Door de onnavolgbare regelgeving van de wereldvoetbalbond, was het voor Australië decennialang bijna onmogelijk om mee te doen aan een WK. Dit was geen klusje voor de gewone man. En het team dat in 2006 deze stormbaan voor het eerst in ruim dertig jaar overleefde, joeg iedereen ook de schrik aan.
De kwalificaties van het continent Oceanië begonnen altijd met een stuk of dertig tweekampen tegen nietszeggende eilandengroepjes, waarvan de helft inmiddels al vergaan is door de stijgende zeespiegel. Op hellende speelvelden met rieten hutjes langs de lijn werd vaak met dubbele cijfers gewonnen, waarna in de volgende ronde gevoelsmatig nog wat serieuzere ploegen volgden. Vooral omdat de tegenstanders bekender klonken doordat er ook gelijknamige fruitsoorten en cocktails van waren. In de finale volgde dan Nieuw-Zeeland en de winnaar daarvan kreeg nog een sterke ploeg uit Zuid-Amerika op zijn bord. En voor al die potjes gold: minimaal een etmaal vliegen.
Trainer Guus Hiddink flikte het toch om zijn elftal hier doorheen te loodsen. Hij smeedde een team met onvoorwaardelijke vechtlust, met een paar genaturaliseerde pareltjes die tijdens de oorlog in Joegoslavië naar de andere kant van de wereld waren gevlucht. Dit team bracht acht jaar geleden zelfs de toenmalige wereldkampioen Italië aan het wankelen. Een kleine 15 jaar haalde Feyenoord ook al twee Australiërs naar Nederland, Stephen Laybutt en Brett Emerton. Die hadden niet eens huisvesting nodig, want die trainden ’s nachts gewoon door. Met de longen van laatstgenoemde wonnen de Rotterdammers zelfs de UEFA Cup in 2002.
Mooi volkje die Australiërs, met een mentaliteit die we daarvoor nog nooit op een voetbalveld hadden gezien. Misschien wel omdat het ze altijd onmogelijk werd gemaakt om iets te bereiken, werden de grenzen steeds verder verlegd. Dat is pas opleiden. De mannen die vroeger nog rustig 800 kilometer omreden om na een uitwedstrijd bij het tankstation even een AA’tje te halen, die gingen echt voor helemaal niemand meer aan de kant toen ze na al die jaren hun ultieme droom bereikt hadden. Voetballen op een WK. Nederland wist er met al zijn talent ook nog nooit in de geschiedenis van te winnen.
Zelfs de FIFA heeft ontzag gekregen voor dit land, door Australië sindsdien in de Aziatische zone zijn kwalificatiewedstrijden te laten spelen. Daar draaien The Socceroos hun handen niet om voor een wandelingetje door de rijstvelden van Cambodja of Bhutan. Kwalificatie lijkt een vanzelfsprekende zaak. De spelers doe ooit het voetballand op de kaart zetten, profiteren nu op hun oude dag nog wat welverdiende snoepreisjes. Inmiddels zijn de eerste spelers van ouderdom gestorven. Scott Chipperfield en Craig Moore schnabbelen nog wat bij in het Archeon, een omgeving waar ze met hun karakteristieke verschijning niet eens meer opvallen.
De laatste overblijfselen van deze ploeg maken nu met hun kleinkinderen Tommy Oar en Jason Davidson een trip door Brazilië, waar het lot ze gekoppeld heeft aan Nederland. Het grote Oranje, dat tegen regerend wereldkampioen Spanje de vechtlust toonde van de Aussies in hun beste dagen. Maar dat Australië bestaat niet meer. Makkies bestaan niet meer in het moderne voetbal, maar ‘mak’ is een mooie omschrijving van de ploeg die Nederland straks als opstapje kan gebruiken op weg naar de volgende ronde.