Interview met PVV-Kamerlid Martin Bosma in In Contact, het blad van de jongerenorganisatie van de SGP. De jonge mannenbroeders wilden van de markante PVV’er weten hoe hij tegenover kunstbeleid staat. Dat de PVV tegen kunstsubsidies is, staat in het verkiezingsprogramma. Maar Bosma heeft nóg een reden om tegen overheidssubsidie voor de kunsten te zijn: het is bedacht door de Nazi’s.
De oorsprong van kunstsubsidies ligt volgens de PVV’er bij de nationaal-socialisten. “Tobie Goedewaagen was een echte kunstliefhebber. Hij was een echte socialist, een enthousiast lid van de NSB. Hij heeft het hele bolwerk gebouwd van kunstsubsidies, voor die tijd hadden we het nauwelijks. Behalve dan dat je wat geld kon krijgen voor een paar kwasten.” Het hele apparaat is volgens hem door de nazi’s opgebouwd en sindsdien is de kunst eigenlijk overgenomen door de subsidies.
Volgens Bosma moet er een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen cultuur en kunst.
“Er is altijd cultuur, ook al zouden er geen kunstvoorwerpen of symfonieorkesten zijn. Ik erger me er altijd aan dat in allerlei rapporten wordt geschreven: we moeten cultuur dit en we moeten cultuur dat, maar het gaat dan gewoon over kunst en subsidies. Dat moet je nooit door elkaar halen.”
En dat is een belangrijk onderscheid volgens de PVV’er:
“We zijn in een heel rare vanzelfsprekendheid gekomen, dat als je voor kunst bent, dat je ook voor kunstsubsidies moet zijn.”
Maar heeft de PVV hart voor kunst?
“Het is helemaal met elkaar verweven. Als je kritiek hebt op kunstsubsidies, roepen mensen meteen: je hebt kritiek op kunst! Men kan dat helemaal niet meer los van elkaar zien. Wij hebben altijd gezegd: het subsidiëren van kunst is een linkse hobby, maar kunst zelf hoeft dat niet te zijn.”
Het gehele interview in In contact komt vrijdag uit.