Als iets de landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten bindt, is het wel de totale hypocrisie ten aanzien van seks, die gepaard gaat met een preutsheid die we in Nederland voor de oorlog hadden. Het is ondenkbaar dat je op de Libanese, Egyptische, Algerijnse of Marokkaanse televisie ook maar één tiet zult zien en in kiosken en boekhandels zul je nooit een Playboy aantreffen. Zelfs Nederlands eerste en zeer onschuldige blootblad De Lach zou onmiddellijk door de politie van de schappen worden verwijderd.
Ook in de bioscopen is het kommer en kwel, al vormt Libanon op dat gebied een uitzondering. In de Rue de Bliss in Beiroet, waaraan ook de vermaarde Amerikaanse Universiteit ligt, stonds sinds jaar en dag een tamelijk vunzige bioscoop waar softerotische films worden gedraaid uit het jaar nul, vergelijkbaar met de Tiroler films die eind jaren zestig, begin jaren zeventig in Nederland in zwang waren. Nergens knipt de censor er zo lustig op los als in de Arabische wereld, met als gevolg dat speelfilms soms zomaar tien minuten tot een kwartier korter duren en essentiële scènes in de prullenbak verdwijnen.
Eens per jaar biedt het Cairo Film Festival Egyptenaren de unieke mogelijkheid buitenlandse speelfilms ongecensureerd te zien. Dit prijzenswaardige initiatief bracht al vanaf de eerste editie in 1976 een onverwacht en vooral onbedoeld effect teweeg: vrijwel uitsluitend mannen kwamen van heinde en verre naar het festival in de hoop een glimp van een blote borst, bil of meer op te vangen. De vraag naar toegangskaartjes was overstelpend en bij films met veel bloot werden dranghekken voor de bioscoop neergezet en hield politie in burger een oogje in het zeil om chaotische taferelen te voorkomen. Het gros van de festivalbezoekers was totaal niet geïnteresseerd in de films zelf, het enige wat telde was het aantal naaktscènes.
Ik heb meegemaakt dat opgewonden Egyptenaren je bij de uitgang van de bioscoop op stonden te wachten en vroegen hoeveel blootscènes er exact voorkwamen in de betreffende film. Op basis van een eenvoudig rekensommetje besloten de heren dan naar welke film ze die avond zouden gaan. Vanwege de zogenaamde Lente ging het festival niet door 2013 en werd het verschoven naar november 2014. De heren kunstliefhebbers zijn tot die tijd aangewezen op filmkunst (kuch) in cyberspace want sinds de komst van internet en erotische satellietkanalen in Egypte is het Cairo Film Festival, tot grote opluchting van de directeur, enigszins verlost van het ranzige imago. Internet en de satellietzenders hebben in ieder geval voor een stille revolutie gezorgd in de Arabische wereld. Als je een uurtje zapt via de satelliet, valt het op hoeveel zenders zich richten op een Arabisch publiek, al is het nog steeds ondenkbaar dat er een Arabische seksfilm gemaakt zal worden al is er in Syrië een hele opleving van mohammedaans verantwoorde snuff- en splatterfilms en dat is natuurlijk ook vermaak voor de opgroeiende jeugd met een hormonenoverschot.
In Saoedi-Arabië wordt – ondanks verwoede pogingen van het regerende koningshuis dat te voorkomen via filters en zware straffen – massaal porno gedownload. Het blijft natuurlijk een zielige vertoning en het zegt bijvoorbeeld, in het geval van het Cairo Film Festival, veel over de conservatieve islamitische samenleving, waarin de familie domineert, mannen geacht worden met maagden te trouwen, maar het huwelijk soms tot ver boven hun dertigste moeten uitstellen omdat er geen geld voor is. Tot de verlossende trouwdag moeten naaktscènes (bij gebrek aan internet of satellietzenders) in een Europese of Amerikaanse film dan voor enig seksueel gerief zorgen.
