Chet Faker experimenteert succesvol op Built on Glass

09-05-2014 14:04

Hij was even verdwaald geraakt tussen alle losse cd’s die hier op kantoor rondzwerven. Maar de debuutplaat van Chet Faker is zo verschrikkelijk goed, dat een verlate recensie zeker de moeite waard is. Alles klopt op Built on Glass.

Echt heel lang is Nick Murphy, de echte naam van Chet Faker, nog niet in het vizier. In 2012 wint hij in Australië de Breakthrough Artist of the Year Award en daarna begint het balletje langzaam te rollen. In april dit jaar brengt hij zijn debuutalbum Built On Glass uit. De naam Chet Faker stamt inderdaad af van de legendarische trompettist en zanger Chet Baker. Murphy luisterde veel jazz en is groot fan van de muzikant. “De naam is een ode aan Chet Baker en de muziek die hij speelde, iets waar ik op z’n minst een hommage aan wil brengen in mijn eigen muziek.”

Niet makkelijk

Dat Murphy veel jazz luistert, is zeker terug te horen op Built on Glass. Op een experimentele en minimalistische manier laveert hij tussen jazz en R&B. De gitaren en synthesizers gaan virtuoos alle kanten op, terwijl de drums en saxofoons weinig variatie kennen, de saxofoon houdt zelfs vaak lang dezelfde noot aan om voor een zachte opvulling te zorgen. Dit zorgt in combinatie met Murphy’s zwoele, ietwat nasale stem voor een minimalistisch geluid dat het voor elkaar krijgt niet saai te worden.

De term ‘makkelijk’, zoals het gemiddelde pophitje, is niet geschikt voor Built On Glass. Toch is de muziek wel toegankelijk. Murphy neemt de rust. Hij haast niet, hij neemt de tijd muziek te maken. Ondanks zijn soms vreemde keuze van instrumenten, nummers die volledig a-ritmisch lijken en voor sommige mensen soms tergend irritante fluit- of saxofoonsolo’s, is het allemaal zonder moeite luisterbaar. Ook voor diegenen die een hekel hebben aan jazz omdat het ‘te moeilijk’ zou zijn.

Irritante sax

Dat a-ritmische, althans op het eerste gehoor lijken de verschillende lijnen niet overeen te komen, is te horen op Melt en Cigarettes And Loneliness. Ook kent Melt een bijna irritant fluitsolo. Toch is het de hit van de plaat, het nummer blijft hangen. De zoete vrouwenstem van Kilo Kish is de perfectie die alle bewuste imperfecties opheft. Het zijn die imperfecties die het nummer prachtig maken.

To Me is melodieus. Een koor van Murphy’s eigen stem, de subtiele saxofoon komt even terug, er is veel te horen op het nummer. Dat wordt doorgetrokken in Blush, dat van veel instrumenten, voor Chet Faker-begrippen dan, teruggaat naar een heel minimalistisch geluid. De overgang is perfect. Deze strakke lijn in het hele album laat zien dat er is nagedacht over de volgorde van de nummers. Het lijkt bijna een soort moderne symfonie.

Alles klopt op dit album van Chet Faker. Van begin tot eind, overal is over nagedacht. Hij experimenteert succesvol op Built on Glass, maakt het jazzy geluid tastbaar en weet ‘moeilijke’ muziek toegankelijk te maken voor alle luisteraars.