Queridos amigos e amigas! Ik ben zo blij als Bobbi Eden met elf zwarte kinderarmpjes in haar endeldarm omdat ik weer terug ben in mijn geliefde Algarve. Que saudades, wat werd ik verteerd door heimwee in het goddeloze Mokum, die poel des verderfs waar iedereen maar snoereert en de Marqt frekwenteert. Ik moest daarom vreselijk huilen toen ik mijn honden weer zag, en hun epische drollenbolussen waarop duizenden strontvliegen feestten. Spontaan uit mijn hoofd droeg ik ze de schitterende hommage aan de Algarve voor van de bekende sinterklaasdichter Nasi Rames.
Loop door de hoteltuin
Sta versteld van
De bloemen pracht
Hier zo in perken
Samen gebracht
Oleander prachtige kleuren
Staat overheerlijk te geuren
Rozen staan volop te bloeien
Voor een vaas enkele snoeien
een enorme Lantana
Met zijn sterke geur
Staat te pronken
Onder bij de deur
Je ziet al deze kleuren
Bij deze Portugese temperaturen
Zover je maar
Kunt turen
Zou hier wel altijd
Willen blijven
Maar heelaas mijn vliegtuig
Vertrekt tegen vijven
Overigens is Lantana Algarviaanse slang voor de veelal uit Afrika afkomstige handgesnedenhoutenolifantjesverkopers en daarmee zijn we weer terug bij Bobbi Eden!
Wat wil het geval, waarom ben ik zo geëxalteerd? Ik was dus een week in Mokum en dat heb ik geweten! En hoe! Zo bestelde ik in een vunzig koffiehuis op de Albert Cuijp een kopje koffie, een pistoletje kaas en een glaasje jus d’orange.
Ik werd bediend – geschoffeerd is beter op zijn plaats – door een wicht dat me deed denken aan Rachel Hazes maar dan ordinair. ‘Hebben we haast, opa?’ was haar vriendelijkste opmerking. Ze was nog te dom om pornoactrice te worden! Ik bedoel, daarvoor moet je net als ons aller Bobbi Eden minimaal het verschil tussen je pies- en poepgaatje weten en ik denk dat deze serveerster daarom gewoon door haar voorbips scheet, zo intellectueel uitgedaagd was ze. Na twee uur kwam mijn bestelling, ik stond net op het punt om weg te lopen. En ja hoor, ik moest meteen afrekenen. ‘Zie ik er uit als een verslaafde die weg rent zonder te betalen, juffrouw’, vroeg ik met trillende stem. ‘Zorgvlied is die kant op, ouwe. Dat maakt dan veertien euro samen.’
Dertig gulden vijfentachtig cents, mensen, alsof je een emmer leegschud. De jus was van het merk Minute Maid en zat in een borrelglas. Het broodje zou zelfs nog geweigerd worden door Ton Elias en de koffie … Ik moest huilen. ‘Wat krijgen we nou, opa, zijn we aan het dementeren? Opzouten nou, je verziekt mijn klandizie.’ Als straf liet ik maar tien cents fooi achter en begaf ik me door een haag van Pijp-hipsters (wat is die buurt er vreselijk op achteruit gegaan sinds de jaren dertig) naar literaar café De Pels, zeg maar het voorportaal van Zorgvlied. Daar wachtte mij een zogeheten suprise party, verzorgd door mijn wapenbroeder Gabriel Kousbroek (een en ander vanwege onze 150ste column in de Volkskrant. Iedereen was er, van Mr. Theo Hiddema tot Jan Lenferink! Kijkt u even mee naar de schitterende kieks die er niet om liegen, onder andere gemaakt door meestersocietyfotograaf Willy-Jan van Gemert.
Een domper op de feestvreugde was dat iedereen aan het zuipen was als de spreekwoordelijke tempeliers en dat die iedereen voortdurend grapjes maakte over mijn hardnekkige glaasjes bronwater. YOU CAN GET A GOOD MAN DOWN! Schobbejakken! Ik overleef jullie allemaal, stelletje harteloze, gedeëmpathiseerde klaplopende klootzakken!
