Toen ik na lange tijd weer eens door mijn oude dorp fietste, wenste ik dat tijd statisch was of dat het mogelijk was terug te reizen naar vroeger. Ik kwam langs het huis waar jij woonde toen wij opgroeiden en stopte op de stoep voor de deur. Het huis stond leeg en ik stapte af om het hoekje om te gaan, langs de groene heg die leidde naar de achtertuin. Onkruid groeide daar door tegels en van leven was geen spoor te bekennen. Maar het was duidelijk jouw tuin. Jij was een van mijn eerste vrienden, al vanaf de peuterschool. Je zit in mijn vroegste herinneringen. In je tuin reden wij rond op fietsjes en karretjes. We ramden die zo hard mogelijk tegen het houten hekje dat naar het achterpad leidde. Jouw vader vond dat niet erg.
Ik liep een stukje door de buurt waar wij woonden. Onze oude school was niet veel veranderd. De glijbaan en klimrekken waren vernieuwd, het gebouw leek kleiner en alles zag er wat moderner uit. Naast de school zag ik het pleintje waar we voetbalden. Ik kwam langs de kroeg waar je moeder ons heen stuurde om pakjes Stuyvesant te halen. De geur van sigaretten hing als kind al om je heen, nog voordat je zelf begon te paffen in de struiken achter de sporthal. Ik kan me vaag verjaardagsfeestjes herinneren. Met verre tochten naar een ander dorp, waar ze wel een zwembad hadden en die eindigden bij jou thuis met friet en een flinke kwak mayonaise. We fietsten vroeger vaak als bezetenen door smalle straten op zoek naar kattenkwaad. Toen we ouder waren staken we dingen in de fik. Dat vond jij toen al leuker dan ik.
Ik vertrok vijftien jaar geleden uit het dorp en ben je uit het oog verloren. Je komt slechts sporadisch voorbij in mijn gedachten. Op internet is geen spoor van je te vinden. Ik heb weleens gezocht, want je blijft toch mijn eerste vriend. Jaren geleden hoorde ik dat het niet zo goed met je ging en dat je weleens mensen beroofde. Daar dacht ik aan toen ik bij je huis stond. Hoe groot het verschil is tussen toen en nu. We speelden in een tuin, haalden sigaretten voor je moeder en beukten met fietsjes tegen hekken. Ik verhuisde en kreeg een goede baan. Jij bleef en beroofde mensen. Ik hoop dat je daar inmiddels mee bent opgehouden. Het maakt alles zo blasé.
Mark Thiessen ziet soms dingen en schrijft daar Proza van Mark over.
Beeld: Shutterstock