Heleen van Royen is een burgertrutje met een briljant gevoel voor commercie. Jaren geleden had ik het privilege om haar en haar ex-man Ton uitgebreid te interviewen aan de keukentafel in Almere. Mijn opdrachtgever was een glossy, dus het mocht wat kosten. Het hele gezin werd in het pak gehesen en vooral op de schmink werd niet bepaald bezuinigd. Want het blijven sterretjes, die twee.
Wat me opviel die avond is dat Heleen prima in d’r vel zit. Nog geen greintje depressief gedrag. Geen spoortje. Haar hersenpan bestaat volgens mij uit twee regio’s. Die van de attente, bezorgde moeder. De andere hersenhelft doordrenkt van een soort geilheid, die je alleen maar in tweederangs sexshops in de schappen vindt. Een volkomen gedateerde vampact, die in een oude Tiroler sexfilm niet zou misstaan. We praten dan wel over de jaren zeventig met titels als Kom met je waldhoorn tussen mijn Alpen, oorspronkelijk Auf der Alm, da gibt’s koa Sünd. In 1974 een kaskraker van jewelste in ons land.
Toch stonken Erben Wennemars, Matthijs van Nieuwkerk en Nico Dijkshoorn als treurige, bronstige, gefrustreerde pubertjes binnen één minuut in het nieuwe, laatste kunstje van Van Royen. Een boek met tweehonderd selfies van het succesvolle huisvrouwtje. In alle standen, met vooral de nadruk op de genitaliën van de door merchandising geïnfecteerde nepschrijfster. Een close opname van een tampon die langzaam uit de vagina wordt getrokken. In de uitzending verklaard als symbool van de laatste stuiptrekkingen van vruchtbaarheid. Vlak voordat de overgang zich aandient. “Alles wordt minder” aldus Heleen, “ik ben aan het verliezen”.
Het Letterkundig Museum presenteert vanaf vrijdag de tentoonstelling van Selfmade, zo heet het project van Heleen. Naast de pijp van Harry Mulisch en de typemachine van W.F.Hermans, kun je nu ook genieten van audio-opnames die de hoofdmoot van de foto’s, naaktkiekjes van Heleen, moeten ondersteunen. U hoort bijvoorbeeld het geluid van een wasmachine, want dat kun je volgens “de schrijfster” vergelijken met “de cyclus van het leven”.
“Wrang, rauw en dapper” noemt Aad Meinderts, directeur van het Letterkundig Museum, de huisvlijt van Heleen. Want als enige gelooft hij nog wél heilig in de verzonnen, zwartgallige anekdotes van Van Royen. In werkelijkheid springlevend, inmiddels een nieuw, jong vriendje en verkoopcijfers van haar boeken, die deze exhibitionistische voorstelling geheel overbodig maken. Voor het geld hoeft ze het namelijk niet te doen. Dus moet het Leitmotiv wel een onverzadigde, niet te stillen drang naar aandacht zijn. Een energievretende afwijking, lijkt mij, van een bijna vijftigjarige, volwassen vrouw. Maar dan vooral voor de mannen die die schreeuw om vooral lichamelijke erkenning iedere minuut van de dag moeten bevredigen. Lijkt me zwaarder dan een dag werken in de bouw.
Voor wie de uitzending gemist heeft, Heleen is dol op vers sperma, want dat glinstert zo mooi. Want als je even later kijkt, kakt sperma snel in en wordt het waterig. Dus ook de resultaten van een huiselijk “cumshot” zijn onderdeel van Selfmade. Want als je goed kijkt volgens Hans Aarsman, fotograaf, hij schreef het voorwoord van het boek, zie je nog wat spermaresten tussen de lokken van Van Royen plakken. Ik zou zeggen, kan het autobiografischer?
Met weemoed denk ik terug aan het interview met Hafid Bouazza in de rubriek Mediareflectie, maar dan met een echte schrijver. “Ziekte, liefde, dood en verderf verkoopt nu eenmaal beter. De mensen willen clichés lezen, horen en zien,” was zijn mening over opgepijpte titels, waarmee boeken heden ten dage door de strot van de kijker en lezer worden geduwd.
Om Selfmade nog een extra verkoopzetje te geven, deed de even commerciële en even mediageile grossier in gedichtjes, Nico Dijkshoorn, ook nog een duit in het zakje. In zijn wekelijkse bijdrage beschrijft hij een pisscène, samen met Heleen, staand in het urinoir. In de publiekshots neem ik nerveuze, kwijlende mannen waar. “Ik ben maar een eenvoudige jongeman,” laat Van Nieuwkerk zich ongemakkelijk uit tijdens het gesprek met Van Royen. Een “jongeman” die volgens mij met zijn programma geen enkele journalistieke of zelfs verstrooiende pretentie meer moet hebben.
Waar iedere vrouwelijk fantast die veinst, dat ze zich wil verhangen aan de hoogste boom, voldoende zendtijd krijgt, waarmee ze weer het volgende gebakken luchtproject kan financieren. Met dank aan de kritische, alerte VARA.