Zigeuners hebben ook in Portugal een slechte reputatie, queridos amigos e amigas. Nu gaat u natuurlijk onmiddellijk aangifte doen. Ren dan! Het leuke nieuwtje dat ik voor u in petto heb, is dat dat tegenwoordig gewoon in uw eigen taal kan bij uw eigen Sociale Dienstfiliaal, tegelijktijdig met het inleveren van uw maandelijkse Soos-bescheiden. Maar hou uw paarden want ik hou namelijk van zigeuners. Hier in de Algarve wemelt het van de ciganos en die zien er heel anders uit dan hun Nederlandse collega’s die weldoorvoed zijn, in villa’s wonen en grote André van der Louwsnorren dragen (als ze geen snor dragen, vallen ze in de categorie neo-zigeuners a la Frans Bauer en Rafael van der Vaart).
Mijn zigeuners werken. Ze rapen mijn olijven, amandelen en johannesbroodpeulen en in ruil daarvoor mogen hun paarden gratis en voor niks op mijn landgoed grazen. Ik beschouw deze immer vrolijke natuurmensen als het ultieme symbool van de vrijheid. Mijn moeder had net zo veel vertrouwen in de medemens als ik en ons huis was de zoete inval voor zigeuners. Buurvrouwen waarschuwden haar maar mijn moeder liet het wasgoed gewoon wapperen als zigeunermevrouwen om een slokje water vroegen terwijl hun echtgenotes of wat daar voor door ging onze messen in de woonwagen laadden om te laten slijpen. Ach mijn moeder….
Overigens heb ik met mijn geliefde mattie Robert Muntz een notabene bekroonde humoristische en bij vlagen zelfs geestige radioserie gemaakt over etnische minderheden waarin uiteraard ook onze vrienden op wielen voorkomen. Luistert en huivert hier!
Waar was ik gebleven? Oh ja: om mijn liefde voor de zigeuner kracht bij te zetten besloot ik met Pinksteren op bedevaart te gaan naar El Rocio in Andalucië. Surf zelf maar even naar de officiële website.
Dat gedoe El Rocio, dat praktisch bij mij om de hoek ligt, kwam mij eigenlijk wel goed uit want ik moest toch weer een plukje research doen voor mijn nieuwe roman Vandalusia. Vandalusia is de oorspronkelijke naam van Andalucië en, u raadt het al, verwijst naar de Vandalen die voor de komst van de mohammedanen ook nog even huis mochten houden in die zo gewilde anus van het Iberisch Schiereiland. Ik zal u even de deftige synopsis geven van deze onverbiddelijke bestseller. Mijn alter ego Aäron C. woont vijf jaar in Buenos Aires met zijn Spaanse vriendin Pilar, die onder zware druk van haar familie en wegens heimwee terug wil naar Madrid. In Argentinië leefde C. vooral op kosten van zijn vriendin en volgende hij onbeduidende cursussen vinologie en de traditionele Andes-keuken. De twintig jaar jongere vriendin zegt haar baan op bij de Spaanse ambassade en Aäron volgt haar naar Spanje.
Vijf jaar eerder had C. (die afstudeerde in de Semitische Talen) de mogelijkheid om te promoveren op de Europese islam, op de hypothese dat er in Europa een verlichte islam aan het ontstaan is. Onder grote druk van zijn vriendin en de schoonfamilie wil C. alsnog gaan promoveren. Het onderzoek geeft hem enige financiële stabiliteit en zorgt, zo denkt Aäron, voor enige rust in zijn leven.
Op de universiteit van Amsterdam komt Aäron C. zijn oude studiegenoten tegen die nu doceren aan de faculteit. Zijn gewenste promoter was een van de oprichters van het Palestina Comité. C. merkt dat hij na vijf jaar Zuid-Amerika weinig betrokkenheid meer heeft met de islam en de Arabische zaak. Bovendien is het wantrouwen bij de faculteit Arabisch jegens C. is enorm, men twijfelt aan zijn zuiverheid en aan zijn goede bedoelingen en zijn promotie-aanvraag wordt afgewezen.
Verbitterd vraagt hij een promotie-onderzoek aan bij de faculteit Hebreeuws, waar een oude studiegenote van hem nu professor is, gespecialiseerd in de convivencia, de vreedzame coëxistentie tussen moslims, joden en christen, onder het Moors bewind.
Pilar verblijft vooral bij haar ouders in Madrid, C. pendelt tussen de universiteiten van Sevilla, Cordoba en Toledo. De familie heeft een diepe aversie tegen de klaplopende, gescheiden C. die bovendien een joodse vader heeft. Hij vermoedt dat zijn schoonfamilie Pilar aan een rijke Spaanse man wil koppelen, zoals dat gewoon is in haar milieu en ontdekt dat Pilar dat steeds meer afspraken heeft met Spaanse mannen.
Aäron C. verloedert en zijn promotie-onderzoek over de convivencia raakt in het slop. Door de Arabische lente komen er steeds meer jonge Noord-Afrikanen illegaal naar Zuid-Spanje, de haat tegen Arabieren en moslims neemt toe. C. voelt steeds meer weerzin tegen katholieken en moslims. Uiteindelijk verdrinkt hij letterlijk en figuurlijk in het Spaanse nachtleven, met desastreuze gevolgen. U begrijpt: het loopt slecht af en zo hoort het want het leven is één groot tranendal en slechts de dood en de maden en de wormen brengen genade en verlichting.