Enfin. In de talloze vaak ontroerende toespraken werd ik voortdurend vergeleken met Martin Bril. Ik wil hier alleen over kwijt dat ik vorig jaar intensief contact heb gehad met Volvo maar dat de onderhandelingen stuk liepen omdat Volvo mij geen typische Volvo-man vond omdat ik geen rijbewijs heb. Ik ben nu druk bezig met rollatormogul Wheelzahead en incontinentieluiergigant Depend maar daar leest u over in mijn volgende columns.
Pero bueno. Ik ontvluchtte Mokum zoals de ratten een zinkend schip vol ebolalijers ontvluchten en besloot naar de sauna in Weeps te gaan om te contempleren over de zin van het bestaan. Het wemelde daar van de nakende Anjas Meulenbelten, Sharonnen Dijksmas en Aishas Ten Tuinbroekes en ik moest ineens denken aan soerat al-Baqarah: 164 (uit de heilige Koer’aan, that is).
“Voorwaar, in de Schepping van de hemelen en de aarde, in de afwisseling van de nacht en de dag, in de schepen die over de zee varen met wat de mensen voordeel geeft, in wat Allah aan water uit de hemel neerzendt, waarmee Hij de aarde tot leven brengt na haar dood, in (het feit) dat Hij daarop allerlei dieren verspreidde en in de besturing van de winden en de wolken die tussen de hemel en de aarde dienstbaar zijn gemaakt zijn zeker Tekenen voor een volk dat verstandig is.”
Tijdens het laatste Boekenbal vertelde de bekende mohammedaanse auteur Abdelkaderabdollah Ben Ali Van de Wegenwacht mij dat alle elementen in de Schepping zijn zo goed gemaakt, zo perfect georganiseerd, dat elk weldenkend mens niets anders kan doen dan zich overgeven aan het bestaan van de Alwetende, Almachtige, Alwijze, die achter dit alles zit.
Alles goed en wel, dacht ik toen ik met mijn goddelijk lichaam en slingerende olifantenslurf en met de neus dichtgeknepen tussen het bedorven vlees slalomde , maar de Allah zou als hij tijd heeft eens een kijkje moeten nemen in die sauna te Weeps want qua schepping van de mens heeft Hij her en der flink wat steken laten vallen, me dunkt. Tenzij de perfect mens van zijn schepping enkel de mohammedaan geldt uiteraard. In dat geval neem ik alles terug.
Het was me een gekakel van jewelste, de sappen dropen uit alle gaten en ik werd nog bijna gegengbengd door een kudde heksen tot er drie lichtgetinte heren binnen kwamen. In hun onderbroeken! Ik bedoel, je staat toch enorm voor lul als je in een Wibra-slips met remsporen en een zichtbare erectie door een sauna met tweehonderd Tantes Pollewop gaat dribbelen als een geile mandril. Ga dan naar de Thermos Sauna in Amsterdam (u weet wel, op het vertrouwde adres Raamstraat 23. Personal douche tubes for anal hygiene for sale). Dat is gewoon lekker met mannen onder mekaar en je kan er een mooi centje bijverdienen door diverse hand- mond- anus- en spandiensten en anders stofzuig je even de lockers in de kleedkamer schoon.
Ik sloop naar de badmeester en zei dat er drie Indiërs waren die geheel tegen de huisregels in hun ondergoed de boel liepen te provoceren en uit te dagen zoals de Indiër dat gewoon is. Zoals jelui weet ben ik een keurig en door en door politiek-correct personage en vertik ik het om altijd maar de Marokkanen de schuld te geven van alles. In Amsterdam is het bij Groenlinkers tegenwoordig bon ton om, wanneer je gemolesteerd bent door naffers, te roepen dat het Indiërs waren. Daar zijn er toch heel veel van en die worden toch niet zo gauw boos omdat ze helemaal wappiechapati zijn van de zenmeditiatie. De sauna werd bijkans afgebroken en de drie Indiërs vertrokken krijsend en gillend dat alles kaaskoppen raziesten waren en Wilders en Janmaat en dat de joden er achter zaten en dat de uitkeringen te laag waren en dat de juweliers veel te duur waren und so weiter.
U begrijpt, ik snakte naar mijn datsja in de Algarve maar besloot eerst nog even met mijn wapenbroeder Rob Muntz naar De Nollen te gaan in het verre Den Helder.
Daar zwaait Paul Jan van de Wint, u weet wel, de scepter over een ongeëvenaard kunstproject in de vrije natuur dat zijn weerga niet kent en waarnaast het Kröller-Müllermuseum verschrompelt tot het volkstuintje van La Anja Meulenbelt.
