Telkens dat gezicht. De geblondeerde, ongecontroleerde krullen, de melancholische oogopslag en donkere wenkbrauwen, de vrouwelijke mond die in zichzelf mompelt of op nagels bijt. Xavier Dolan onderneemt met zijn nieuwe film geen enkele poging het beeld dat van hem bestaat omver te werpen. Pretentieus. Tikje megalomaan. Bovenal narcistisch. Tom à la Ferme geeft criticasters veel munitie in handen, maar slaat het er net zo hard weer uit.
Want het is dat gezicht van Dolan waarop het verhaal zich ontvouwt. Zoals Nicolas Winding Refn in Only God Forgives het gezicht van Ryan Gosling het verhaal liet vertellen. Alles wat rond hem gebeurde etste en butste zich in dat gezicht. Tot het een bijna grotesk masker was geworden van wraak en obsessie. Zo ver gaat Dolan niet, maar het eindeloos op zichzelf richten van de camera heeft wel eenzelfde functie. Het verlies van zijn geliefde, de pijn van de leugens die hij de buitenwereld voorhoudt en de schaamte die hem dat ingeeft; allemaal trekt het sporen op zijn gelaat.
Tom (Dolan) gaat naar de boerderij om zijn lief te begraven. Maar eenmaal daar komt hij klem te zitten tussen het verstikkende verdriet van de moeder en de wurgende homofobie van de broer. De moeder (Lise Roy) is blij dat hij is gekomen, ook al herinnert Tom haar aan het onrecht van de dood van haar Guillaume. ‘Iemand van vijfentwintig gaat niet dood. Dat kan niet.’ Broer Francis (Pierre-Yves Cardinal), seksueel gefrustreerd en rancuneus, dwingt hem met wrede spelletjes de onwetendheid van de moeder omtrent de seksualiteit van haar zoon in stand te houden.