Om de 2 weken zal Justin Samgar willekeurig één van de vijftig vensters van het Amsterdams Canon verbrijzelen door zijn eigen interpretatie hiervan te geven. Een nieuw Amsterdam door de ogen van een jongeman die wenst om hier de nieuwe stadsdichter te worden. Het liefst nog voor dat hij grijs en lelijk is.
De straten zijn hier net pijpen
met een net servetje achteraf
om de centrumrook te ontwijken
in een aangename sukkeldraf
Van bovenaf schuin bekeken
zie ik pijpkamertjes zweven
op de polderpalen van huizen
die scheef aan elkaar kleven
´Pijpelijntjes´ werd geschreven
door de meest bedreven
die daar toen leefden
en ook ´De avonden´ van Reve
zijn hier altijd blijven kleven
De wijk van Simon Vinkenoog,
Hazes en het Heinekenplein
Het peil is hier opgehoogd
omdat er hoogwater verschijnt
waar de sloot niet droogt
en er vele witte voetjes zijn
De schilders en edelstenen
hebben zich kunnen verbinden
met een ceintuur in ´t midden
om de gure polderwinden
biddend bijeen te binden
Hoe ooit ´t Sarphatipark begon
als bestemming voor centraal station
Hoe de Albert Cuijp verstond
wat de vrij gezellige markt verzon
De studenten en yuppen
vullen hier nu pleinterrassen
en de hockeymeisjes huppen
alleen in allereerste klasse
Je kan er boren en blazen
en zelfs een beetje slijpen
Zonder stadszuigen en razen
kan de gezelligheid hier rijpen
Ja ik voel vrede… in het Pijpje
Beeld: Shutterstock