Leest u even mee?
“Reindert Wepko (Ruud) van de Wint (1942-2006) had zich in 1980 teruggetrokken in het oude binnenduintje De Nollen, nadat hij het exposeren in Europese musea achter zich had gelaten. Hier concentreerde hij zich op het maken van schilderingen, beelden en bouwsels in samenhang met het duinlandschap. De Nollen werd zijn levenswerk. Van de Wint is onder meer bekend door zijn schilderingen in de Tweede Kamer en plafondschilderingen in het stadhuis van Groningen en het werkpaleis van Koningin Beatrix, Paleis Noordeinde. Daarnaast heeft hij zo’n vijfendertig sculpturen gerealiseerd die verspreid door Nederland staan. In 2002 werd een tentoonstelling van zijn werk georganiseerd in het Kröller-Müller Museum in Otterlo: R.W. van de Wint. Clair-obscur. Zeven beelden. Twee beelden zijn toen aangekocht voor de collectie.
Vijfentwintig jaar lang heeft Van de Wint zich in De Nollen geconcentreerd op het creëren van de condities voor heel basale ervaringen van donker en licht, kleur, ruimte en maat, van verdieping en relativering. Op één minuut loopafstand van Station Den Helder Zuid bevind je je ineens in een ‘landschap van de verbeelding’ dat je blik op de werkelijkheid verscherpt. Wat begon als een artistiek experiment in dit oude, verwaarloosde binnenduingebiedje in Den Helder, groeide uit tot een ‘totaalkunstwerk’. In mei 2006 is Van de Wint plotseling overleden in zijn geliefde duingebied.”
Paul Jan van De Wint zet het levenswerk van zijn oom, de broer van zijn moeder dus, op grootste en meeslepende wijze voort en hij leidt u graag rond door dit schitterende project. Wellicht kan hij u zelfs nog een anecdote vertellen uit zijn roemruchte televisiecarriere met dhr. Muntz, al moet u niet over Hitler in Wenen beginnen want daar wordt Paul Jan nog steeds voor behandeld.
‘Wanneer zien we jullie weer terug op de treurbuis, vroeg ik aan de beide heren, het is al weer zo lang geleden.’ Muntz en Van de Wint zijn in onderhandeling met de diverse zendercoördinatoren om een serieuze talkshow, met Jan-Jaap van der Wal als sidekick, te beginnen op het tijdstip waarop normaliter P & W wordt uitgezonden. Begin volgende week verschijnt hier over een persbericht van de gezamenlijkheid en ik houd mij (met tegenzin omdat ik dingen weet) aan het embargo van Muntz & Van De Wint.
Dat was een hektisch weekje, u begrijpt. Ik stak daarom mijn middelvinger naar Mokum vol flessentrekkers en ladenlichters en hipstersdiehartstikkemorsdoodmoeten op toen de vliegmachine van TRANSAVIA (u begrijpt, één gratis ticket) het ruime luchtsop koos. Nee, dan de Algarve! Gemiddeld 50 tot 60 cents voor een schitterend bakje espresso, van die koffie waar George ‘Nespresso’ Clooney meteen een week van aan de schijterij is.
En ik heb nog meer goed nieuws! Aanstaande vrijdag viert gansch Portugal de veertigste verjaardag van de Anjerrevolutie en uw man in de Algarve is er bij! Op zijn fiets zal uw nederige inkthoer/letterknecht/schrijvende aap verslag doen van de diverse manifestaties in uiteenlopende dorpen waar u nog nooit van heeft gehoord. Dit weekeinde exclusief bij THE POST ONLINE! Op de valreep krijg ik een brief van Caroline van den Akker uit ‘s Gravenhage en die brief gaat toevallig over….
de Anjerrevolutie. Ata logo, queridos amigos e amigas!
Oi Turinho,
Wat een feestje, zeg, daar in de Pels, en dan jij, ondanks dat zooitje tempeliers, standvastig aan de spa en geen trekje genomen! Als het aan mij lag, liep je nu rond als een pauw vanwege alle veren die ik in je reet heb gestoken! Jij inmiddels terug in een warm Portugal dat zich opmaakt voor een ander feestje: de viering op 25 april van de Anjerrevolutie, nu alweer 40 jaar geleden. Er wordt om die reden, dit jaar groots uitgepakt, o.a. met muziekfestivals her en der.
