A Minor Forest uniek in elke aanslag

12-05-2014 16:15

Begin jaren 1990 gebeurden er mooie dingen in en rond de hardcore scène van de Verenigde Staten, veel gecentreerd in Louisville. Uiteraard en terecht wordt Slint voortdurend bejubeld; Spiderlandeen welhaast onbenaderbaar meesterwerk. Slint stond echter niet op zichzelf, door heel Noord Amerika was een klimaat waar jonge posthardcore, noiserock en punkbands opzoek waren naar een eigen uniek geluid.

Op steenworp afstand van Slint experimenteerde Rodan met een vergelijkbare dynamiek in de muziek en legde daarmee samen met generatiegenoten Unwound de eerste stenen onder wat later math rock zou worden genoemd. Unwound dat met Fake Train en New Plastic Ideas noiserock een nieuwe richting in probeerde te stuwen. Dit terwijl in North Carolina Sooyoung Park eerst met Bitch Magnet posthardcoreterreinen onderzocht om vervolgens met Seam een aantal slowcore klassiekers op te nemen. En daarmee zijn we al weer bijna teruggekomen bij Slint, daar David Grubbs die samen met Sooyoung Park speelde ook in Squirrel Bait de gitaar had omhangen, een band waar Slint dan weer later uit ontstond. En had ik Bastro al genoemd? Een hele collectie aan – onderling verbonden – bands die nieuwe dingen deden. Jonge tieners, begin twintigers die andere muziek wilden maken, zich wilden onderscheiden.

Nieuw materiaal

A Minor Forest was ook een van die bands. De verzamel-cd … So, were they in some sort of fight?, met een collectie aan moeilijk te krijgen en nooit eerder gereleased materiaal, beschrijft het geluid van het trio eigenlijk het beste. De band, afkomstig uit San Fransisco, balanceerde voortdurend op de rand van hardcore, posthardcore en postrock, met een voortdurende wrijving tussen de felle erupties van de eerste twee en de broeierig brand van de laatste. Elk nummer klinkt werkelijk alsof er geknokt wordt en fel; vol op de vuist. Het zijn dezelfde ingrediënten als die waar Slint en Rodan of Codeine meewerken, maar de uitkomst is op de twee langspelers die het trio uitbrengt geheel anders. Nu ja, geheel; vergelijkbaar met bovenstaande is A Minor Forest zeker. Bij de band uit San Fransisco zijn de hardcore-erupties echter sterker, ligt naast de math rock die geleidelijk aan wordt ontwikkeld ook een melodisch lijntje naar de emorock, zoals de latere indierock van Sunnydale Real Estate wordt genoemd.


Scherp, puntig, explosief, bij momenten erg noisy en vies en toch enorm melodisch; deze wilde en brede smaaksensatie vind je in zijn geheel terug op Flemish Altruism en Inindependence. Twee langspelers die deze naam ook daadwerkelijk eer aan doen met elke twee grote zwarte plakken om af te spelen. Twee platen die beide alle kanten op te lijken gaan, van ruwe postrock tot hardcore en onnavolgbare math rock bevliegingen. Op Inindependence worden de nummers wel langer, wordt meer met de postrock structuren geëxperimenteerd. Maar A Minor Forest verliest zich daarbij niet in perfect gitaar werk of een zuiver geluid, aldoor blijft de hardcore en punk esthetiek in het geluid door spelen. En juist dat houdt het spannend. Je voelt voortdurend dat er een eruptie gaat komen, een knal op je trommelvliezen, maar wanneer of hoe en of hij ook daadwerkelijk gaat komen, dat is geen vast gegeven (zoals nu vaak in de postrock wel het geval is).


Wat dat betreft sluit A Minor Forest weer fijn aan bij het werk van Polvo, die ook niet voor niets worden gerekend tot de grondleggers van de math rock, of Don Caballero. De eerste meer in de indie rock noise hoek terug te vinden, de andere al verder gedoken in de hogere wiskunde, valt A Minor Forest daar mooi tussen. Uniek in elke aanslag, vormend voor de vele postrock en math rock die op deze heren volgden. En beide platen zijn zojuist opnieuw uitgebracht. Iets om snel op te jagen, dus.


Dit artikel verscheen eerder bij Sounds Tilburg.