Als je een vriend of vriendin hebt in de eerder genoemde landen, is er nog altijd het logistieke probleem. Het komt zelden voor dat jongeren zelfstandig wonen, samenwonen is al helemaal uit den boze. Overal in de Arabische wereld is de zedenpolitie razend actief. In de meeste hotels moeten stelletjes hun trouwboekje laten zien, en als ze dat niet hebben wordt hun de toegang geweigerd.
Een praktische maar dure oplossing is dan het boeken van twee aparte kamers.
Vijfsterrenhotels doen meestal niet moeilijk over trouwboekjes maar zijn voor de meeste stelletjes onbetaalbaar. In Libanon biedt Les Colombes, de enige camping van het land, uitkomst voor ongeoorloofde, amoureuze strapatsen. Deze beruchte, prachtig aan zee gelegen camping nabij het dorpje Aamchit, veertig kilometer boven Beiroet, verhuurt ‘tungalows’, houten onderkomens in de vorm van een tent, voor twintig dollar en stelt geen vragen. Uit heel het land komen in weekeinden verliefde stelletjes naar dit enige, goedkope alternatief om samen de nacht door te brengen.
Haatbaarden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten waarschuwen te pas en te onpas dat de hedendaagse islamitische wereld in een Sodom en Gomorra is veranderd en dat het einde der tijden nabij is. Een wulps geklede Arabische zangeres is in hun ogen gelijk aan een pornoactrice en het liefst zouden ze alle vormen van muziek willen verbieden. De (mannelijke) stem is namelijk voorbestemd om louter de koran te reciteren, vrouwen moet het zingen verboden worden omdat ze als een Arabische versie van de Lorelei mannen het hoofd op hol brengen.
De fundamentalisten, ongeacht uit welk land ze komen, willen de vrouw helemaal uit het publiek leven verbannen omdat zij de bron van ellende is. Hamas, de Moslimbroeders in Egypte en het FIS in Algerije zijn tegen werkende vrouwen en pleiten voor een strikt gescheiden openbaar vervoer. In de meeste woonwijken in Algerije worden de balkons afgeschermd door een muurtje zodat de huisvrouw, die als het goed is de hele dag thuis blijft, geen wellustige gedachten kan oproepen bij de buurman. Uiteraard zijn het altijd de baardmannen die gepreoccupeerd zijn met vunzigheden als rukken op een burqabuurvrouw die de was opgangt.
De Franse uitdrukking ‘Alle vrouwen zijn hoeren, behalve mijn moeder’ is daarom goed van toepassing op veel mannen in de Arabische wereld. De wereldwijd bekende Tunesische onderzoeker Abdelwahab Boudhiba maakt in zijn standaardwerk La sexualité en islam, melding van het ‘hammam-complex’. Dit complex ontstaat volgens hem op het moment dat een jongen niet meer met zijn moeder mee mag naar de hammam, het publieke badhuis: wie herinnert zich niet de aanblik van zoveel naakt vlees en onbestemde sensaties? En wie herinnert zich niet het moment waarop dit rijk van naaktheid ineens verboden werd?
In de prachtige Tunesische speelfilm Halfaouine uit 1990 komt het hammam-complex uitgebreid aan de orde. Hoofdpersoon Noura bevindt zich tussen jeugd en volwassenheid, met aan de ene kant de warme, beschermende vrouwenwereld en aan de andere kant de stoere, harde mannenwereld. Als hij van de ene op de andere dag niet meer met zijn moeder mee mag naar de hammam, raakt hij in verwarring. Voor veel Marokkanen was de film een feest van herkenning.
Jamal, een goede vriend van mij uit de stad Oujda, ging twee keer per week met zijn moeder, zusjes en broertjes naar de hammam, met tassen vol handdoeken en badspullen. Het was de doodgewoonste zaak van de wereld dat hij tussen al die blote en halfblote vrouwen rondliep, erotische gedachten kwamen niet bij hem op. Rond zijn zevende jaar begon hij met andere ogen naar de vrouwen te kijken. De tijaba, de vrouw die de hammam beheert, kwam naar zijn moeder en vertelde dat hij niet meer mocht komen. Verschillende vrouwen hadden opgemerkt dat Jamal hen met andere ogen bekeek. De vrouwen van de hammam wisten precies wanneer een jongen zijn onschuld begon te verliezen. Sommige laatbloeiers konden zelfs tot hun twaalfde jaar in de hammam blijven komen.