De rode anjer was dus een belangrijk ingrediënt voor deze vreedzame opstand van volk en militairen, die leidde tot de val van de dictatuur, maar wist je dat de muziek een ander belangrijk onderdeel was? Weet je hoe de revolutie begon? Het Rooms Katholieke radiostation ‘Renascença’ was bezet en van daaruit klonk het startsein voor de revolutie. Nee, niet met geweerschoten, maar met het lied ”Grandula’, dat de zanger, José Afonso, de ether in zong.
Werden er hier in Nederland , tijdens de WOII allerlei geuzenliederen verspreid via Radio Oranje, in Portugal was dat niet anders. Veel onschuldige volksliedjes kregen een revolutionair karakter. Behalve José, speelden o.a. de zangers en musici Sergio Godinho, Luís Cília, Adriano Correio de Oliveira, Vítorino en Carlos Paredes, componist en virtuoos op de Portugese gitaar, een opruiende rol. De meesten van hen kwamen indertijd voor een concertreeks naar Nederland, o.a. i.h.k.v. het Holland Festival. Ik fungeerde als gids, tolk/vertaalster en ook presenteerde ik bij gelegenheid hun concerten en ze hebben allemaal bij me gegeten en/of voor langere of korter e tijd gelogeerd
Zo ook José, die ondertussen, tegen wil en dank, zo’n beetje uitgegroeid was tot het symbool van de revolutie. Ik woonde met mijn toenmalige vriend in een souterrain aan het Oranjeplein, in Den Haag, en de zanger zou voor de duur van de concerten bij ons logeren. Een grote, imposante, edoch, nerveuze man kwam binnen. Het eerste wat hij vroeg, was waar hij moest slapen. We beschikten slechts over één grote woon/werk/slaapkamer, waarbij het slaapgedeelte werd afgeschermd door boekenkasten. en een hele grote, aan een enorme tuin – type oerwoud… – grenzende woonkeuken. Hij mocht kiezen. Het werd de kamer.
Die nacht ging het licht daar regelmatig aan en uit. De remmende en optrekkende auto’s en het geroezemoes voor de deur – het was een clandestiene tippelzone! – hadden hem uit zijn slaap gehouden. De volgende nacht werd het dus het matras in de keuken, maar ook daar bleef het licht niet uit en klonk steeds druk gestommel. Het geluid van de koelkast was de boosdoener en het was er niet donker genoeg. Dan maar verhuizen naar vrienden die vlakbij ons woonden, ruimer behuisd en aan een minder drukke straat. Ze vonden José de volgende morgen, liggend in de gang, op het veel te brede matras dat hij tussen de muren had gepropt. Ook hier had hij, de slaapthee, getrokken van uit Alentejo meegenomen kruiden, het slaapmasker en oordoppen ten spijt, de slaap niet kunnen vatten.
José werd, vooral ’s nachts, gekweld door zijn verleden, waarin hij voortdurend in de gaten gehouden was door de PIDE, de Portugese geheime politie, door wie hij meermalen is opgepakt en gemarteld. Hij had er een onrust en overgevoeligheid voor… – ja, voor wat eigenlijk niet? – door opgelopen. Toch had hij zijn humor niet verloren. Hij vertelde lachend, en veel uitgebreider dan ik nu, hoe hij uitgenodigd was door bezorgde vrienden om naar de rust van het platteland te komen. Hij had het er welgeteld een nacht uitgehouden. Gék was hij er geworden van de blaffende honden, rinkelende schapen- en koeienbellen en kraaiende hanen.
Echt rust kreeg hij pas weer toen hij begin 1987 overleed aan de spierziekte ALS, die in 1982 al bij hem was geconstateerd, alsof hij godverdomme nog niet genoeg ellende op zijn boterham had gekregen! Tot aan zijn dood, bleef hij het geweten van de Portugese politiek en maakte hij, met zijn opinies in krant en op tv, zowel links als rechts het leven flink zuur. Een stoet van 30.00 mensen, waaronder ik, bracht hem naar zijn graf. Nee, oké, doden vielen er niet op 25 april 1974, maar talloze slachtoffers waren er wel degelijk!
En nu als de wiedeweerga naar The HolyTube en luisteren naar die weergaloos breekbare, gevoelige stem, die een heel volk en leger op de been wist te krijgen!!!