Jeetje. Het heeft toch nog maar slechts zeven jaar geduurd. Het kabinet gaat een werkgroep instellen om te bekijken of het wellicht mogelijk is om de kredietverlening aan kleine en middelgrote bedrijven te verbeteren. Nooit gingen er meer bedrijven failliet dan de laatste jaren, en iedereen weet hoe het komt: doordat banken, toch al nooit scheutig met risicoleningen, niet of nauwelijks krediet meer geven.
Omdat ze dat met hun zwakke balansen niet mogen, of omdat ze zo snel mogelijk meer winst willen maken om uit de klauwen van de regering te komen en weer lekker bonussen uit te kunnen keren. U kent de redenen. Sommigen zijn legitiem.
Maar de gevolgen zijn pijnlijk, en ik ken er in mijn vrienden- en kennissenkring inmiddels te veel voorbeelden van: veelbelovende bedrijven, 2 tot 50 man personeel, en geen overbruggingskrediet als er een keer iemand niet betaalt. Laat staan een krediet voor investeringen: we zijn hier niet in de VS hoor, niks risico nemen. Kunt u het zelf niet betalen, dan willen wij wel meefinancieren…alsof je dat nodig hebt als je het zelf kunt betalen.
Als je iets moet zien te vermijden als ondernemer is het wel: aankloppen bij de bank. Ze helpen je als het niet nodig is, ze naaien je als je omhoog zit.
Crowdfunden dus. Goed idee ja. Maar kan het ook, in het gierige Nederland? Zoals onze banken weinig van risico’s moeten hebben, zo denkt ook een flink deel van onze bevolking erover: eerst maar eens zien of het wat wordt. Schrijf jezelf als tiener in op Kickstarter om een virtual reality-bril te gaan bouwen en een paar jaar later heb je met je backers ruzie over wat te doen met de inmiddels verdiende miljarden.
In Nederland is het lastiger. Maar het kan natuurlijk wel. Nederlanders willen alleen boter bij de vis, die investeren niet zo maar voor de lol, de kick of de eer. Of ze willen, sorry voor de ontplofte metafoor, boter bij de wind: goedkope stroom van je eigen windmolen. Ging angstaanjagend lekker, daar kon zelfs Rob Wijnberg – dat was ook niet misselijk hoor – niet tegenop.
Neem dat ter harte dus, als je als Nederlandse ondernemer gaat crowdfunden. Zeker bij wat kleinere bedragen (denk: zo tussen de 50 en 100K) is het te doen. Maar vooral, zo door de bank genomen, als je investeerders er snel wat voor terugkrijgen. Meer dan alleen aandacht, al is ook dat essentieel. Makkelijk is het allemaal niet. Maar altijd makkelijker dan een Nederlandse bank overtuigen van de noodzaak van een lening. En een stuk leuker ook.