De brievenbus van ThePostOnline zit geregeld vol met muziek die dolgraag gerecenseerd wil worden. Om de stapels op de burelen wat te verkleinen recenseren we in Donderdagdeuntjes een paar cd’s die wat ons betreft zeker de moeite waard zijn om eens te luisteren. Deze week: Sylvan Esso, Aidan Knight en Sivert Høyem.
Genre: Electronic Pop
Sylvan Esso duikt hier en daar al op in de hipsterafspeellijstjes, en vreemd is dat niet. Sylvan Esso is experimenteel, nieuw en een beetje vaag. Ideaal hipstermateriaal dus. Dit in combinatie met de zoete stem van zangeres Amelia Meath levert een mix op van vrolijke, elektronische en zomerse muziek. Niet zozeer dansbaar, wel perfect om tijdens de parkhangsessies met strooien hoedje en afgeknipte spijkerbroek op te zetten. Hier en daar zit een vleugje elektronische jaren 80. Meath heeft daarentegen weer een typische singer-songwriter stem. Het best valt deze debuutplaat dus te omschrijven als een elektronische, soms geremixte singer-songwriterplaat met een vleugje jaren 80.
Genre: Infiefolk
De 27-jarige Aidan Knight ziet er vooral lief uit. En doet daarmee ook wel recht aan de muziek die hij maakt. Maar als hij begint te zingen, vallen alle vooroordelen weg. Zijn diepe, zwoele en getekende stem past totaal niet in het plaatje dat je van hem maakte toen je hem alleen nog zag. Een album met een goede combinatie van melancholische liedjes naar vrolijke bijna-hitjes is wat het oplevert. Rustige gitaarrifjes, subtiele maar onmisbare baslijnen opgevrolijkt door een tal van instrumenten dat per nummer verschilt. Van cello tot trompet tot alle variaties van een synthesizer. Een heerlijk zomerse plaat die ook genoeg ruimte kent voor de minder zonnige en grauwe zomerdagen. Zoals vandaag.
Genre: Rock
Na twee van dit soort vrolijke hipsterplaten, mag er ook wel ruimte zijn voor iets zwaarders. Die taak neemt Sivert Høyem met zijn album Endless Love perfect op zich. Zware, donkere muziek met dito teksten. Vrolijk is net niet, erg goed is het wel. Høyem zoekt een weg tussen een poppy manier van rock en combineert die met elektronische invloeden. Die elektronische invloeden maken het af: ze zorgen voor een extra laag in de muziek die het allemaal nog net even wat donkerder maakt. Naast gitaren, geen snoeiharde gitaren met distortions, hij houdt het ingetogen, is er ook ruimte voor hier en daar een wat rustiger pianonummer. Dat maakt de boel overigens niet vrolijker. De plaat is daarmee consequent. En vrolijk of niet, goed is dit album wel.