Onlangs lanceerde KWF Kankerbestrijding een rapport waarin werd opgeroepen tot een maximale grens aan behandelkosten per kwalitatief gewonnen levensjaar. De organisatie is zeker geen roepende in de woestijn. Ook een meerderheid van de Nederlandse medisch specialisten en de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ), het belangrijkste adviesorgaan van minister Schippers, stellen dat zo’n grens onvermijdelijk is. Toch durft geen enkele politieke partij dit onderwerp op de agenda te zetten.
We vergrijzen, worden ouder en stellen steeds hogere eisen aan de zorg. Als de stijging van de collectieve zorguitgaven doorzet zijn er in 2040 gezinnen die de helft van hun inkomen aan zorg kwijt zijn. Die kostenstijging leidt nu al tot willekeur. Het dwingt artsen en ziekenhuizen tot moeilijke keuzes over kosten en baten. De postcodefinanciering van ziekenhuizen leidt ertoe dat dure behandelingen met weinig gezondheidswinst in het ene ziekenhuis wel, en in het andere ziekenhuis niet worden uitgevoerd.
Discussies over kosten horen niet thuis in de spreekkamer. Daarom is het van belang dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt, en zelf duidelijk maakt wat de kaders zijn. Het Centraal Planbureau ondersteunt dat. Het CPB stelde in maart 2013 dat er “geen makkelijke uitwegen” zijn. Kortgezegd zijn er twee opties: het pakket van collectieve zorg wordt beperkt, of de eigen bijdrage moet drastisch omhoog.
Weglopen voor deze vraagstukken is geen optie. De huidige situatie leidt tot willekeur en perverse situaties, waarbij de postcode of mondigheid van een patiënt de doorslag kunnen geven of een behandeling wel of niet wordt uitgevoerd. Daarom steunen de Jonge Democraten het advies van de RVZ om een grens van 80.000 euro per kwalitatief gewonnen levensjaar in te voeren. Dit wordt ook wel de QALY (Quality-adjusted life year) genoemd.
Hiermee kan ook de blanco cheque die farmaceutische bedrijven in feite krijgen aan banden worden gelegd. Uit onderzoek blijkt dat door een vaste grens te leggen de concurrentiepositie van de ziekenhuizen en zorgverzekeraars sterker wordt. Dit heeft zich al bewezen in het Verenigd Koninkrijk, waar de grens op de helft ligt van het voorstel van de Jonge Democraten.
Farmaceuten hebben daar de prijzen van hun medicijnen laten zakken, om zo nog binnen de norm te vallen. Voornamelijk voor ziekenhuizen die sinds begin dit jaar zelf hun medicijnen moeten inkomen, zou het een hele goede ontwikkeling zijn als dit ook in Nederland wordt ingevoerd. Op dit moment is te zien dat ziekenhuizen noodgedwongen zijn om naar goedkopere medicijnen over te stappen.
Uiteindelijk geeft het stellen van de QALY aanleiding om de grens te verleggen van dure levensverlengende behandelingen voor een aantal maanden naar meer aandacht voor juist de kwaliteit van leven. Een grens voor geaccepteerde kosteneffectiviteit van medische behandelingen is niet leuk, maar wel noodzakelijk om ervoor te zorgen dat iedere euro die we in de zorg te besteden hebben zo goed mogelijk terechtkomt: daar waar de meeste gezondheidswinst en de beste kwaliteit van leven voor zoveel mogelijk mensen gerealiseerd kan worden.
Stefan de Koning is voorzitter van de Jonge Democraten.
Margot de Heer is portefeuillehouder zorg bij de Jonge Democraten.