Jamal merkte zelf ook dat hij anders aan het worden was, bijvoorbeeld als hij langs de vrouwen liep die wijdbeens op de grond zaten en hun huid aan het schrobben waren, en zijn blik iets langer bleef hangen op hun lichamen. Vanaf dat moment moest hij met zijn broer naar de mannen-hammam, iets wat hij helemaal niet erg vond omdat dat veel stoerder was.
De Marokkaanse sociologe Fatima Mernissi kreeg in 2004 de Erasmusprijs overhandigd door koningin Beatrix. De bekende feministe werd geboren in een van de laatste harems van Fes en heeft veel geschreven over de mysterieuze wereld van de harem. In haar boek Het verboden dakterras uit 1994 beschrijft ze hoe haar neefje Samir ruw uit de vrouwen-hammam wordt verwijderd, nadat een vrouw daar had gezien hoe hij haar met een mannenblik had bekeken. `Ook al is hij pas vier jaar, hij bekeek mijn borsten net zoals mijn echtgenoot dat doet,’ vertelde die vrouw, en dat was het einde van Samirs onbezorgde jeugd waarin het onderscheid der seksen nog niet telde.
In La sexualité en islam beschrijft Abdelwahab Boudhiba dat de verwijdering uit de hammam voor een jongen net zo’n traumatische ervaring is als de besnijdenis en de eerste huwelijksnacht. Hij komt plotseling in de mannenwereld terecht, waar over vrouwen amper nog gesproken wordt en zeker niet met respect. Tegelijkertijd voelt hij zich in de steek gelaten door zijn moeder, waardoor hij zich zowel afgestoten als aangetrokken voelt door vrouwen. Vanaf zijn prille jeugd wordt de zoon ook nog eens opgezadeld met het bewaken van de familie-eer. Hij wordt de seksuele waakhond van de familie, wat volgens de Algerijnse auteur Kateb Yacine gepaard gaat met een schuldgevoel. Hij schrijft hierover: `Als we naar de hammam gingen, twee kilometer lopen, maakte mijn moeder haar hoofddoek los omdat er op de weg toch niemand was die haar zou zien. Arme moeder! Ik voelde me dan verplicht tegen haar te zeggen: “Doe je hoofddoek goed.” Zo droeg ik op een bepaalde manier bij aan het opsluiten van mijn moeder.’
Veel Noord-Afrikaanse schrijvers hebben het moeder-en-zoonthema en de heiligverklaring van de moeder geprobeerd te verklaren. In La sexualité en islam schrijft Abdelwahab Bouhdiba dat de jonge moeder zich al snel realiseert dat het huwelijk geen feest is en dat ze vanaf het moment dat ze is ontmaagd, in een gevangenis leeft, onder de voortdurende dreiging te worden vervangen door een andere vrouw.
Haar zoon wordt een surrogaatechtgenoot die ze aanspreekt met rewejli, mijn kleine echtgenoot. Hij wordt haar handlanger tegen de echtgenoot, het instrument van wraak tegen de toekomstige schoondochter en vooral diegene die voor haar zorgt op haar oude dag. Het hammam-complex van de zoon groeit: het liefst zou hij met alle vrouwen willen slapen, waardoor ze worden gereduceerd tot seksobjecten en hoeren. Behalve zijn moeder natuurlijk, want zij is het ultieme taboe. In de afwezigheid van zijn vader maar ook als een reactie op hem, wordt de moeder langzaam maar zeker heilig verklaard.
De vraag is of het hammam-complex ook geldt voor Noord-Afrikaanse jongens die in Nederland opgroeien en nog nooit een hammam van binnen zagen. Feit is dat je ook hier die gespleten houding – dat aantrekken en afstoten – ten aanzien van vrouwen blijft zien. Dat verklaart dat Nederlandse vrouwen op straat regelmatig en zo gemakkelijk voor hoer worden uitgemaakt.