatie in de politiek iemand als Marcouch opstond.
‘Iemand die veel succes boekt, maar tegelijkertijd ook veel weerstand oproept. Daardoor is er met hem afgerekend, want Marcouch heeft natuurlijk vijanden gemaakt binnen de partij en ook bij een deel van zijn eigen ambtenaren. Dat tempo van hem, die snelle opeenvolging van ideeën, die combinatie van besturen, organiseren en persoonlijk interventies plegen is natuurlijk voor de gewone recht-toe-recht-aan-ambtenaartjes en partijleden ontzettend bedreigend.’
‘Nadat hij in Nieuw-West het lijsttrekkersschap verloor haalde hij bij de gemeenteraadsverkiezingen bijna twee zetels aan stemmen binnen en bleek hij steun van heel veel Amsterdammers te krijgen. Direct na lijsttrekker Lodewijk Asscher die zelf trouwens ook een hele goede campagne voerde. Wat niet wegneemt dat de Amsterdamse partijtop Marcouch niet goed gebruikt heeft in die campagne. Dat is evident. Je kunt je bovendien afvragen waarom hij toen geen wethouder is geworden. Waarom moest Freek Ossel persé wethouder worden en Marcouch niet? Ik vind dat gek. Maar het allerbelangrijkste voor een persoonlijkheid als Marcouch is dat hij zijn eigen autonomie kan organiseren en dat hij geen onderdeel wordt van een al vastgelegde politieke samenwerking.’
‘Ondertussen loopt zijn carrière ook in de Tweede Kamer gewoon door hoor!’, vervolgde Rottenberg zijn analyse.
‘Marcouch bepaalt gewoon zijn eigen tempo en richting. Ik vind dat volksvertegenwoordigers juist zo zouden moeten functioneren, maar het roept ook veel weerstand op. Als je uitgesproken standpunten inneemt leidt dat tot controverse en tot reacties. Marcouch wil geen allemansvriend zijn en maakt daardoor vijanden. Vervolgens kom je met die vijanden weer in gesprek en leidt dat wellicht tot nieuwe syntheses. Daarin vervult hij binnen de PvdA een echt unieke vernieuwende rol.’
‘Hij stond op die boot vol met homo’s en was gewoon een popheld. Die zomer was zijn grote doorbraak. Op dat moment zag je Jezus Christus’
‘Door Marcouch ontstaat er weer een nieuwe verdeeldheid die ik heel positief vind. Daarom vind ik zijn politieke functie minder belangrijk, als hij maar vast houdt aan die houding. Hij moet blijven verkennen, zoeken, tegendraads zijn, ideeën ontwikkelen, uitdragen en neerzetten. Daar zijn geen vaste draaiboeken voor. Dat gebeurt vanzelf. Dat gebeurt nu.’
‘Naast al die weerstand,krijgt Marcouch natuurlijk ook heel veel steun en waardering van uiteenlopende groepen,’ vertelde Rottenberg.
‘Weet je wanneer dat echt duidelijk werd? Dat was tijdens de Canal Parade in de zomer van 2009. Hij stond op die boot vol met homo’s en was gewoon een popheld. Die zomer was zijn grote doorbraak. Tijdens die Canal Parade versloeg hij iedereen. Op dat moment zag je Jezus Christus.’
‘Daarnaast geniet hij ook de steun van een deel van de elite in de media en de politiek die zo’n man heel herkenbaar vinden en hem ook die rol gunnen. Aboutaleb vervulde die rol eerder, maar heeft het niet volgehouden. Het is natuurlijk enorm hoopgevend dat er weer een Marokkaan is opgestaan die tegelijkertijd pragmatisch en duidelijk is, die zijn eigen gemeenschap durft te bekritiseren, die een niet geforceerde no nonsense-stijl heeft waardoor de PvdA weer smoel krijgt.’