Wie niet verschuild onder een steen lag, is onvermijdelijk meegesleurd in de vloedgolf van social media. Hoewel oude varianten als Geocities en Six Degrees al eind jaren 90 het licht zagen, kwam de grote omslag van internetgebruik zo’n tien jaar terug met de oprichting van onder andere Facebook, Twitter en Youtube. Los van de vele kritische artikelen over de gevolgen voor sociale contacten in het echte leven, duiken ook steeds meer stukken op die vraagtekens zetten bij het vermogen van social media om ons de inhoud te bieden die we zoeken. Maar ligt dat wel aan de platforms?
Vorige week verscheen in The New York Times een artikel over “Facebook’s Existentiële Crisis”, waar de schrijfster aangeeft dat het voor haar niet meer duidelijk is waar Facebook nou precies voor dient. Het artikel wijst naar de vele veranderingen in opmaak en focus, als oorzaak voor het feit dat oudere gebruikers zich niet langer thuis voelen in hun eigen tijdlijn. Dit verhaal klinkt redelijk, maar Facebook vertelt mij dat ik het platform pas een schamele vier jaar gebruik, en om eerlijk te zijn heb ik pas twee grote veranderingen in stijl meegemaakt. Toch herken ik me wel in het geschetste probleem.
The Verge gaf in diezelfde week een andere invalshoek, en stipte het “vriendenprobleem” aan. Het probleem, zo stelt de schrijver, is dat vriendschappen in de echte wereld een natuurlijk proces van verwatering hebben, terwijl het verbreken van Facebookvriendschappen een bewuste actie vereist. De drempel om zonder concrete reden of wroeging iemand te “ontvrienden” blijkt voor veel mensen te hoog, met als resultaat een netwerk vol mensen waar we niet bijzonder geïnteresseerd meer in zijn. Hoewel dit nog niet verklaart waarom ik hetzelfde probleem ervaar met de pagina’s die ik “like” en waarom ik er ook tegenaan loop bij de social media die minder de focus hebben op “vrienden”, zoals Twitter en Youtube, is dit wel een denkrichting die volgens mij de goede kant op gaat.
Om het verdere probleem aan te geven wil ik een vergelijking trekken met de oude media. Als kind had ik een abonnement op de Zo Zit Dat, een populair wetenschappelijk jeugdblad. Toen ik ouder werd ruilde ik dit in voor de Kijk, later de NWT en inmiddels ben ik geabonneerd op de C2W, het vakblad voor chemisten en levenswetenschappers. Het spreekt voor zich dat deze abonnementen niet opstapelden, en ik hier niet elke week of maand vier (populair-)wetenschappelijke bladen in de brievenbus krijg, maar deze vanzelfsprekendheid kennen social media niet. Onze ‘likes’, ‘follows’ en ‘subscribes’ kennen geen abonnementsduur, worden niet vervangen, maar accumuleren tot één grote hoop.
Dit zou op zichzelf nog te overzien zijn, als onze interesses enige focus hadden. Het internet met haar vrije toegang tot informatie over elk mogelijk onderwerp heeft de concentratiespan voor specifieke zaken echter zo verkleind dat onze generatie uitblinkt in weinig weten over veel dingen. Als ik mijn Youtube “subscribed” pagina erbij pak, wisselen informatiefilmpjes over medische microbiologie, theoretische wiskunde en het Amerikaanse politieke systeem vrolijk de muziekvideo’s af. Twitter houdt me op de hoogte van de situatie in Zuid-Sudan, Oekraïne en Syrië, maar ook de ontkrachting van vijf fabels over koffie, herstelwerkzaamheden tussen Utrecht-Overvecht en Bilthoven en natuurlijk de herindeling van Pekela pronken in mijn timeline. De mogelijkheid om van alles op de hoogte te zijn, schept vanzelf de drang om dat ook te willen.
Een vergelijkend onderzoek onder generatie- en specifiek redactiegenoten laat zien dat ik niet de enige ben met de absurde getallen van honderen mensen die ik bevriend heb op Facebook of volg op Twitter, en zelfs meer dan duizend uitgedeelde “likes” aan boeken, films en merken. Het probleem is dat de druk op de abonneerknop een momentopname is, voor onze interesse voor nu en het komende jaar. Of maand. Of week. Wie weet zijn we het morgen alweer zat. Als we willen dat social media ons de inhoud bieden die we willen zien, moeten we eerst zelf bedenken wat dat dan is. Dat kan geen algoritme voor ons bepalen.