Wraak maakt geen helden. Jeremy Saulnier’s Blue Ruin is een vergeldingsfilm vol wrakken in plaats van wrekers. De in zijn auto wonende Dwight (Macon Blair, onthoud die naam) krijgt te horen dat Will Cleland (David W. Thompson) op vrije voeten is. Wie deze Cleland precies is en waarom Dwight uit is op wraak zijn vragen die er weliswaar toe doen, maar ook relatief blijken, want zoals een van de personages opmerkt: ‘the one with the gun gets to tell the truth.’
Dwight trekt voor zijn wraak vanaf de oostkust van de VS door Virginia richting Kentucky, steeds verder zijn verleden in. Het zijn landelijke gebieden, bevolkt door mannen van weinig woorden. Vragen worden niet gesteld en advies komt in afgemeten porties. ‘I know this is personal. That’s where you’ll fail’, houdt een oude schoolvriend hem voor. En dus wordt er op targets geschoten net zo lang tot het overhalen van de trekker een gewoonte is geworden. Want vergelding is een code die gekraakt moet worden voor hij jou kraakt.
Een vergelijking met Blood Simple is onvermijdelijk. Net als in het sterke debuut van de gebroeders Coen is het geweld hard en nooit helemaal zoals je het verwacht. Saulnier structureert de wraakcyclus met grote precisie en weet de gehele film lang een gespannenheid vast te houden die zelfs de sporadische (en inktzwarte) humor nooit echt weet op te heffen. Maar in de wijze waarop de twee families langzaam worden vastgezogen in een vicieuze cirkel van wraak op wraak, doet Blue Ruin ook denken aan Jeff Nichols’ eersteling Shotgun Stories. Beide films tonen wraak als een gevangenis waaruit het maar lastig ontsnappen is.