Queridos amigos e amigas, jelui ziet meteen dat het een volledig verzonnen en uit de duim gezogen romanette betreft. Ik ben een van nature opgewekt en vrolijk personage, drink niet, rook niet en gebruik geen drugs en heb al helemaal geen lullevedu. Mijn hoofdpersoon wel, dat is gewoon een beest! Bovendien heb ik ze allemaal goed op een rijtje onder de hersenpan maar mijn alter ego daarentegen raakt tijdens zijn promotie-onderzoek het spoor kwijt omdat hij merkt dat er geen zuivere academische benadering van het onderwerp mogelijk blijkt. Dertig jaar lang waren het Midden-Oosten en de islam zijn passie maar hij is gedesillusioneerd geraakt. Hij wil geen vooringenomen standpunt innemen maar wordt steeds meer meegezogen in de waan van de dag. Reconquista gaat over verloren idealen, dat had u natuurlijk allang gezien. Mijn hoofdpersoon is zijn levensdoel kwijt op zijn 52ste, de relatie met de vrouw van zijn leven loopt op de klippen. Hij voelt zich na de tropenjaren in het Midden-Oosten en Zuid-Amerika volledig ontworteld, hij voelt zich nergens meer thuis. Dat klinkt natuurlijk allemaal heel gewichtig maar uiteindelijk zal de novelette ook begrijpelijk zijn voor mijn duizenden lezeressen die met de hakken over de sloot de Spinazie Academie hebben afgerond.
Bon. Ik kom dus aan in El Rocio, samen met één miljoen zigeuners die ook nog eens zonodig hun huifkar mee moesten nemen! Ik hou niet zo van massa’s en al helemaal niet bij de mensonterende temperatuur van 35 graden in de schaduw. Ik had nog beter naar Pinkpop kunnen gaan (dit jaar hartstikker gezelliger dan ooit, zo vernam ik van jongerendiplomaat Frans Timmermans aka de Heerlense Bruce Springsteen).
El Rocio bleek één grote toeristenval te zijn, zeg maar het gedrocht dat je krijgt als je de Karl May Festspiele kruist met Bobbejaanland en de Utrechtse automarkt op maandagochtend. Bovendien was het ook nog eens roze zondag dus alle homoseksuelen uit gans Spanjeland waren gekomen om grote tranen te laten biggelen aan de voetjes van de Heilige Maagd van El Rocio.
U begrijpt, zoals altijd weer eindigde mijn dag in een grote teleurstelling en was ik allang blij dat ik zonder enige bipspijn weer terug naar huis kon wandelen. Overigens werd er door diverse Taliban nog een demonstratie gehouden tegen de pelgrimage omdat deze kwetsend zou zijn voor mohammedanen.
In het Nederland van bukvizier Frenkse Timmermans zou de bedevaart onmiddellijk zijn afgelast met duizenden excuses aan de drie Taliban en een aanzienlijk geldbedrag maar in Spanje houdt men niet van partypoopers. De mohammedanen werden met spekfragmentatiebommen en het bierkanon uit het dorp verjaagd door de zigeuners en zo hoort het! Terwijl ik door het maagdelijke landschap naar huis & honden wandelde, bedacht ik deze ode aan mijn vrienden de zigeuners. Eet dit, Nasi Rames!
Er staat een houten wagen, zachtjes klinkt vioolmuziek.
Het zijn de laatste dagen, van zo’n stukje romantiek.
Zigeuners willen vrij zijn, langs de wegen steeds maar voort.
Zij vragen om wat vrijheid, maar hun stem word niet gehoord.
Refr:
Diep in ons hart, willen wij ook zigeuner zijn.
Diep in ons hart, is ons huis en de straat te klein.
Ons hart verlangt soms naar vrijheid en romantiek.
Een paard en wagen en er klinkt vioolmuziek.
Hun dak dat is de hemel, net als vogels in de lucht.
Op weg naar ‘t onbekende, net als wolken op hun vlucht.
En als de zon gaat dalen, dan stopt de karavaan.
Een mooi meisje gaat plots dansen en het vuur dat wakkert aan.
Refr:
Diep in ons hart, willen wij ook zigeuner zijn.
Diep in ons hart, is ons huis en de straat te klein.
Ons hart verlangt soms naar vrijheid en romantiek.
Een paard en wagen en er klinkt vioolmuziek.
En zie je morgenvroeg zo’n wagen door de straat heen gaan.
Bedenk dan dat de tijd voor hen niet stil is blijven staan.
Maar dat zigeuners trekken zolang er dagen zijn.
Maar door de eeuwen heen is dat hun allergroots geheim.
Refr:
Diep in ons hart, willen wij ook zigeuner zijn.
Diep in ons hart, is ons huis en de straat te klein.
Ons hart verlangt soms naar vrijheid en romantiek.
Een paard en wagen en er klinkt vioolmuziek.
Diep in ons hart, willen wij ook zigeuner zijn.
Diep in ons hart, is ons huis en de straat te klein.
Ons hart verlangt soms naar vrijheid en romantiek.
Een paard en wagen en er klinkt vioolmuziek,
Een paard en wagen en er klinkt vioolmuziek.