Recensie

Occupy: geen doel, geen structuur, geen zelfreflectie

18-04-2014 12:25

Het was een historische tijd, toen mensen massaal de straat op gingen om te protesteren. Ze bouwden tentenkampen op plaatsen van grote importantie en lieten hun onvrede luid en duidelijk blijken. Soms bleven ze wel maanden volhouden met hun tentenkamp om de wereld te laten zien dat het echt anders moest. In Nederland stonden tenten in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, maar ook elders in de wereld kwamen mensen in verzet. De meest luidruchtige groep stond op Zucotti Park in Manhattan. 

Deze historische beweging werd vergezeld van veel media-aandacht over hoe belangrijk het nieuwe protest wel niet was. Er kwam een leus: ‘Wij zijn de 99%’. De beweging stond namelijk voor de hele bevolking behalve een klein groepje die de financiële crisis had veroorzaakt. Het was wachten op boeken waarin die beweging zou worden geanalyseerd. Het was immers een beweging die na enkele maanden geheel verdween en geen enkele verandering in gang zette.

Rekbare wetenschap

En nu is er dus een boek over Occupy: Thank you, anarchy van Nathan Schneider. Het is uitgegeven door University of California Press. Dit laat zien dat wetenschap een rekbaar begrip is. Schneider bevond zich maandenlang in het tentenkamp van Zucotti Park, praatte met andere actievoerders en was erbij toen het tentenkamp door de politie werd ontruimd. Op basis van het boek wordt niet duidelijk wat de precieze professie van Schneider is, maar hij lijkt een journalist, en bovenal: een sympathisant van de beweging die hij beschrijft. Waar zagen we dat eerder?

Als wetenschapper verwacht je een antropologische analyse van hoe Occupy ontstond, hoe de actievoerders zich staande hielden en wat er van de gemeenschap overbleef toen het tentenkamp weer weg was. Maar hoewel Schneider heel veel feiten en details over de protesten deelt, ontstaat nergens een overkoepelende analyse van Occupy, waarom het ontstond, waarom er zulke enorme verwachtingen van waren en waarom het zo geruisloos verdween. Schneider’s boek is daarmee een kopie van Occupy: geen doel, geen structuur, geen zelfreflectie en dus alleen maar ruis.

Geen doel

Occupy had geen duidelijk doel. De beweging was links, tegen de financiële elites en tegen het neoliberalisme. Maar de beweging had geen concrete eisen of voorstellen: ze was vooral tegen alles wat naar rechts economisch beleid riekte. Schneider beschrijft discussies over de vraag of er een doel moest zijn. Dat doel kwam er niet, al werd er wel veel over gediscussieerd. De anarchistisch ingestelde demonstranten vonden het allemaal goed om diversiteit toe te laten, maar juist rechtse bedrijfskundigen hadden hen kunnen vertellen dat je zonder doel niets bereikt.

Een andere les van rechtse types was ongetwijfeld geweest dat er een structuur nodig is. Zonder duidelijke organisatie is het moeilijk een afgesproken doel te verwezenlijken want in dat geval ‘doet iedereen maar wat’. En dat is dus ook precies wat Schneider in 180 pagina’s doet: ellenlange uitweidingen zonder doel en zonder structuur om te laten zien dat Occupy heel divers was en dat er veel creativiteit en ideeën in Occupy zaten. Maar Occupy bracht niets tot stand. Net als dat Schneider nergens tot een duidelijke conclusie komt.

Zelfreflectie

De verwachtingen over Occupy werden niet ingelost, al was onduidelijk wat Occupy nu precies had moeten bereiken. De vraag waarom Occupy implodeerde vraagt om reflectie en precies dat ontbreekt. De protesteerders vroegen de politie ‘wie de politie diende’. Het antwoord was natuurlijk: de Amerikaanse overheid, de bevolking en de wet. Als je de wet negeert, krijg je met de politie te maken. De demonstranten voelden zich echter onderdrukt. Twee jaar later reflecteert Schneider niet op de vraag waarom de demonstranten zich boven de wet verheven voelden.

Schneider schrijft vol bewondering hoe je urenlange bijeenkomsten zonder structuur kunt hebben waarbij iedereen het woord krijgt. Maar er volgt geen reflectie op de vraag hoe je dit moet organiseren met mensen die een baan hebben. Zonder doel en structuur kun je niets bereiken, zonder zelfreflectie zul je nooit weten waarom je niet succesvol was en hoe je dat alsnog kunt veranderen. Als de doelen van Occupy de strijd waard waren – wat die doelen ook mochten wezen – dan hebben Occupy en Schneider die doelen geen dienst bewezen.

Het enige wat resteert zijn heel veel losse verhalen en standpunten die geen consistent geheel vormen. Ruis heet dat. En zo blijft Occupy wat ze was: een kleine linkse kliek die zei voor ‘de 99%’ te staan, terwijl iedereen wist dat dat niet klopte. Behalve Occupy zelf natuurlijk.


Chris Aalberts
is auteur van Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen.