De Belgische formatie is een nieuwe fase ingegaan. PS-leider Elio di Rupo presenteerde gisteren plotsklaps een nieuwe linkse samenwerking in Brussel en Wallonië. Hiermee snijdt hij informateur Bart de Wever (N-VA) de pas af bij het vormen van een rechtse federale regering. Voor hem is het nu pompen of verzuipen.
‘Wij zijn verheugd u mee te delen dat we samen beginnen te onderhandelen voor de Waalse regering en die van Brussel’, zei PS-leider Elio di Rupo donderdag zelfverzekerd tegen de verzamelde pers. Naast hem zaten CDH-leider Benoit Lutgen en FDF-voorman Olivier Maigain. In het Waalse en Brusselse parlement komt straks een ‘links verbond’ van de sociaaldemocratische PS, de christendemocratische CDH en het Franstalig nationalistische FDF. De rechts-liberale MR is buiten spel gezet en mag niet langer meepraten over een nieuwe regering. Het plan kwam voor iedereen als een duvel uit een doosje. Nog geen week geleden kondigden Di Rupo en zijn rechterhand Paul Magnette aan de onderhandelingen voor een Waalse regering op te starten, maar niemand had verwacht dat ze er zo snel uit zouden komen. Dit heeft te maken met de formatie van de federale regering die de Vlaamse N-VA-leider Bart de Wever momenteel leidt. Als informateur wil hij een rechtse regering op Vlaams en federaal niveau rond krijgen. Om te slagen moest hij de Franstalige MR en CDH ‘losweken’ van de PS (lees hier het vorige artikel dat daarover gaat). Zijn poging is nu zo goed als mislukt. Di Rupo en Magnette hebben hem de pas afgesneden.
Wat ging er mis? In België zijn momenteel vier formaties aan de gang: een federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse. Het politieke model veronderstelt dat de regeringen in de deelstaten er qua samenstelling het liefst moeten spiegelen aan de federale regering. Alleen dan kan het land zonder politieke blokkades worden bestuurd. Omdat zijn partij tijdens de verkiezingen van 25 mei de grootste is geworden in Vlaanderen, is N-VA-leider De Wever aan zet als informateur voor een nieuwe Vlaamse en federale regering. Zoals gezegd wil hij graag een regering tot stand brengen zonder de linkse PS, die in Franstalig België als grootste uit de bus kwam. Daarvoor moest hij de Franstalige MR en het CDH zo ver krijgen om met hem in zee te gaan. Maar zowel Brussel als Wallonië kunnen deze partijen niet om de PS-leider Di Rupo heen, want hij heeft daar het eerste initiatief in de formatie. Om te voorkomen dat er op federaal niveau een rechtse regering komt, heeft de linkse Di Rupo de twee andere grote Franstalige partijen tegen elkaar uitgespeeld. Het CDH, dat een links programma heeft en een rechts georiënteerde leider kent, is waarschijnlijk gelokt met belangrijke ministersposten in de Waalse en Brusselse regering. Daarnaast was die partij sowieso al de bijwagen van de PS: in de afgelopen twaalf jaar hebben ze op regionaal niveau altijd samen geregeerd. Het voelt voor CDH-voorman Lutgen dus ook ‘als normaal’ om bij Di Rupo aan te sluiten. Met zijn tweeën hebben de PS en het CDH een meerderheid in het Waalse parlement. In Brussel komt het kleine FDF erbij. De MR is dus overal gezien.
