Hierbij presenteren D66 Amsterdam en GroenLinks Amsterdam vijf keuzes: aandachtspunten voor een liberale en vrijzinnige hervormingsagenda die de basis vormt voor het Programakkoord 2014-2018: dit is onze visie op de nabije toekomst van alle Amsterdammers. Wij bezien het ontstaan van de problemen in de stad vanuit een nadruk op het individu. Ieder individuele Amsterdammer moet zich maximaal ontremd voelen om zich op alle denkbare manieren te kunnen uiten. Het is aan de gemeente om juist ook minder de zwakkeren daarbij te faciliteren. Daar ligt voor ons dan ook de focus.
We maken eindelijk werk van overlast: snorscooters worden verbannen naar de ring A10, waar de maximum snelheid wordt verlaagd naar 65 km/uur. De Ceintuurbaan, het Rokin, de Wibautstraat, de Overtoom, de Jan van Galenstraat, de Vijzelstraat, de Prinsengracht, de Van Baerlestraat, de Beethovenstraat, de Postjesweg, de Coentunnel en de straten die behoren tot het ‘Hoofdnet Auto’ worden omgevormd tot groen geasfalteerde Fietssnelwegen met drie stroken voor langzaam, minder langzaam, en het minst langzame (bak)fietsverkeer.
Biologische vervoersmiddelen als de hondenkar krijgen weer alle ruimte. De gemeente introduceert een gratis ‘valet-parking’ service voor fietsers bij de belangrijkste metrostations.
Fietsophaaldepot AFAC en in beslag genomen scooters worden tot ontploffing gebracht zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Huisvuil wordt voortaan opgehaald per bakfiets, witgoed door vrijwilligers per witte fiets.
We koesteren de rafelranden van de stad, waar ruimte is voor spontane ontplooiing en ontploffing. Daar broeien immers de energieke subculturen die de humuslaag vormen voor de creativiteit waarmee Amsterdammers in de toekomst hun quinoa kunnen verdienen. We stimuleren vrijzinnige economische groei zoals artistiek en duurzaam ondernemerschap. Om ruimte te scheppen voor deze transitie worden verouderde verdienmodellen gebaseerd op (maak)industrie, landbouw, waterzuivering, handel, dienstverlening, transport en logistiek ontmoedigd en onderworpen aan willekeurige regels.
Rafelranden ontstaan echter niet vanzelf. Daarom stellen een ‘Wethouder Rafelranden’ aan, onder andere belast met het omvormen van de Haven, de Vondelparkbuurt, de Koekjesbrug en de Zuidas tot rafelranden: plekken waar alles kan, mag, moet en loszit.
De thans op de Zuidas gevestigde bedrijven krijgen een minimumnorm opgelegd: 17 procent van hun kantoorruimte moet beschikbaar worden gesteld voor weinigbelovende jonge videokunstenaars.
Er komt een bouwstop: nog niet bebouwde grond wordt in gebruik genomen als moestuin voor terecht vergeten groenten. Bestaande ondernemingen in de stad worden gestimuleerd zich op te splitsen in eenheden van thuiswerkende ZZP’ers.
D66 en GroenLinks vinden het onacceptabel dat groepen in een moderne stad worden uitgezonderd bij preventief fouilleeracties. Daarom krijgt iedereen die tijdens een preventieve fouilleeractie eruit wordt gelicht en gefouilleerd het recht om de dienstdoende agent en zijn of haar collega’s terug te fouilleren. Zo zetten we mensen in hun kracht.
Cameratoezicht wordt alleen nog ingezet ter bestrijding van milieudelicten, maar daarnaast introduceren we een subsidie voor het dragen van bivakmutsen en burka’s (m/v) zodat ook minder kapitaalkrachtige Amsterdammers de mogelijkheid krijgen om te allen tijde volledig onherkenbaar te blijven.
Om het adaptieve tolerantievermogen van de stadssamenleving te versterken richten straatcoaches zich voortaan op normvervaging van de buurt als geheel. Zo kunnen we een nieuwe impuls geven aan de Amsterdamse transitie van een burgerlijke (mono)cultuur naar een diverse straatcultuur. Er komt voorlopig een moratorium op wetshandhaving.
Escapisme hoort bij de vrijzinnige stad. De gemeente start een gemeentelijke wietplantage die draait op zonne-energie. We stimuleren een gemeentebrede dekkingsgraad van coffeeshops. Uitgangspunt is dat alle Amsterdammers recht hebben op tenminste een cannabisverkooppunt in een straal van 250 meter rond hun woning, kantoor of school.
Bij wachtlijsten krijgen Amsterdammers voorrang op de coffeeshops in hun eigen buurt. Zo kunnen we ook de verschillen tussen zwarte en witte coffeeshops verkleinen. Mengen moet! De Amsterdamse drugscultuur wordt geplaagd door een gebrek aan kennis, maar wij tolereren geen enkel taboe. Daarom introduceren we op alle Amsterdamse scholen het kennismakingspakket drugs: welke drug past het beste bij jou?
Amsterdam moet weer het globale centrum worden van het etaleren van progressieve bedoelingen. Daarom draaien we de bezuinigingen op het kunstenplan van de vorige periode terug en reserveren structureel tien miljoen extra voor roze kunst. Om de stad weer op de kaart te zetten als dé tolerante plek waar ruimte is voor onderscheid op grond van geaardheid, etniciteit, of persoonlijke keuze, handhaven we het diversiteitsbeleid en zetten in op een diverser horeca aanbod.
Twintig procent van de Amsterdammers is seksueel divers, en een nog hoger percentage heeft een islamitische achtergrond. Maar die diversiteit zien we niet terug in het Amsterdamse horeca-aanbod: slechts een paar procent van cafés, restaurants en clubs richt zich exclusief op deze groepen. Dat moet anders!
De Nederlandse vlag is een teken van uitsluiting en gesloten grenzen, en wordt op het dak van de Stopera vervangen door de regenboogvlag. Vijftig straatnamen van beroemde blanke heteroseksuele mannen worden vernoemd naar kleurrijke, feminiene, diverse wereldburgers die misschien in de toekomst ook iets gaan presteren.