Over ruim een maand zijn er Europese verkiezingen en dus komen er grote hoeveelheden boeken uit over Europa. Afgelopen vrijdag verscheen een bundel van Elsevier-redacteur Syp Wynia. In Vervlogen visioenen worden columns en artikelen van zijn hand uit de periode 1998-2014 samengebracht. De bundel geeft een goed overzicht van vijftien jaar Europese politiek.
Wynia ziet Europa vooral als een product van nationale regeringen. In deze bundel komen de Europese Commissie en het Europees Parlement er dan ook uiterst bekaaid vanaf. Veel aandacht gaat naar de onderhandelingen tussen regeringsleiders en met name die van Duitsland en Frankrijk. Verder komen alle hoofdpijndossiers aan bod: de euro, de transferunie, immigratie uit Oost-Europa, de toetreding van Turkije, de Europese waardengemeenschap en Europese propaganda. Het geeft bij elkaar een uiterst treurig beeld.
Waarom is deze bundel zo lezenswaardig? Dat komt vooral door de oudste artikelen die in de bundel zijn opgenomen. Wynia doet hierin uitspraken waaruit blijkt dat hij een vooruitziende blik heeft. 21 februari 1998 schreef hij over de nog in te voeren euro: “Nederland geeft binnenkort definitief het eigen monetaire beleid op en gaandeweg zal wat er nog over is aan nationaal economisch, financieel en fiscaal beleid volgen.” (p.17)
18 november 2000 citeert hij een auteur over diezelfde euro: “De bankier Martien van Winden (…) voorspelt dat de Nederlanders de komende jaren moeten gaan betalen voor de pensioenen en staatsschulden van landen als Griekenland en Italië.” (p.29)
Op 19 oktober 2002 verscheen een artikel over de rol van de burger, waarin Wynia stelt: “De toekijkende burger vraagt zich intussen af of het besluit van de Europese ministers dat de hoererende, deuntjes spelende en zakkenrollende lieden uit Roemenië en Bulgarije visumvrij naar Nederland heeft gestuurd, werkelijk als de opmaat van de voortuitgang moet worden gezien.” (p.31)
Deze artikelen tonen niet alleen een vooruitziende blik aan, ze laten ook zien dat de problemen waar we vandaag over klagen niet van vandaag of gisteren zijn, maar al van jaren geleden. Ze zijn eerder een constante. In deze bundel komt de reactie van politici op deze problemen regelmatig terug en die is – net als de problemen – steeds hetzelfde: Europa moet doorgaan, meer bevoegdheden krijgen en verder integreren. Er kwam nooit een pas op de plaats.
Ook in dit kader zijn de oudste stukken in deze bundel uiterst interessant. Wynia schrijft op 9 november 2002 – dus jaren voor het grondwetsreferendum – dat Nederlandse politici in verwarring zijn over waar het met Europa naartoe moet (p.34). Die verwarring is er ruim elf jaar later nog steeds. Burgers willen niet meer Europa, maar dat maakt niets uit. Juist in de aanloop naar de Europese verkiezingen is het goed terug te gaan naar de onderhandelingen van toen, om te zien hoe dat komt. In de EU krijg je regelmatig je zin niet, maar moet je toch meedoen.
Hoe loopt het af met Europa? Wynia bekritiseert regelmatig de voorvechters van meer Europese integratie, die – ook al continu – roepen dat er meer Europa moet komen. Ze zijn – eveneens continu – niet in staat allerlei problemen op te lossen en – ook een constante – burgers voor hun ideeën te enthousiasmeren. Dit is voor eurofielen allemaal geen reden om met Europa een pas op de plaats te maken.
Wynia stelt in december 2013: “De ijveraars voor de Verenigde Staten van Europa, Guy Verhofstadt voorop, nemen zo willens en wetens voor lief dat ze (…) een Europese failed state aan het voorbereiden zijn.” (p.220)
Het is uiterst aannemelijk dat Wynia ook op dit punt een vooruitziende blik heeft.
Chris Aalberts publiceerde onlangs Kunnen burgers Europa van koers laten veranderen?