Onze parlementaire democratie smult van bijzaken, het mag zo langzamerhand als bekend verondersteld worden. En dat er daarbij en passant karaktermoord wordt gepleegd? Soit. Het meest recente slachtoffer heet Guido van Woerkom, tot afgelopen zaterdag de gedoodverfde nieuwe Nationale ombudsman. Althans, zo had de sollicitatiecommissie van de Tweede Kamer besloten. Dat het parlement een enorme hoeveelheid boter op zijn hoofd heeft, bewees de gang van zaken sinds dit weekend. Vanuit de Marokkaanse gemeenschap klonk verzet tegen de benoeming van de nieuwe ombudsman. Reden: een voor Marokkanen stigmatiserende uitspraak.
‘Er was overigens niets aan de hand geweest als hij had gezegd dat ‘zijn vrouw liever geen taxi neemt, omdat sommige chauffeurs zich zeer vrouwonvriendelijk en intimiderend opstellen’
Er was overigens niets aan de hand geweest als hij had gezegd dat ‘zijn vrouw liever geen taxi neemt, omdat sommige chauffeurs zich zeer vrouwonvriendelijk en intimiderend opstellen’. Door het probleem tot de Marokkaanse chauffeur te beperken, ging hij een grens over. Dat besefte hij zelf overigens ook, want hij heeft excuses gemaakt voor zijn uitspraak.
Daarna dook er een nieuw, zeer ernstig feit op over hoofddirecteur Van Woerkom van de ANWB. Niet dus. Toch stond de Kamer afgelopen dinsdag op z’n kop: binnen de PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie en zelfs bij enkele VVD’ers (Van Woerkom is liberaal) was grote twijfel ontstaan over de benoeming.
Heel eerlijk was SP-leider Roemer dinsdagmiddag tegen de pers. Het was volgens hem niet eens zozeer de Marokkanenuitspraak die zijn partij negatief stemde, maar hij wilde een ander soort persoon op de post. Iemand die niet z’n hele leven voor de autolobby had gewerkt, maar een persoon die voor gewone mensen opkwam. GroenLinks Kamerlid Linda Voortman had zich eerder op de dag op Radio 1 in soortgelijke bewoordingen uitgelaten.
PvdA-leider Samsom sloot na afloop van de bewogen Kamervergadering niet uit dat van Woerkom toch nog ombudsman zou worden. Hij voegde eraan toe dat er wel ‘breed draagvlak in de Kamer’ (dus geen gewone meerderheid) voor de benoeming nodig was. Ook steun bij het instituut zelf was van belang. Op dat moment had de plaatsvervangend ombudsman al het volgende gezegd:
“Voor het gezag van het instituut van de Nationale ombudsman is het van het grootste belang dat iedereen in Nederland vertrouwen heeft dat de Ombudsman zonder vooringenomenheid zijn ambt uitoefent (…) Ik ga ervan uit dat de Tweede Kamer zich bewust is dat vertrouwen essentieel is voor het functioneren van de Nationale ombudsman.”
Een goed verstaander had maar een half woord nodig. Want er was noch een brede meerderheid in de Kamer, noch vertrouwen bij het instituut de Nationale ombudsman in Van Woerkom. Maar nee, een gesprek met de beste man zou volgens Samsom het vertrouwen nog kunnen herstellen.
In een tijdsbestek van 72 uur was de moord, karaktermoord wel te verstaan, voltrokken. De gedroomde kandidaat van de Tweede Kamer was afgeserveerd. Bye bye droombaan, zo leek het. En een aantal hoofdrolspelers waren nog zo eerlijk te zeggen dat niet zijn stigmatiserende opmerking, maar de hele persoon van Woerkom de reden was voor de anti-campagne.
Maar stel nu eens dat de Marokkanenuitspraak Van Woerkom echt ongeschikt maakt, wie heeft er dan zitten slapen? Juist, de sollicitatiecommissie van de Tweede Kamer. Zouden topkandidaten als Van Woerkom in de toekomst nog sollicteren voor een topfunctie bij een overheidsorgaan? Wie dol is op kluchten, zal het zeker doen. Te vrezen valt dat de Kamer er zich van heeft verzekerd dat alleen de saaie bureaucraat, die de pers nog nooit te woord heeft gestaan (laat staan iets verkeerds heeft gezegd), nog solliciteert. Waar een klein land als Nederland groot in is.
Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.