Godzilla verwoest San Francisco, Magneto sloopt het Witte Huis en de boze stiefmoeder pest Doornroosje. Hollywoodfilms voelen deze zomer vertrouwd aan. Maar er is ook iets veranderd: tegenwoordig zijn de monsters geen karikaturen meer. Ze hebben een heldere motivatie en soms valt er mee samen te werken. Kortom: monsters zijn soms best sympathiek. Perfect voor de VS van de 21e eeuw. Want na 9/11, Irak en Afghanistan worstelen Amerikanen met de vraag of ze de monsters zijn geworden waartegen ze hebben gevochten.Het leven in de VS was zo lekker simpel: De held was goed, de boef was slecht, de held schoot de boef dood, dus eind goed al goed. Amerikanen waren goed, nazi’s, communisten en terroristen waren slecht. Dat zelfbeeld is deze eeuw nogal beschadigd. De aanslagen van 11 september 2001 waren al een enorme schok, maar de Amerikaanse reactie werd ook al geen klassiek Hollywoodverhaal. Niks “bijna verslagen held krabbelt op en wint alsnog.”
Integendeel: de oorlogen in Irak en Afghanistan hebben de VS wereldwijd kritiek opgeleverd. Stel het jezelf eens voor: je denkt dat je de held bent, je trekt ten strijde, maar al snel word je gezien als een bezettingsmacht. De Amerikanen voelen zich alsof ze Nietzsche’s waarschuwing hebben genegeerd: “Wie met monsters vecht, moet er voor waken zelf geen monster te worden.”
Gelukkig helpt Hollywood. De laatste tijd maken ze vooral sequels, prequels, remakes, en reboots. Creatieve armoe? Welnee. Hollywood gebruikt bekende verhalen, zodat ze geen tijd hoeven te verspillen aan uitleg over het verhaal of karakters. Daarmee creëren ze de ruimte om meer diepgang te geven aan de karakters. En zo de bad guy bijvoorbeeld sympathieker te maken. Godzilla verwoest Los Angeles, maar is ook een bondgenoot tegen nog erger kwaad. Magneto sloopt het Witte Huis, maar is ook onmisbaar voor het overleven van de echte helden van de filmserie X-men. En boze stiefmoeder Maleficent pest Doornroosje, maar ze is eigenlijk vooral een onbegrepen, gepijnigde vrouw, met hele begrijpelijke redenen om zo kwaad te zijn.
Hollywood-monsters zijn niet langer eendimensionale karikaturen. Hollywood heeft de monsters van Nietzsche haar nieuwe helden gemaakt, en zo de VS geholpen haar eigen demonen te bezweren.
Klinkt vergezocht? Het gaat hier niet om een of ander complot, maar gewoon om goede marketing. Hollywood geeft het publiek waar het behoefte aan heeft. En dat is eerder gebeurd. Eind jaren zestig maakte de oorlog in Vietnam een einde aan het populairste Hollywoodgenre, de Western. Het ultieme heldenverhaal van schietgrage Amerikanen in een omgeving met vijandige inheemsen was opeens niet meer zo aanlokkelijk. De eerste heldenfilm die na de Vietnamoorlog uitkwam, was dan ook bovenmenselijk: Superman. Niet geheel toevallig gemodelleerd naar Friedrich Nietzsche’s übermensch. Oorlogsfilms werden cynisch, zoals Apocalypse Now of The Deer Hunter. Daarna bracht Hollywood letterlijk de verwerking van het Vietnamtrauma in beeld, met het sociaal-realistische, psychologische drama Rambo (althans, zo was het boek ooit bedoeld. Serieus). Uiteindelijk duurde het tot de jaren ‘80 voor er weer een film over een klassieke, all american hero werd gemaakt: Indiana Jones.
Wie deze zomer naar de bioscoop gaat, ziet meer dan een “platte” Hollywoodfilm. Die ziet de VS Irak en Afghanistan verwerken. En okay, dat is eerder slimme marketing dan altruïsme. Maar Hollywoodfilms zijn daardoor meer dan loos vermaak. Het is low-brow vermaak op basis van high-brow cultuur die inspeelt op de onderliggende behoeften van een maatschappij. Daar kan Nederland nog een voorbeeld aan nemen, met toppers als Hartenstraat,Toscaanse Bruiloft, of De Toppers.