Bashar al-Assad heeft de presidentsverkiezingen in Syrië dinsdag gewonnen. Hij zou 88,7 procent van de stemmen hebben gekregen. Dit zei de parlementsvoorzitter woensdagavond in Damascus. Honderden Assad-aanhangers gingen daarop in de hoofdstad de straat op om hun idool te vieren. Er vielen 3 doden toen er vreugdeschoten in de lucht werden gelost. Onder de doden is een journalist.
Er kon dinsdag alleen worden gestemd in de delen van Syrië die door het Assad-bewind worden gecontroleerd. In het noorden en oosten van het land zijn veel streken in handen van opstandelingen. Waarnemers verwachtten dan ook dat de officiële uitslag een overwinning van het zittende staatshoofd zou zijn. De twee relatief onbekende tegenkandidaten zouden geen kans hebben gemaakt tegen Assad. Die had het propaganda-apparaat van de staat achter zich.
In drie jaar burgeroorlog zijn in Syrië al zeker 160.000 mensen om het leven gekomen. Bijna 3 miljoen Syriërs zijn naar het buitenland gevlucht; vele anderen zijn in eigen land op drift geraakt.
De G7, de groep van de zeven toonaangevende industrielanden, heeft de verkiezingen een ‘schertsvertoning’ genoemd. De leiders van Japan, Canada, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Italië en de Verenigde Staten riepen in een verklaring de herkozen Syrische president op te vertrekken.