Een kwart (24 procent) van de werknemers die kanker krijgt en herstelt, krijgt uiteindelijk ontslag. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag en de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Werknemers die langdurig ziek zijn kunnen na twee jaar worden ontslagen als de werkgever kan aantonen dat ze niet in hun oude functie terug kunnen keren. Toch zijn er ook medewerkers die zeggen dat ze ten onrechte zijn ontslagen alleen omdat ze ziek zijn (geweest).
Veel deelnemers melden vermoedens van ‘verborgen ontslag’: ‘Door de reorganisatie moesten er mensen uit. Er waren mensen met tijdelijke contracten en ik had een vast contract. Blijkbaar was de angst dat ik weer ziek zou worden reden genoeg om mij toch op straat te zetten.’
Een andere deelnemer zegt: ‘Mijn toenmalige werkgever zal dat natuurlijk nooit toegeven. Maar de redenen voor mijn ontslag waren vaag. Ik vermoed sterk dat mijn ziekte, en vooral het hele verwerkingsproces wat daarna kwam, een grote rol hebben gespeeld.‘
NFK-woordvoerder Laurence Maes: “De werkloosheid ligt bij mensen met kanker 40 procent hoger dan bij de rest van de bevolking.”
In sommige gevallen melden deelnemers dat er conflicten zijn ontstaan, soms met rechtszaken tot gevolg: ‘Ontslag is ingeslagen als een bom. Nooit verwacht na 33 jaar zo op straat gezet te worden. Na alle ellende van kanker en de restgevolgen hiervan krijg je dit er nog eens bij. Het proces tegen mijn werkgever loopt nog.’
Re-integratie
Van de deelnemers die werkten op het moment van de diagnose is 66 procent tijdelijk gestopt met werken of minder uren gaan werken. Volgens bijna negen op de tien (86 procent) was er de eerste weken na de diagnose veel begrip vanuit de werkgever voor hun situatie. Ook op de langere termijn stelt 69 procent dat de werkgever goed met hun situatie is omgegaan.
Toch is bijna één op de drie (28 procent) hier ontevreden over. Zoals een deelnemer aangeeft: ‘Eenmaal weer op de werkvloer werd ik snel al weer voor vol aangezien, terwijl ik nog niet helemaal in orde was. De werkgever vond dat ik “een zetje in de rug” nodig had, terwijl ik voor mijn gevoel langs de afgrond balanceerde.’
Bijna de helft (46 procent) geeft aan dat ze behoefte zou hebben gehad aan meer ondersteuning van de werkgever bij de re-integratie. Veel deelnemers geven aan dat het lastig was om grenzen aan te geven op het moment dat ze weer begonnen met werken. Ze hadden daar meer begeleiding in gewild. Soms miste ook een duidelijk re-integratieplan.
Motivatie hoog om weer aan de slag te gaan
Meer dan acht op de tien deelnemers (85 procent) geven aan dat de motivatie om na de behandeling weer aan het werk te gaan zeer hoog was. De praktijk bleek vaak weerbarstiger: veel deelnemers geven aan dat ze zich minder goed konden concentreren op hun werk (51 procent) en dat ze het geestelijk (40 procent) dan wel lichamelijk (22 procent) moeilijk aankonden.
Over dit onderzoek
Dit onderzoek is gehouden in samenwerking met de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Aan het onderzoek deden 2.202 deelnemers mee die in de afgelopen tien jaar de diagnose kanker hebben gehad; 1183 deelnemers hadden er betaald werk in loondienst op het moment van de diagnose.
Het onderzoek vond plaats van 28 maart tot en met 11 april 2014. Meer informatie over kanker en werk vindt u op www.nfk.nl of op www.kanker.nl.
Een rapportage van het hele onderzoek vindt u hier.