Koerdische autoriteiten in drie enclaves in het noorden van Syrië hebben zich schuldig gemaakt aan willekeurige arrestaties, oneerlijke rechtszaken en het wegmoffelen van moorden en ontvoeringen. Dat meldde Human Rights Watch (HRW) in een rapport over de regio dat donderdag werd gepubliceerd.
Sinds de Syrische regering zich in 2012 terugtrok heeft de Democratische Uniepartij, een vertakking van de Turkse PKK, de macht over de enclaves. Hoewel het noorden relatief rustig is ten opzichte van andere gebieden in Syrië, is er volgens HRW alsnog sprake van “serieuze misstanden”. Politieke tegenstanders worden gearresteerd en gevangenen worden mishandeld, schrijft HRW. Ook worden kinderen ingezet bij de politie en het leger.
De Democratische Uniepartij heeft een lokale overheid opgericht met eigen rechtbanken, gevangenissen en politiediensten. Een gewapende tak vecht vooral tegen islamisten van het Jabhat al Nusra (JaN) en de beweging Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS).
HRW stelt dat er een onafhankelijke commissie moet komen die de misstanden onderzoekt. Rechtbanken zouden de Syrische wet moeten toepassen en de inzet van kinderen zou moeten worden verboden.
(ANP)