Vlaanderen kent de nationalistische partijen N-VA en Vlaams Belang, maar ook in Franstalig België zijn nationalisten te vinden, zij het op kleinere schaal. De Fédéralistes Démocrates Francophones (FDF) van de markante politicus Olivier Maingain is in Wallonië en Brussel actief. Met name in het tweetalige Brussel doet het FDF het goed. Tijdens de laatste verkiezingen behaalde de partij, die opkomt voor de belangen van de Franstaligen en die een linkse agenda heeft, 14,8 procent van de stemmen voor het Brussels hoofdstedelijk parlement. Met de twaalf zetels van Maingain hebben PS en CDH in Brussel voldoende stemmen voor een meerderheid aan Franstalige kant in het parlement. Maar ze moeten nog wel praten met de Vlamingen, die in Brussel hun eigen coalitievorming hebben en ook met een eigen meerderheid moeten komen. Net als op Belgisch niveau moeten de samenstellingen aan Vlaamse en Franstalige kant in Brussel bij voorkeur spiegelen, zodat er een werkbare meerderheid ontstaat. Vervolgens worden beide ‘meerderheden’ tegen elkaar aan geschroefd en heb je een Brusselse meerderheidsregering. Maar zo makkelijk zal het dit keer niet gaan. Bij de Vlamingen is de liberaal Guy VanHengel (Open VLD) de grootste geworden. Hij was met de christendemocratische CD&V in gesprek voor een meerderheid en werd gisteren overvallen door de persconferentie van de Franstaligen. ‘Mijn avond is verknald’, zei hij. Na de persbijeenkomst hebben de Vlamingen onder zijn leiding gezegd niet met het FDF in een Brusselse regering te willen samenwerken. De Brusselse formatie is daarmee dus geblokkeerd.
Nu de Franstaligen de eerste slag hebben geslagen is het aan de Vlamingen om met een passend antwoord te komen. In Vlaanderen wordt sinds vorige week onderhandeld over een rechtse coalitie van N-VA, CD&V en Open VLD. Deze zou eigenlijk overeen moeten komen met een mogelijke rechtse regering op federaal niveau met de Franstalige MR en CDH erbij. Het idee was dat, als er een rechtse federale regering zou zijn, de MR en het CDH in Wallonië samen een rechtse regering zouden vormen. In Brussel had het FDF of een andere partij er dan bij gekund. Nu dit scenario van tafel is, moeten de Vlamingen snel keuzes maken. Bij hen ligt de sleutel in handen van het CD&V. Die partij is groot genoeg om de N-VA in het Vlaamse parlement aan een meerderheid te helpen, maar heeft ook voldoende zetels om zonder de N-VA in zee te gaan. In dat geval zal CD&V-leider Kris Peeters kiezen voor een klassieke ‘tripartite’ met Open VLD en de sociaaldemocratische SP.A. Die laatste partij heeft de Brusselse Open VLD-leider VanHengel al beticht van ‘politieke spelletjes’ en voert de druk bij de christendemocraten op om De Wever te laten vallen. Peeters, die vanochtend op de radio liet weten dat hij er alles aan heeft gedaan om De Wever op federaal niveau te helpen, moet nu kleur bekennen. Wil hij een Vlaamse regering met of zonder de N-VA?
Vooralsnog ziet het er naar uit dat het CD&V op Vlaams niveau zal doorgaan met de huidige onderhandelingen. Peeters zal zich niet willen laten gijzelen door Di Rupo en zijn linkse verbond. Als er een rechtse Vlaamse regering komt naast een linkse Waalse regering, dan moeten die partijen op federaal niveau met elkaar in gesprek voor een regering. In dat geval gaat de federale formatie lang duren, want op sociaaleconomisch vlak liggen de Vlamingen en Franstaligen mijlenver uit elkaar. Ook wordt het dan de vraag wie de premier zal worden: Di Rupo, De Wever of misschien toch Peeters. Mocht dit scenario zich ontrollen – die kans zit er nu wel in – dan komt het ‘confederalisme’ van Bart de Wever in zicht. Dit betekent onder meer dat het Belgische model van regeringen die met elkaar spiegelen verdwijnt. Deze maakt dan plaats voor een stelsel waarbij de deelstaten geheel zelf bepalen hoe hun regering eruit ziet, om deze samenstellingen vervolgens te laten matchen in een federale regering. Gezien de scherpe links-rechts-verhouding tussen Vlamingen en Franstaligen lijkt dit vooralsnog een mission impossible.
Vlaams: N-VA, CD&V, Open VLD (89 van de 124 zetels)
Waals: PS, CDH (43 van de 75 zetels)
Brussels: PS, CDH, FDF (42 zetels), Open VLD, CD&V, SP.A (10 zetels). Samen 52 van de 89 zetels.