Samen met zijn muzikale maatje Brian Eno zocht en vond David Bowie aan het einde van de jaren zeventig artistieke herbezinning. Tegelijkertijd begon de ‘thin white duke’ met afkicken van zijn cocaïneverslaving. Plek van handeling was de Hauptstrasse 155, een Altbau appartementencomplex in het Berlijnse stadsdeel Schöneberg. Tevens uitvalsbasis voor wat later is gaan heten de Berlijn-trilogie: drie baanbrekende albums uit de toen al indrukwekkende Bowie-canon, waarvan overigens alleen Heroes daadwerkelijk in de Duitse stad is opgenomen. Onlangs blikte Bowie met Where Are We Now weemoedig terug op die voor hem zo belangrijke plek en periode.
Hij had zich in die tijd vast nooit kunnen voorstellen dat componist Philip Glass in 1993 een herbewerking zou maken van Low, die andere befaamde Berlijnplaat. Door Pitchfork uitgeroepen tot beste album van de jaren zeventig. Philip Glass geldt als een der pioniers van de ‘minimal music’: een snel repeterend patroon van ritmisch-harmonische motiefjes die leiden tot een telkens verschuivende basisstructuur. Het jaar waarin Low Symphony verscheen was verrassend. Bowie had in tijden geen album gemaakt dat paste bij zijn status als vernieuwer. Platenmaatschappijen waren in de ban van het cd-virus; het vinyl werd door hen collectief in het verdomhoekje gezet.
Nu, ruim twintig jaar na de cd-release verschijnt Low Symphony voor het eerst op lp. Dankzij het Haarlemse Music On Vinyl, dat zich sinds kort ook op klassieke muziek richt. Dat verdient extra zorg. De platen zijn verpakt in een plastic beschermhoes.
Als vertrekpunt voor drie composities gebruikt Philip Glass het meer avontuurlijke deel van Bowie’s album. Niet met de dwingende dynamiek van de ‘minimal music’, maar met een symfonieorkest dat zich nadrukkelijk laat gelden. In Bowie’s kaal en mistroostig klinkend synthesizer-experiment werd het Berlijn van de Koude Oorlog tastbaar gemaakt. Glass transformeert deze instrumentale muziek naar een interpretatie die opvallend toegankelijk is, zelfs een hoge amusementswaarde kent, alsof je zit te luisteren naar een soundtrack van een Hollywoodblockbuster. Strijkers spelen met een schwung die niet zou misstaan in het orkest van André Rieu. In de Brian Eno-compositie Warszawa sijpelt nog wat van de oorspronkelijke melodielijn door, die bij Glass meteen plat en pathetisch klinkt. Het is simpelweg tenenkrommend nietszeggend wat de vermaarde componist hier allemaal laat horen. Een curieuze mislukking deze Low Symphony.