Rijdende rechter: Aan de orde is de zaak Samsom versus Wilders.
Diederik Samsom: Ik doe aangifte van racisme en discriminatie door de heer Wilders. Hij zet mensen tegen elkaar op, hij zet hele groepen weg en hij discrimineert Marokkanen.
Geert Wilders: U bent knettergek, meneer Samsom. Ik mag toch zeker zeggen wat ik wil in een vrij land? Zo niet, dan doe ik aangifte van racisme en discriminatie door de heer Samsom. Is hij nou helemaal van lotje getikt.
Rechter: Wacht even, wacht even. U beschuldigt elkaar van discriminatie. Maar wie wordt nu precies gediscrimineerd?
Wilders: Ik! Samsom zet mij en mijn hele partij weg als tweederangsburgers.
Samsom: Nee, de Marokkaanse medemens wordt gediscrimineerd. De heer Wilders pleit openlijk voor ‘minder Marokkanen’.
Wilders: En de Marokkanen ja. Die hebben volgens meneer Samsom een ‘etnisch monopolie’ op criminaliteit. Zo bruin heb ik ze nog niet gebakken.
Rechter: Ah, de Marokkaan is gedupeerd. Maar waar is het slachtoffer?
Wilders: Als ik het niet dacht. Weer een D66-rechter met slappe knieën die zijn politiek correcte oren laat hangen naar de Marokkaan en zijn eeuwige slachtofferrol. De islamisering klotst ook al tegen de plinten van de rechtbank.
Samsom: Ja meneer de rechter, het gaat hier nu even niet om het slachtoffer. Het gaat hier om politiek. En om een sociaal en sterk Nederland. Dat is wel ff iets belangrijker dan de eerste de beste gekwetste Marokkaan.
Rechter: Goed. Politiek dus. Wat brengt u hier in mijn rechtszaal dan?
Samsom: De uitspraken van de heer Wilders gaan over de grens. De grens van het betamelijke was hij al lang gepasseerd, maar ik heb hier vijfduizend aangiftes van mensen die zeggen dat ze een nare smaak in hun mond krijgen van de heer Wilders.
Wilders: En ik heb hier één Fleur Agema met een nare smaak van mij in haar mond. Maar die heeft zeker geen recht van spreken hè?
Rechter: Wat verwacht u nu precies van mij?
Samsom en Wilders (wijzend naar elkaar): Dat u hem de mond snoert!
Rechter: En wat vindt u er eigenlijk van als ik u zou veroordelen?
Samsom en Wilders: Een grove schending van mijn recht op vrije meningsuiting!
Rechter: Goed, het is mij duidelijk. Meneer Wilders, Meneer Samsom, u bent beiden vooral schuldig aan lafheid en hypocrisie. Ik veroordeel u tot de Tweede Kamer. Daar – en dat zult u niet leuk vinden – moet u op basis van argumenten met elkaar in debat. De eerste die naar de rechter stapt is af. Dit is mijn oordeel en daar moet u het mee doen.
Samsom: Maar dat is niet eerlijk. Niet sterk en sociaal. Wilders wil alleen maar provoceren en…
Rechter: Dit is mijn oordeel, meneer Samsom.
Samsom: Maar…
Rechter: En daar moet u het mee doen, meneer Samsom!
Wilders: Bezopen. Ik ga onmiddellijk twitteren dat de hele Nederlandse magistratuur een zooitje elitaire zakkenvullers met een partijlidmaatschap van D66 is.
Rechter: In de Tweede Kamer, Meneer Wilders. Met argumenten, meneer Wilders.