Hoe zwaar weegt de historische urgentie van een film in het waardeoordeel erover? Aftermath, van Pools regisseur Wladyslaw Pasikowski, roept die vraag op. De film, over een Pools dorp dat een gitzwarte geschiedenis blijkt te verbergen, kan onmogelijk los worden gezien van de historische context en controverse die ermee wordt losgewoeld. Het is een film die op dwingende wijze de donkere kanten van het Poolse Holocaust-verleden onder onwillige ogen schuift en wegkijken tot misdaad verheft.
Franciszek Kalina (Ireneusz Czop) keert na een afwezigheid van twintig jaar terug in zijn geboorteland Polen om zijn broer Józek (Maciej Stuhr) op te zoeken. De koffer die Franek meebracht uit Amerika, vol maatpakken en sloffen sigaretten, verdwijnt al op de eerste avond. Alsof zijn moederland hem van een vermomming ontdoet en duidelijk maakt dat zo lang hij op Pools grondgebied is, die tussenliggende twintig jaar nooit bestaan hebben.
Aftermath neemt de gedaante van een thriller aan waarin het lang duurt voor de puzzelstukjes op hun plek vallen. Er zijn grafzerken met Hebreeuwse opschriften die Józek verzamelt en op zijn akkerland neerzet, een lichtblauwe auto die geregeld vanuit het niets opduikt om Franek van de weg af te rijden, schimmige eigendomspapieren van de boerderij van de Kalina’s. Lange tijd blijft onduidelijk hoe al die elementen zich tot elkaar verhouden, wat de film vooral in het eerste deel een tikje traag maakt.